Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Turkije dreigt hard terug te slaan
Vrouwelijke dader van de aanslag in Istanboel opgepakt
De bomaanslag in de belangrijkste winkelstraat van Istanboel is “zonder enige twijfel” het werk van de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, zegt Turkije. Bij de aanslag kwamen een vader en zijn dochtertje om het leven, net als een moeder en haar dochter en een jong echtpaar.
Voor de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Suleyman Soylu is het kristalhelder. De aanslag zondag in de populairste winkelstraat van Istanboel – ook druk bezocht door toeristen – is gepleegd door de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, met steun van de KoerdischSyrische vrijheidsstrijders van YPG.
De vrouw die de bom onder een bankje midden in de winkelstraat legde, is nog volgens Soylu inmiddels gearresteerd. Ahlam Albashir, die de Syrische nationaliteit heeft, zou bekentenissen hebben afgelegd over de betrokkenheid van zowel de PKK als de YPG. “We gaan hard terugslaan”, aldus de Turkse binnenlandminister, die bij een bezoek aan de plaats van de aanslag nog zei dat er – naast de bommenlegger – in de loop van zondagnacht nog bijna vijftig mogelijke medeverdachten waren opgepakt.
Vrees voor nieuw geweld
Bij de aanslag kwamen zes Turken om het leven: ambtenaar Yusuf Medyan en zijn 9-jarig dochtertje Ecrin die op zoek waren naar een plek om iets te eten. Zijn vrouw raakte ernstig gewond. Het gezinnetje was naar Istanboel afgereisd voor het huwelijk van de broer van de man. Ook Arzu Özsoy en haar 15-jarige dochter Ya mur Uçar – aan het shoppen – lieten het leven, net als het jonge echtpaar Elif en
Adem Topkara. Gisteren lagen nog steeds zes mensen op intensieve zorgen, van wie er twee zeer ernstig aan toe zijn. In totaal raakten 81 mensen gewond.
De Koerdische afscheidingsbeweging PKK ontkent intussen elke betrokkenheid: “Wij viseren nooit burgers”, aldus de organisatie – die door de VS en de Europese Unie wel als een terreurorganisatie wordt beschouwd – op haar website. Ook Mazloum Abdi, de commandant van de Koerdisch-Syrische vrijheidsstrijders van YPG ontkent achter de aanslag te zitten.
Veel Turken vrezen dat de aanslag het begin is van een nieuwe reeks geweld, zoals de verschillende aanslagen tussen 2015 en 2017. Zo’n 500 mensen lieten toen het leven, na verschillende aanslagen in Turkije, gepleegd door zowel terreurorganisatie IS, een aantal radicaal-linkse bewegingen, alsook Koerdische separatisten. Eén van die aanslagen vond trouwens in dezelfde winkelstraat plaats, waarbij toen vijf mensen het leven lieten.
Veel Turken vrezen sowieso voor oplopende spanningen de komende maanden, in aanloop van zowel de parlementsverkiezingen als de presidentiële verkiezingen in juni volgend jaar, waarbij volgens peilingen de Turkse president Tayyip Erdogan geen nieuwe termijn zou krijgen.
De vermeende betrokkenheid van de PKK deed Turkije gisteren ook erg zwaar uithalen naar de Verenigde Staten, die in Syrië de Koerdische verzetsstrijders steunen in hun strijd tegen terreurorganisatie ISIS.
Zo zei Soylu dat hij de boodschap van medeleven vanuit de VS over de aanslag “niet aanvaardt”. “De schijnheilige boodschap vanuit de VS komt op ons over als de moordenaar die als eerste op de plaats van het delict arriveert.”
Turks minister Binnenlandse Zaken
“Het medeleven uit de VS komt op ons over als de moordenaar die als eerste op de plaats van het delict arriveert.”