Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik hoop dat Boshuisje in handen van een openbaar bestuur komt”
Redder van het Zoerselbos Leo Cautereels (80) benoemd tot ereburger
Terwijl het bekende ’t Boshuisje op een kruispunt staat in zijn bestaan, heeft Leo Cautereels (80) net het ereburgerschap van de gemeente Zoersel ontvangen. Het belang van Cautereels voor de Zoerselse natuur en erfgoed kan niet overschat worden. Hij ontving zijn eretitel terecht als redder van het Zoerselbos.
Leo Cautereels (80) is erevoorzitter van de Vrienden van het Zoerselbos en zette zich decennialang in voor het behoud van de natuur in de hele Voorkempen. Hij werd uitgebreid gevierd in De Kapel samen met zo’n 150 genodigden. Jan Denissen van de heemkundige kring, maar ook Rhea Denissen van de Vrienden van het Zoerselbos staken ereredes af, net als politici.
De nieuwe ereburger was de grote trekker van de redding van het Zoerselbos toen dat eind jaren zestig bedreigd werd door grootschalige verkavelingsplannen. In 1972 was hij een van de vijf stichtende leden de vzw Vrienden van het Boshuisje en het Zoerselbos. Hij zette het bos op de kaart door de uitbouw van het Bezoekerscentrum met boerenbloementuin.
Droge wandeling
Hoe Leo naar de recente ontwikkelingen rond ’t Boshuisje kijkt, nu dat tijdelijk gesloten is? Wie vorig weekend met het prachtig herfstweer in het Zoerselbos ging wandelen, kon niets gaan drinken. ’t Boshuisje was dicht en restaurant-taverne In de Wandeling ook wegens vakantie.
“Ik heb het gemerkt. Er kwamen opvallend veel wandelaars het Bezoekerscentrum binnen in de hoop hier iets te kunnen drinken”, zegt Leo. “Een gebied als het Zoerselbos heeft een horecazaak nodig, maar ik ben altijd van mening geweest dat ’t Boshuisje enkel geschikt is voor zachte horeca, voor een drankje en hooguit een pannenkoek. Het ligt middenin een Europees beschermd natuurgebied. In mijn ideaalbeeld zouden de wandelaars en bezoekers die iets willen eten beter allemaal naar In de Wandeling doorverwezen worden.”
De huidige inboedelverkoop van ’t Boshuisje baart hem geen zorgen. “De authentieke inboedel van Melle en Fons, de laatste bewoners, bevindt zich veilig in het Bezoekerscentrum. De kroon op mijn werk zou zijn als ’t Boshuisje in handen komt van een openbaar bestuur, hetzij de gemeente, het Agentschap Natuur en Bos of Kempens Landschap. Ik hoop dit ooit nog mee te maken. In een RUP zou dan moeten worden vastgesteld dat het Bezoekerscentrum met de boerenbloementuin een natuureducatieve zone wordt en ’t Boshuisje cultuurhistorische
Lao Cautereels
zone, met eventueel zachte horeca en in de schuur een expo over Conscience. De huidige tuin kan dan een oude moestuin worden met boomgaard. ’t Boshuisje en het Bezoekerscentrum zouden als één geheel beschouwd moeten worden in dit RUP. Als dat ooit verwezenlijkt wordt, kan ik in vrede gaan ‘rusten’.”
Geen schuifdeur
’t Boshuisje is als gebouw niet beschermd, maar ligt wel in een beschermd landschap en is aangemeld als bouwkundig onroerend erfgoed, met duidelijke beperkingen. De groene houten schuurpoort vervangen door een raam met schuifpoort is volgens Cautereels niet mogelijk.
Intussen loopt de herinrichting van het Zoerselbos door de Vlaamse Landmaatschappij verder, met de nieuwe parking aan de Boshuisweg en de extra bufferwal naast de E34 richting Den Haan.
Ereburger
“Een gebied als het Zoerselbos heeft een horecazaak nodig, maar ik ben altijd van mening geweest dat ’t Boshuisje enkel geschikt is voor zachte horeca, voor een drankje en hooguit een pannenkoek.”