Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een regenachtige nacht in Algonquin Park
In de zomer van 2015, voordat ik later in dat jaar voor de eerste keer echt in Antwerpen kwam wonen, trok ik samen met mijn vrouw een kleine twee maanden door Canada. In een camper. Ik had een week en drie sets schoonmaakhandschoenen nodig om erachter te komen hoe het leegmaken van het chemisch toilet werkte. Maar los daarvan zwom ik in talloze meren, bedreef de liefde op een rots in het midden van die meren, reed langs fabelachtige kusten, door schattige stadjes en zag in die acht weken één keer een moose. Terwijl er ons toch in menig foldertje op de camping minstens vier mooses per dag waren beloofd. Een eland dus wel, maar nooit zag ik in dat machtige land iets of iemand die met voetbal te maken had. Geen veld, geen cornervlag, geen afbladderende dug-out, niets!
Waar dat land in godsnaam 26 voetballers vandaan heeft gehaald in de afgelopen jaren, is mij echt een enorm raadsel. Maar toch stonden er donderdagavond elf aan de aftrap. Vooraf hoorde ik Tomasz Radzinski, de Canadees van dienst op televisie, zeggen: “Ze moeten snel een doelpunt maken.” Ik ben poëtischere Canadezen tegengekomen op mijn reis. De Radzinski-code werd al snel bijna gekraakt, maar Thibaut Courtois ontpopte zich tot de Andries Noppert van België. Zet die twee doelmannen maar eens naast elkaar, je ziet het verschil niet.
Het wilde maar niet de wedstrijd van de Rode Duivels worden. Het werd wel de wedstrijd van de lege Rode Stoeltjes op de tribune in de achtergrond. Gelukkig was er Michy Batshuayi, die vlak voor rust alert was.
Overigens is tijdens dit toernooi de 44ste minuut de nieuwe 35ste minuut, met al die extra tijd. Het maakt niet uit wanneer je de tv aanzet, je hebt altijd het gevoel dat je nog een hele wedstrijd voor de boeg hebt. Geen uitbolminuten meer! Leest u mee, meneer Jambon?
Gedurende de tweede helft begon de wedstrijd in te dommelen en daarmee ook uw toegewijde HollandsVlaamse columnist. Ik begon terug te verlangen naar het weidse, gevaarloze landschap dat aan ons voorbijtrok tijdens die zalige zomer van 2015. Kevin De Bruyne passte de bal te vaak door de lucht om mij terug op de grond te krijgen. En Peter Vandenbempt begon op de achtergrond meer en meer te klinken als mijn Canadese buurman van de camping in het Algonquin Park die na een lange dag en nacht vol regen zijn vastgelopen camper uit de modder probeerde te duwen.