Gazet van Antwerpen Stad en Rand
En plots speel je een potje FIFA in de living van Lamkel Zé
Zondag hoogdag voor Didier Lamkel Zé (26), die voor het eerst tégen Antwerp speelt. Voor de gelegenheid blikt onze redacteur terug op drie gekke jaren in het spoor van de Kameroener bij de Great Old.
Die vrijdag in de Prohairclinic in Heistop-den-Berg: “Goeiemiddag meneer, komt u binnen. Zet u. En vertel eens. Op het eerste gezicht zie ik geen probleem, maar waarmee kan ik u helpen?”
met wat info over een klant. Geen gewone klant, maar Didier Lamkel Zé, een uurtje eerder hier gespot.
De man wil/mag daar niks over kwijt, maar gaat wel in op onze algemene vragen. Wat een haarpigmentatie precies is. En of je daar als voetballer mee kan trainen. “Neen”, zegt hij. “De eerste week raden we ten stelligste af om intensief te sporten en te zweten.”
En zo is de nieuwste frats van het enfant terrible een feit. Antwerp begint net aan zijn voorbereiding op het nieuwe seizoen. Maar Lamkel Zé, die doet weer niet mee. Het staat met stip op één in onze top tien van de kuren van de Kameroener.
Goh,
Kansspelcommissie
Het incident bracht ook óns in de problemen. Drie dagen later nodigde LZ7 ons uit op zijn appartement. Terwijl zijn ploegmaats zich honderd meter verderop afbeulden op de Bosuil, zaten wij te keuvelen in zijn living en konden we hem zelfs uitdagen voor een potje FIFA. We verloren met 5-2 – geven we grif toe – maar zijn laatste goal was een cadeau. We lieten hem bewust scoren met de virtuele Lamkel Zé, om hem te zien vieren. Gezellig was het dus zeker, maar dat we hem zijn zegje lieten doen in jouw gazet, leverde ons wel een vlammende sms op van Paul Gheysens – “Uw enthousiasme voor Antwerp heeft het volume van een leeg vaatje” – en een (gelukkig zeer tijdelijk) clubwatchverbod.
KORTRIJK - ANTWERP (ZONDAG 18.30U)
Het deed ons denken aan de eerste keer dat Lamkel Zé zwaar uit de bocht ging. Op training had hij Jelle Van Damme een slag verkocht en dat lekte via via uit. Hij de gebeten hond, maar wij ook, want Van Damme kwam ons interview met Omar Govea verstoren en verweet ons sensatiejournalistiek. Maar wat hadden we dan moeten doen? Op Instagram toonde hij zelf zijn blauw oog. Teammanager Frédéric Leidgens was dan weer kwaad omdat we foto’s maakten toen hij samen met de security aan de deur sleurde om Lamkel Zé (in Anderlecht-shirt) toegang tot het stadion te beletten. Neen, die berichtgeving hielp de club niet. Ja, we voelden ons daar ambetant bij. Maar kom, het was (wereld)nieuws. We hadden trouwens nóg meer kunnen focussen op Lamkel Zé, die zich ook in nesten werkte met zijn vele voetbalgokjes. Uiteindelijk was dat best relevant, want daardoor zat hij soms snel zonder centen, wilde hij weer meer verdienen en maakte hij amok. Bovendien kwam zelfs de Kansspelcommissie hem op het spoor.
Zijn voormalige manager voorspelde dat we Lamkel Zé over tien jaar zouden terugvinden in de goot, maar we hopen integendeel dat hij in Kortrijk het (voetbal)geluk hervindt. Tenslotte is hij geen slechte jongen, maar gewoon een groot kind.
Gestolen paspoort
Ja, we waren op onze hoede, maar we hadden niet verwacht dat we onze handen zo vol zouden hebben met Lamkel Zé. Al konden we niet klagen, want dankzij hem kwamen we nog eens ergens. In zijn hoofd zijn we nooit geraakt, maar in Dunajska Streda (Slowakije), waar hij op huurbasis speelde, wel. En vooral onze reis naar Kameroen, toen hij voor de nationale ploeg debuteerde, was memorabel. Hartverwarmend hoe we in Yaoundé ontvangen en geholpen werden door zijn ouders en elf (half)broers en
-zussen. Andherson Zé bewoog hemel en aarde om ons gestolen paspoort terug te vinden, Mathieu Zé liet ons kennismaken met
en nog meer en als het van vader Théophile afhing, namen we Marie-Noëlle
Zé mee naar huis.
Niet overdrijven, natuurlijk.
Didier, die was dan weer boos en blokte ons op
Whatsapp, omdat foto’s kati kati
we publiceerden van
locale cuisine
Zé
zijn familie, terwijl ze allen nochtans fier als een gieter hadden geposeerd. Zo gaat dat in een knipperlichtrelatie, zeker? De ene keer leek hij onze beste vriend, de andere keer gunde hij ons geen blik. En toch hebben we altijd ergens sympathie voor hem gehad. Zijn voormalige manager noemde hem ooit “een hopeloos geval” en voorspelde ons dat we hem over tien jaar zouden terugvinden in de goot, maar we hopen integendeel dat hij in Kortrijk het (voetbal)geluk hervindt. Tenslotte is hij geen slechte jongen, maar gewoon een groot kind.