Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zoo Antwerpen krijgt peterschap over graf van eerste directeur
Jacques Kets (1785-1865), wetenschapper en taxidermist met internationale uitstraling
Zoo Antwerpen neemt het peterschap van het grafmonument van Jacques Kets over van de stad Antwerpen. “Als peter van dit bijzondere erfgoed engageren we ons in het onderhoud van de laatste rustplaats van onze eerste directeur”, zegt huidig directeur Dries Herpoelaert. Dat Jacques Kets een opvallend figuur was, is het minste wat je kan zeggen.
“Het belang van Jacques Kets voor Zoo Antwerpen valt niet te overschatten. Hij was wetenschapper, taxidermist en had een diepe kennis van de natuur en van de dieren. Ook vandaag zetten wij nog volop in op kennis van de natuur en het overbrengen van die kennis aan het grote publiek”, vertelt directeur Dries Herpoelaert trots.“In de van ons congrescentrum, een van onze historische zalen, eren we al onze directeurs. De eerste was Jacques Kets, erg bekend en met een internationale uitstraling”, weet Gie Robeyns, archivaris bij Zoo Antwerpen.
Rariteitenkabinet
Ketsroom
Jacques Kets was een geboren en getogen Antwerpenaar. Hij was gefascineerd door de natuur en genoot als dierenopzetter internationale bekendheid. In de Kloosterstraat opende hij een rariteitenkabinet dat toegankelijk was voor iedereen. Bezoekers konden zich vergapen aan de uitgebreide collectie van opgezette tropische dieren, planten, mineralen, schelpen, etnografische objecten en meer dan 400 opgezette vogels van 242 verschillende soorten.
In de negentiende eeuw waren zulke kabinetten de enige manier om meer te weten te komen over alle bloemen, planten en dieren overal ter wereld. De exotische voorbeelden uit verre, vreemde streken trokken mensen aan. Kets breidde zijn collectie voortdurend uit. Hij ging daarvoor naar Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zwitserland en had banden in de Verenigde Staten. Er bestond een heuse ruilhandel in exotische planten en natuurkundige voorwerpen. Zijn oorspronkelijk rariteitenkabinet kreeg enkele bekende personen over de vloer: in 1837 bezochten prins Ernst van Saksen-Coburg en prins Albert het kabinet. Internationale erkenning als taxidermist kreeg Kets door het opzetten van het paard dat de Prins van Oranje in 1815 tijdens de slag van Waterloo bereed.
Jan Frans Loos
“Het ontstaan van de Antwerpse Zoo en het benoemen van de eerste directeur lag in 1840 in handen van Antwerps schepen Jan Frans Loos. Hij bezocht zijn broer Jozef in Amsterdam en ging er samen met hem naar de dierentuin, Artis. Daar kreeg hij het idee om ook in Antwerpen een dierentuin
Gie Robeyns
op te starten. Loos, die later burgemeester van Antwerpen werd, kocht in 1841 met de hulp van enkele weldoeners een stuk grond buiten de stadswallen. Als eerste directeur vroeg hij Jacques Kets”, weet de archivaris.“Hij stelde wel enkele bijzondere voorwaarden. Zo eiste hij dat er een natuurhistorisch museum zou komen, waar hij zijn enorm rariteitenkabinet kon in onderbrengen. Ook moest er een directeurswoning in de dierentuin zelf worden gebouwd zodat hij daar kon wonen. Een andere voorwaarde die Kets had, was een inkomen van 1.400 Belgische frank per jaar. Plus de helft van de inkomsten van de niet-leden en ook de helft van de inkomsten van de verkoop van dieren, wat toen gangbaar was.”
Benoemd voor het leven
Die wensen werden ingewilligd en dus werd Jacques Kets in 1843, op 57-jarige leeftijd, de eerste directeur van de eerste Belgische dierentuin. “Door het succes van de Zoo steeg het loon van Kets na tien jaar ongeveer tot 16.800 frank per jaar. Ter vergelijking: een diensthoofd geneesheer verdiende toen zo’n 1.500 Belgische frank per jaar, een arbeider 1,5 frank per dag. De raad van bestuur besliste daarom ook om het loon van Kets te begrenzen”, vertelt Gui Robeyns nog. Jacques Kets overleed in 1865, toen hij 79 jaar was. Net als vier volgende directeurs bleef hij tot zijn dood directeur. Als directeur werd je immers benoemd voor het leven. Hij beoefende 22 jaar deze functie. Jacques was ongehuwd en had geen kinderen. De dierentuin en zijn collectie opgezette dieren en curiosa waren zijn lust en leven.
Ook de Zwitserse chalet, het woonhuis van de eerste directeur Jacques Kets, werd afgebroken. “Van de collectie van Jacques, van zijn rariteitenkabinet, is er heel
Ceremoniemeester
‘‘Aan deze dag is twee jaar voorbereiding voorafgegaan, met liefst 22 vergaderingen. Het opstellen voor de groepsfoto was een hele klus. Iedereen moest veel geduld opbrengen.’’