Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Anders zal de modal shift er niet komen”
Lantis vraagt 300 miljoen euro extra per jaar
“Om tot een modal shift te komen, waarbij de helft minder gebruikgemaakt wordt van de auto dan nu het geval is, moet er ieder jaar minstens 300 miljoen euro extra naar de Vervoersregio Antwerpen gaan.” Dat heeft de voorzitter van de raad van bestuur van Lantis Marc Descheemaecker donderdagavond gezegd.
“Zo gaan we er niet geraken.” Dat is vrij samengevat de boodschap die Marc Descheemaecker
tijdens de Staat van Oosterweel, een bijeenkomst waar Lantis onder meer een stand van zaken gaf van de aanleg van de Oosterweelverbinding. Een van de grote uitdagingen is om in 2030 tot een modal shift te komen, waarbij de helft van de verplaatsingen in de Vervoersregio Antwerpen, die bestaat uit 32 gemeenten en 1,1 miljoen inwoners heeft, niet langer met de auto gebeurt.
Volgens Marc Descheemaecker kan dit alleen als er substantieel
geld gaat naar deze regio. “De overgang van auto naar altermeegaf natief vervoer zal geld kosten. Er is onder meer nood aan stipte busverbindingen en betere bereikbaarheid met tram of bus in de regio. En dat kost geld.”
“Niet alleen Vlaams geld”
Het is de Vlaamse Regering die voogd is van én openbaarvervoersmaatschappij De Lijn én de Vervoersregio Antwerpen. Toch gaat Marc Descheemaecker er niet van uit dat de volgens hem noodzakelijke extra 300 miljoen euro jaarlijks enkel en alleen vanuit Vlaanderen zal komen. “Dat zou in tijden van inflatie en crisis bijzonder naïef zijn.” Volgens Descheemaecker moeten ook de 32 gemeenten binnen de vervoersregio bereid zijn om een financieel aandeel te leveren aan het realiseren van de modal shift. “Ook Lanmeer tis zelf moet en zal een deel van het budget moeten inzetten op alternatieve mobiliteit.”
De bestuursvoorzitter van Lantis maakte nog een vergelijking met Brussel als het gaat om openbaar vervoer. “In 2019 werd in Brussel 811 miljoen euro uitgetrokken voor openbaar vervoer. In de vervoersregio Antwerpen was dat 339 miljoen. Nochtans zijn beide regio’s ongeveer even groot en tellen ze min of meer hetzelfde aantal inwoners.” Dat het openbaar vervoer in Brussel doorgaans beter georganiseerd is dan in Antwerpen en de rest van Vlaanderen, is volgens Marc Descheemaecker dan ook geen verrassing. “Ze hebben in Brussel simpelweg meer middelen.”