Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Studie bewijst: je hoeft geen vrienden te zijn om goed te presteren. Beter níét, zelfs...
Het was een studie in de VS, uitgevoerd door sportpsychologen. Van enkele jaren geleden. Een bijzonder interessant onderzoek, want het peilde naar conflicten in sportteams. En het verrassende was: ruzie hoeft niet eens negatief te zijn. Integendeel.
Gedurende één seizoen volgden de sportpsychologen twee teams uit het American Football. Er waren behoorlijk wat tegenstellingen. De ene ploeg bestond uit verschillende groepjes, sterke persoonlijkheden die niet altijd goed overeenkwamen en regelmatig tegen elkaar stonden te roepen. De andere was zogenaamd een voorbeeld: een toonbeeld van samenhorigheid en vriendschap.
De ideale groep viel naarmate het seizoen vorderde uit elkaar door een ruzie die de selectie verscheurde. Ze konden er niet mee omgaan, voortdurende discussies die eindigden in achterklap. Het eerste gezelschap, met de kliekjes, kon daar wel mee om. Aangezien ze discussies gewoon waren, konden ze de onvermijdelijke conflicten wel aan in een cruciale fase van de competitie.
We hoeven dus niet meer dan nodig te zoeken achter de discussie die Kevin De Bruyne en Toby Alderweireld onder elkaar voerden. Het was vroeger zelfs de kritiek op deze generatie Rode Duivels: dat ze te lief waren voor elkaar, dat ze mekaar te weinig corrigeerden. Deze discussie kan helend werken. In de clinch durven te gaan over essentiële zaken zoals het uitvoeren van opdrachten tijdens de wedstrijd.
Kevin De Bruyne is niet alleen met zichzelf bezig. Hij stoot ploegmaats voor het hoofd om als ploeg beter te worden. Wie wil winnen, gaat over de grens. In de tactische bespreking, op het trainingsveld en uiteraard tijdens de wedstrijd. Het mag kletteren. Bij de grootste clubs ter wereld zijn er op training regelmatig opstootjes. Teambuilding oké, maar voetballers hoeven geen dikke maatjes te zijn om optimaal te kunnen presteren.