Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Drugstrafikant ‘Flash’ riskeert 6 jaar voor cocaïnevangst in Rotterdam
Het Openbaar Ministerie in Antwerpen heeft zes jaar celstraf gevorderd tegen drugstrafikant Yannick W. (34), alias Flash. De aanklager ziet in hem de opdrachtgever van een drugstransport dat op 29 september 2021 in de haven van Rotterdam werd onderschept. Opmerkelijk: W. zat op dat moment nog in detentie in het kader van een ander groot drugsonderzoek.
Het Hit and Run Cargo Team (HARC), een gespecialiseerd drugsteam dat actief is in de haven van Rotterdam, onderschept in september een container met twee palletten turf. De container is besteld door een bedrijf uit Molenbeek, dat actief is als reclamebedrijf en bezig met handel in kantoorartikelen. Verstopt achter de legale inhoud vinden de speurders 1.450 kg cocaïne.
De speurders houden de container in de gaten. Een pas opgericht Nederlandse transportbedrijf komt de zending oppikken en rijdt ermee naar België. In de buurt van Charleroi keert de chauffeur terug richting Antwerpen, om na een bizarre omweg bij een loods in Halle-Zoersel halt te houden. Bij de loods staat een aantal jonge mannen klaar om de goederen over te laden. De loods is eigendom van ondernemer Bob B., die volgens het parket perfect wist dat zijn loods voor cocaïnesmokkel werd gebruikt. Bob B. riskeert daarom drie jaar gevangenisstraf.
Sleutelrol
De openbare aanklager ziet Yannick W., alias Flash, als de grote coördinator van het cocaïnetransport. Flash speelt volgens het Openbaar Ministerie in meerdere dossiers een sleutelrol als organisator van uithalingen. Zo werd hij begin 2021, dus reeds enkele maanden voor het drugstransport in Rotterdam, gearresteerd in Spanje en overgeleverd naar Antwerpen. Na zijn arrestatie zou hij zijn netwerk gewoon zijn blijven aansturen vanuit de gevangenis.
W. verscheen dinsdagmiddag voor het eerst in persoon voor de rechtbank in Antwerpen. De man zit in de gevangenis van Sint-Gillis en daar verloopt het uithalen van gevangenen nogal problematisch. Flash werd de voorbije weken meermaals voor de rechtbank verwacht, maar hij kwam nooit opdagen omdat justitie het transport niet geregeld kreeg.
“Ik protesteer met klem tegen deze poppenkast”, zuchtte Jorgen Van Laer, de raadsman van Yannick W., toen zijn cliënt de rechtszaal kwam binnengeschuifeld. Yannick W. werd door gemaskerde en gewapende leden van de speciale eenheden binnengeleid in de rechtbank. W. droeg tijdens het transport en tijdens de zitting ook een kogelwerend vest, omdat politie en justitie van mening zijn dat zijn leven in gevaar is. “In de gevangenis kreeg hij ook een speciaal veiligheidsregime”, aldus meester Van Laer. “Ten onrechte. Er is geen enkel objectief of concreet element dat dit veiligheidsregime zou verantwoorden. In de gevangenis hebben we daar ook met succes tegen geprotesteerd.”
Meester Jorgen Van Laer vroeg de rechtbank om geen rekening te houden met de sfeerschepping. Hij meende dat het Openbaar Ministerie én de pers zijn cliënt ten onrechte hebben afgeschilderd als een grote cocaïnesmokkelaar. “Het Openbaar Ministerie vordert zes jaar celstraf omdat hij de opdrachtgever en coördinator van het transport zou zijn. Dat klopt gewoon niet en in het dossier zijn er ook geen elementen te vinden die daarop wijzen. Mijn cliënt is hooguit zijdelings bij deze zaak betrokken geraakt. Zijn betrokkenheid bij deze zaak is niet groter dan die van enkele anderen, voor wie de aanklager maar dertig maanden vraagt.”
In proportie
Van Laer vroeg de rechtbank om de rol van Yannick W. tot zijn ware proporties te herleiden, en daar bij de bestraffing ook rekening mee te houden. Tegen zakenman Bob B. en Jan M., die de loods ter beschikking stelden, vorderde de aanklager respectievelijk drie en twee jaar cel. Tegen twee anderen eiste de het parket dertig maanden celstraf.