Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De komende weken zullen nog meer crèches sluiten”
BRUNO VANOBBERGEN moet als nieuwe topman vertrouwen in kinderopvang herstellen
Als kinderrechtencommissaris klaagde hij jarenlang wantoestanden aan. Sinds vorige week staat Bruno Vanobbergen aan de andere kant. Als nieuwe topman van het Agentschap Opgroeien moet hij de wantoestanden in de kinderopvang aanpakken. Eén ding is meteen duidelijk: hij is het beu dat zijn diensten de zwartepiet toegeschoven krijgen.
“Een puinhoop.” Zo vatte de parlementaire onderzoekscommissie over de kinderopvang afgelopen zomer de werking van het Agentschap Opgroeien samen. De klachtenprocedures waren onduidelijk, de interne communicatie liep mank en topvrouw Katrien Verhegge had haar diensten niet meer onder controle. In eerste instantie kon Verhegge daarna nog op post blijven, maar vorige week is ze na het zoveelste schandaal uiteindelijk toch opgestapt.
Nu is het aan Bruno Vanobbergen om dat als waarnemend administrateur-generaal recht te trekken. In een vorig leven was Vanobbergen kinderrechtencommissaris en sinds 2019 directeur onder Verhegge. Als nieuwe topman bijt hij meteen van zich af.
Veel ouders van kleine kinderen zijn ongerust en vragen zich af of hun kind nog wel veilig is in de crèche. Wat antwoordt u hen? Bruno Vanobbergen: “Het is belangrijk dat ouders het bredere plaatje blijven zien. Er zijn meer dan zesduizend kinderdagverblijven en we weten uit onderzoek dat de kwaliteit daar over het algemeen goed is. Helaas raakt die boodschap nu ondergesneeuwd door de individuele dossiers die naar boven komen. En ik vrees dat dit nog niet het einde is. Aan de hand van een lijst probleemdossiers zijn we met een grondig onderzoek bezig. Er zullen de komende weken nog meerdere kinderdagverblijven de deuren moeten sluiten.”
Maar dan moet er wel eerst vertrouwen zijn. “De eerste opdracht voor Bruno Vanobbergen is om het vertrouwen in de kinderopvang te herstellen”, zei expert Michel Vandenbroeck . Hoe gaat u dat doen? “Het zou niet eerlijk zijn om daarvoor enkel naar het Agentschap Opgroeien te kijken. Het is een collectieve verantwoordelijkheid om dat vertrouwen te herstellen. Wij spelen daar een belangrijke rol in, maar niet als enige. Het beeld dat de kinder
opvang een plek is waar kinderen gevaar lopen, zullen we samen moeten corrigeren.”
Als we naar het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie kijken, dan duidt zij toch vooral het agentschap aan als verantwoordelijke voor deze crisis? “Na de onderzoekscommissie is
er een actieplan kinderopvang gekomen en dat gaat veel breder. Dat gaat ook over onze werking, maar evengoed over de Zorginspectie, over de toekomst van de kinderopvang, de ratio van aantal kinderen per begeleider, …”
Ondanks dat actieplan en de 75 aanbevelingen van de onder
“Er zijn meer dan 6.000 crèches en we weten dat de kwaliteit daar over het algemeen goed is. Helaas raakt die boodschap nu ondergesneeuwd door de individuele dossiers.”
zoekscommissie blijven er verhalen opduiken waarin het Agentschap Opgroeien niet kordaat is tussengekomen. Hoe komt dat? “We zijn volop aan de slag met de aanbevelingen van de onderzoekscommissie, maar dat vraagt tijd. Zo werken we nu vanuit het voorzorgsprincipe (waarbij niet wordt gewacht tot alles juridisch sluitend is om in te grijpen, red.), maar dat is een fundamenteel andere manier van werken en vraagt dus tijd. Tegelijk krijgen we heel veel nieuwe meldingen én passen we dat voorzorgprincipe toe op een reeks oude dossiers. Dus wie beweert dat we niks doen met die aanbevelingen, is fout. Je ziet dat trouwens ook in de cijfers. De tweede helft van dit jaar hebben we al dubbel zoveel crèches gesloten als in de eerste jaarhelft.”
“We missen bij het agentschap nog steeds een was deze week in het parlement te horen.
“Ik word kwaad wanneer ik zoiets hoor. Dat is een belediging voor al onze medewerkers die hier de ziel uit hun lijf werken. Je kunt je niet voorstellen wat hier allemaal gebeurt, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, zelfs in de weekends.”
sense of urgency”,
Met alle respect voor die mensen, maar werken zij wel op de juiste manier? De onderzoekscommissie heeft veel fouten vastgesteld in de interne werking.
“Lopen de leden van die onderzoekscommissie hier elke dag rond? Ik denk het niet. Kijk, het klopt dat dingen herbekeken moesten worden, maar daarmee zijn we nu net volop bezig. We zijn de klachtenbehandeling op punt aan het stellen, de nieuwe inspectierapporten worden publiek gemaakt, … Zoiets is niet in één, twee, drie gefikst.”
U had het over de lijst van probleemdossiers die het agentschap aan het onderzoeken is. Hoeveel kinderdagverblijven staan daarop?
“Ik kan daar geen getal op plakken. Dat is een zeer dynamisch overzicht waarop kinderdagverblijven bijkomen en verdwijnen. Het is een combinatie van oude dossiers en nieuwe klachten.”
Het zou bij ouders misschien al een stuk onzekerheid wegnemen als ze wisten of hun crèche op die lijst staat.
“Ouders kunnen gerust zijn dat we een verblijf zo snel mogelijk schorsen zodra we daarvoor voldoende informatie hebben. Vanuit het agentschap zullen we hen daarbij ook zo goed mogelijk ondersteunen.”
Maar de lijst van probleemdossiers wilt u niet openbaar maken? “Het gaat vaak om dubbelzinnige verhalen. Dat zie je ook in de getuigenissen in de kranten. Sommige ouders begrijpen niet waarom hun crèche ineens dichtgaat, anderen hebben dan weer net een heel slechte ervaring. Daarover zijn heel verschillende meningen. Laat daarom onze mensen in alle sereniteit hun werk doen en beslissingen nemen op basis van alle informatie en documentatie.
“Stel dat er vijfhonderd kinderdagverblijven op die lijst staan. En dat daarvan finaal tien de deuren moeten sluiten. Dan heb je toch ongelofelijk veel onnodige schade toegebracht aan die 490 andere? Dat kan je maatschappelijk toch niet maken?”
Het zou wel transparant zijn tegenover de ouders.
“Ik ben een grote voorstander van transparantie, daarom maken we bijvoorbeeld de nieuwe inspectieverslagen vanaf volgende maand openbaar. Maar je kunt die vijfhonderd dossiers toch niet voor iedereen zomaar op tafel leggen?”
Waarom niet?
“Ik vind het onvoorstelbaar dat jullie die vraag nog maar durven te stellen. We staan voor de uitdaging om het vertrouwen in de kinderopvang te herstellen, maar tegelijk zouden we vijfhonderd namen moeten bekendmaken, van wie er velen intussen heel hard hebben gewerkt om hun kwaliteit weer op peil te krijgen? We gaan die mensen toch niet allemaal aan de schandpaal nagelen? Het gaat hier wel over jobs.”
In de ouderenzorg is er wel een publieke lijst van woon-zorgcentra die onder verhoogd toezicht staan.
“Woon-zorgcentra zijn grote instellingen. Dat gaat niet om individuele uitbaters die persoonlijk geviseerd kunnen worden.”
Deze week klaagde een aantal schepenen dat zij te weinig informatie kregen als een crèche in hun gemeente sloot. Begrijpt u dat ze dat lastig vinden?
“Weet je wat ík lastig vind? Dat jullie zoveel vragen stellen met telkens een directe beschuldiging tegenover ons. Wij kunnen toch niet alle privacyregels overboord gooien? Wij mogen niet zomaar alle informatie aan de lokale besturen doorgeven.”
U lijkt zich persoonlijk aangevallen te voelen.
“Ikzelf niet. Ik spreek namens de drieduizend mensen van het Agentschap Opgroeien die zich al maandenlang persoonlijk aangevallen voelen. Je kunt je niet voorstellen hoeveel bagger die mensen al over zich heen hebben gekregen. En toch blijft de overgrote meerderheid van hen overeind. Dat er dan enkele schepenen ontevreden zijn, dat zal dan waarschijnlijk wel zo zijn. Maar evengoed heb ik een burgemeester gehoord die ons bedankte voor de goede ondersteuning. Mag dat ook eens gezegd worden? Sorry dat ik mij zo opwind, maar ik doe het voor de drieduizend mensen die dit al maandenlang moeten ondergaan.”
PIETER LESAFFER JENS VANCAENEGHEM
“Wie beweert dat we niks doen met de aanbevelingen, is fout. Je ziet dat in de cijfers. De tweede helft van dit jaar hebben we al dubbel zoveel crèches gesloten als in de eerste jaarhelft.”