Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Congolezen massaal op de vlucht voor meedogenloze rebellen
Bruut geweld van M23-strijders terroriseert vooral bevolking, maar internationale hulp blijft uit
De oorlog in Oost-Congo woedt weer op volle kracht. 300.000 mensen sloegen op de vlucht. “Seksueel geweld, plunderingen, kindsoldaten. We zitten weer in het worstcasescenario.”
“De aanval op Rutshuru begon drie weken geleden, maar er heerst nog steeds paniek in de stad. De rebellen vermoorden burgers en gedragen zich als bezetters. De scholen zijn al weken dicht en jongeren durven overdag de straat niet op, uit vrees als kindsoldaat gerekruteerd te worden. Iedereen is bang van de rebellen en hun verklikkers: wie een verkeerd woord zegt, riskeert z’n leven. Niemand mag de stad nog uit en er komen ook geen levensmiddelen meer binnen. De voedselprijzen gaan door het dak, mensen lijden honger. Het lijkt een gijzeling, een uithongering. We vragen ons af wat de bedoeling is.”
Aan het woord is Linda*, een jonge Congolese hulpverleenster uit Rutshuru, een stad van bijna een miljoen inwoners die een maand geleden onder de voet werd gelopen door strijders van M23, een rebellenleger dat vorig jaar een offensief begon en met bruut geweld 300.000 mensen uit hun dorpen verjoeg. De strijders rukten de laatste weken op tot het dorpje Kibumba, op amper twintig kilometer van de provinciehoofdstad Goma.
Steun uit Rwanda
M23 krijgt de volle steun van buurland Rwanda. Dat blijkt onder andere uit een gelekt VN-expertenrapport van vorige zomer. Daarin staat dat er “solide bewijzen” zijn dat Rwandese regeringsmilitairen zij aan zij vechten met M23-rebellen. De zware wapens van M23 maken dat niet alleen het Congolese regeringsleger, maar ook de 18.000 man sterke VN-vredesmacht in grote delen van Noord-Kivu onder de voet wordt gelopen.
De impact van het conflict op de bevolking is desastreus. Alleen al de jongste drie weken sloegen 180.000 mensen op de vlucht. Daarvan zitten er 60.000 vast aan de frontlinie. Zij die uiteindelijk een van de geïmproviseerde ontheemdenkampen bereiken, krijgen amper hulp. Dat blijkt uit getuigenissen uit het ontheemdenkamp van Kanyaruchiny, gelegen op tien kilometer van de provinciehoofdstad Goma.
“Drie weken geleden ben ik vanuit Rutshuru naar hier gevlucht met mijn drie kinderen en twee kleinkinderen”, vertelt Espérance via de mobiele telefoon van een Congolese hulpverlener. “We moesten vluchten, omdat de rebellen onze huizen aanvielen. Mijn twintigjarige dochter hebben ze vermoord. Ik hoorde dat gewapende mannen haar huis zijn binnengedrongen en dat ze een uur later dood op de grond lag. Eigenlijk wil ik niet precies weten wat er zich in dat uur afspeelde. Gelukkig hebben we haar twee kinderen van een en drie jaar kunnen redden. Nu zijn we in dit kamp, maar hier is nauwelijks iets: geen tenten, geen voedsel, geen water, geen zeep, geen medicijnen, geen kleren.”
Ook Jean-Paul, een andere ontheemde, vertelt een soortgelijk gruwelverhaal. “De aanval op Rutshuru was genadeloos, de rebellen stortten zich als terroristen op de burgerbevolking. Ik mag van geluk spreken dat we met z’n allen konden ontsnappen: mijn vrouw, mijn zeven kinderen en ik. Maar de situatie in dit kamp is onleefbaar. We hebben niets en het enige wat ik kan doen, is overdag in de nabije dorpen om wat eten bedelen. Als de mensen me wat eten geven, zijn we gered voor de dag. Als de mensen niets geven, eten we niets en lijden we honger.’
Cholera-uitbraak
Psychologe Louise Bandu Bataana, die in het kamp van Kanyaruchinya mentale ondersteuning biedt aan de oorlogsslachtoffers, waarschuwt voor een dodelijke gezondheidscrisis. “We kampen met een cholera-uitbraak en er zijn al mensen aan het sterven. Daarnet nog brachten ze een dode vrouw naar onze hulppost met de vraag waar ze het stoffelijk overschot konden begraven. Wij vrezen dat er boven op deze oorlogsramp nog een gezondheidsramp komt.”
Dat de afgelopen week bijna 200.000 mensen tegelijk op de vlucht sloegen, heeft volgens Passy Mubalama van vrouwenrechtenorganisatie Aidprofen alles te maken met de brutaliteit van de heropflakkerende oorlog. “Seksueel geweld, plunderingen, kindsoldaten. We zitten weer in het worstcasescenario. Wat het nog erger maakt is dat ook gezondheidsmedewerkers op de vlucht sloegen. Wie verkracht wordt of gewond raakt, kan nergens meer terecht.”
Mubalama stelt vast dat er deze keer geen grote mobilisatie is van internationale hulporganisaties. “Ik weet niet hoe dat komt: eist de oorlog in Oekraïne alle aandacht op? Is de donormoeheid totaal?”
Ook de bevolking van Goma ziet af, zegt Mubalama. “Voorlopig hebben de rebellen Goma nog niet aangevallen, maar het feit dat er geen aanvoer meer is van voedsel uit landbouwgebieden als Rutshuru en Masisi, maakt dat de voedselprijzen verdubbeld zijn. Een zak meel van 25 kilo kostte vroeger 18 dollar, nu is dat 30 dollar. Voor veel mensen is dat onbetaalbaar.”
De meeste Congolezen hebben er het raden naar waarom Rwanda opnieuw een zwaarbewapende rebellenbeweging op hen afstuurt. Mubalama: “Dit conflict kan vandaag nog stoppen als Rwanda de politieke wil toont om de steun aan de M23-rebellen in te trekken.”
Dat Rwanda en Congo gisteren in de Angolese hoofdstad Luanda een staakt-het-vuren afsloten, boezemt weinig vertrouwen in. “Ik hoor dat er allerhande vredesgesprekken en onderhandelingen bezig zijn. Tot nu toe brachten zulke berichten vooral valse hoop.”
Paul Kagame
Ook Fred Bauma van de Congo Research Group legt de verantwoordelijkheid voor de oorlog vooral bij Rwanda. “President Paul Kagame wijst erop dat in OostCongo nog steeds een rebellenbeweging actief is, die zijn wortels vindt in de Rwandese genocide van 1994. Die FDLR-strijders blijven volgens Kagame een bedreiging vormen voor Rwanda, iets wat ik sterk betwijfel. Maar Kagame heeft er alle voordeel bij om de zaken voor te stellen alsof de stabiliteit in Rwanda in gevaar komt door een buitenlandse dreiging in Oost-Congo.”
Opmerkelijk: volgens Bauma heeft de oorlog ook voordelen voor de Congolese president Tshisekedi. “Tshisekedi kan M23 en Rwanda gebruiken als zondebokken voor alles wat fout loopt in Oost-Congo. Door het Congolese nationalisme aan te wakkeren en de tegenpartij als terroristen af te schilderen, hoopt hij aan populariteit te winnen. Sarcastisch gesteld: iedereen heeft voordeel bij deze oorlog. Behalve de bevolking.”
Passy Mubalama
Vrouwenrechtenorganisatie Aidprofen
“Ook gezondheidsmedewerkers sloegen op de vlucht. Wie verkracht wordt of gewond raakt, kan nergens meer terecht.”