Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Kinderen in de bezemkast, dat moet eruit
Werkgroep moet richtlijnen opstellen voor ‘vrijheidsbeperkende’ maatregelen
Lieven Viaene Inspecteur-generaal Onderwijsinspectie “In sommige scholen gebeurt het naar ons aanvoelen iets te vaak dat kinderen worden afgezonderd.”
Mogen scholen leerlingen die moeilijk gedrag vertonen, opsluiten in een lokaal? Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) heeft een werkgroep in het leven geroepen die richtlijnen moet opstellen voor zulke ‘vrijheidsbeperkende’ maatregelen. “In sommige scholen moeten kinderen in een soort van bezemkast. Er zijn afspraken nodig”, zegt Lieven Viaene, topman van de Onderwijsinspectie.
In 2019 kwam het thema van vrijheidsbeperkende maatregelen in het onderwijs plots prominent in het publieke debat. In oktober van dat jaar trok hogeschool UCLL aan de alarmbel over enkele wanpraktijken waar studenten van de lerarenopleiding getuige van waren tijdens hun stage. Zij zagen hoe leerkrachten in sommige basisscholen kinderen met een sjaal of ducttape vastbonden aan hun stoel of opsloten in een piepkleine bezemkast. “Honderd jaar geleden was het schering en inslag”, zei een onderzoekster toen. “Kinderen kregen slaag met de regel en werden opgesloten in de kast. Daarna hebben we er lang niets over gehoord. Alleen gebeurt het nog steeds: het is nu in de taboesfeer beland.”
Time-outruimte
De hogeschool had het plan opgevat om een grootschalig onderzoek te voeren. Maar dat draaide uit op een sof. “Er is heel wat commotie ontstaan in het onderwijs na die getuigenissen, waardoor weinig scholen bereid waren om mee te werken”, zegt Ine Thys, onderzoekster en docent in de lerarenopleiding buitengewoon onderwijs van de UCLL. “Toch kunnen we er niet naast kijken dat het een groeiende tendens is in het onderwijs om kinderen een time-out te geven. In de scholen die we bezochten, hadden er meer dan verwacht zo’n time-outruimte of werd erover nagedacht.”
In een digitale bevraging bij 104 scholen gaf 60% aan het voorbije schooljaar gebruikgemaakt te hebben van een vrijheidsberovende maatregel.
Het is sowieso een feit dat het onderwijs worstelt met probleemgedrag in de klas. Enkele jaren geleden bleek nog uit cijfers van de CLB’s dat een groeiend aantal leerlingen problematisch gedrag vertoont op school. Ook het aantal kinderen met een attest ‘gedragsproblemen’ zit al jaren in de lift. In het buitengewoon onderwijs bestaat al langer een traditie om zogenaamde TAVA (totale afzondering van aanmoediging)-ruimtes in te richten, waar leerlingen die ‘ontploffen’ heen kunnen om tot rust te komen. Ook in gewone scholen bestaan die. Het probleem is dat er geen algemene regels bestaan over wat kan en wat niet. “In sommige scholen gebeurt het naar ons aanvoelen iets te vaak dat kinderen worden afgezonderd en ouders hebben daar terecht vragen bij”, zegt Lieven Viaene, inspecteur-generaal van de Onderwijsinspectie. “In de ene school gaat het om mooie ruimtes waar het aangenaam vertoeven is, maar in de andere gaat het om een soort bezemkast. Er zijn afspraken nodig om de uitwassen eruit te halen.”
Integriteit beschermen
Daarom heeft Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) nu een werkgroep opgericht die richtlijnen moet opstellen over alle vormen van vrijheidsbeperkende maatregelen, met de Onderwijsinspectie aan het roer. “Om wat houvast te bieden en natuurlijk ook de integriteit van leerlingen te kunnen beschermen”, reageerde Weyts eerder op een vraag van partijgenoot Koen Daniëls (N-VA) in het Vlaams Parlement. “Daarnaast heb ik gevraagd of er regelgeving nodig is om dwingend te kunnen optreden als de maatregelen in strijd dreigt te zijn met het respect voor kinderrechten.”
Als het van Thys afhangt, verdwijnen time-outs als straf helemaal uit het onderwijs. “Net als een kind het moeilijk heeft, heeft het nood aan nabijheid en verbinding”, zegt ze. “Niet aan separatie in een aparte ruimte.”
JENS VANCAENEGHEM