Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Peter Benoit was de motor voor Vlaams klassiek in Antwerpen”
250 muzikanten vieren dit weekend 125 jaar Koningin Elisabethzaal
Op en naast het podium brengen zaterdag meer dan tweehonderdvijftig orkest- en koorleden in de Koningin Elisabethzaal het oratorium De Oorlog. “Een enorme compositie die het verdient om minstens één keer per generatie uitgevoerd te worden”, aldus Arne Herman van het Antwerp Symphony Orchestra. “Het is de kroon op ons concertseizoen dat is opgehangen aan 125 jaar Koningin Elisabethzaal.”
in 1897 voor concerten van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen blaast de Koningin Elisabethzaal dit jaar 125 kaarsen uit. De Zoo, die de zaal beheert, vierde dat deze zomer al met rondleidingen voor abonnees. Antwerp Symphony Orchestra, het orkest dat in de zaal resideert, zet onder het thema ‘monument’ dit seizoen in op grote orkestwerken met een hoofdrol voor De Oorlog van Peter Benoit. “Alleen al logistiek is het een hele klus om zoveel muzikanten bij elkaar te krijgen”, zegt muziekdramaturg Arne Herman. “Dat we precies dit oratorium spelen, voor het eerst in dertig jaar, is geen toeval. Peter Benoit was een motor voor de klassieke muziek in Antwerpen. Dat er momenteel dicht bij ons in Oekraïne wordt gestreden, maakt het werk extra relevant.”
Baden in muziek
De Oorlog is een massief werk van anderhalf uur met vier koren, een groot orkest op het podium, en diverse orkestensembles en negen krijgstrompetten in de zaal. “De toeschouwer zal als het ware in muziek baden. Van zo’n grote compositie in het Nederlands kijkt men vandaag niet meer op, maar bij de première in 1873 was De Oorlog zeker geen evidentie. In Vlaanderen maakten toen opera’s van Wagner opgang, in het Duits of vertaald naar het Frans. In de 19de eeuw was de muziekcultuur in Antwerpen sowieso eerder Franstalig met een klemtoon op Franse componisten. Nederlands hoorde je amper in onze concertzalen. De Oorlog is een van de eerste grote muziekstukken in de volkstaal.”
Naast het concert wordt zaterdag ook in een colloquium stilgestaan bij de figuur van Peter Benoit, aan wie een monument gewijd werd in het Harmoniepark.
“Benoit heeft het Antwerps cultuurlandschap vervlaamst. Als eerste ging hij prominent componeren in de volkstaal, en tegelijk lag hij aan de basis van twee van de drie grote pijlers van het Antwerpse muziekleven: hij is de feitelijke stichter van Opera Vlaanderen en heeft een bescheiden muziekopleiding weten om te dopen tot het Koninklijk Vlaams Conservatorium als eerste hogeschool waar muziek gedoceerd werd in het Vlaams. Voor de Koningin Elisabethzaal heeft Benoit niet rechtstreeks een impuls gegeven, al heeft hij er als sterke figuur binnen het muzieklandschap wel toe bijgedragen dat er een draagvlak was voor een gedegen concertzaal in deze stad.”
Boek
In Koningin Elisabethzaal, 125 jaar klassieke muziek, van houten kiosk tot Gouden Zaal, een boek dat zaterdag wordt voorgesteld, lees je hoe de eerste concertgangers bezoekers van de Zoo waren die aan de kiosk in de dierentuin kwamen luisteren naar fanfareen harmoniemuziek van lokale componisten. Als herfst- en winteralternatief voor de kiosk kwam er een zaal met een symfonisch aanbod. Vanuit de Zoo kreeg de zaal al vrij snel een eigen orkest, waarbij grotendeels werk van eiGebouwd gen bodem werd gespeeld. Toen in 1955 de Philharmonie werd opgericht, als voorloper van het huidige orkest, kwam er steeds meer ruimte voor de grote klassieke componisten en wonnen zaal en orkest internationaal aan belang. “De link met het Vlaamse repertoire bleef, al speelde ons orkest tussen 1960 en 1990 toch vooral de grote internationale orkestwerken. De jongste jaren is er een kentering met oog voor Vlaams erfgoed, maar evengoed voor creaties van levende lokale componisten.”
Godsgeschenk
Dat de Koningin Elisabethzaal in 2016 grondig gerenoveerd werd, noemt Herman voor het Antwerp Symphony Orchestra een godsgeschenk. “Elk degelijk orkest repeteert en concerteert in een eigen zaal. Wil een orkest de internationale top ambiëren, dan is een goede akoestiek onontbeerlijk. Precies daarom kunnen we nu grote dirigenten en solisten aantrekken en komen hier buitenlandse toporkesten over de vloer. Uiteindelijk resideren wij als orkest nog maar zes jaar in deze vernieuwde zaal. Ons verhaal van toporkest dat sterk verankerd zit in de stad is dus nog maar net begonnen. Door enerzijds te mikken op de internationale top en anderzijds drempelverlagende initiatieven te ontwikkelen voor de buurt wacht ons nog een enorm potentieel.”
i Colloquium en concert De Oorlog, 26/11, Koningin Elisabethzaal, Antwerpen. Boek Koningin Elisabethzaal, 125 jaar klassieke muziek, van houten kiosk tot Gouden Zaal, Hannibal Books, 256p