Gazet van Antwerpen Stad en Rand
JAAK VAN ASSCHE
door de Franstalige bourgeoisie. Ik kon niet tegen die minachting voor de Vlamingen en de Vlaamse cultuur.” “Maar toen was ik nog niet echt actief met politiek bezig. Dat is pas later gekomen, toen ze in Bonheiden en Rijmenam de ene autostrade en gewestweg na de andere wilden aanleggen. En dan kwam er ook nog eens een tgv bij. Toen ben ik in de lokale politiek gegaan, in een neutrale partij Bonheiden/rijmenam, waar alle politieke kleuren inzaten.”
Wat vindt u als gewezen N-VA’ER van het cultuurbeleid van uw partij?
“Ik ga me niet over personen uitlaten, maar over het algemeen stel ik vast dat in de huidige politiek het eigenbelang vaak primeert op het algemene belang. Dat is een kwalijke evolutie. Wat ik ook vaststel: het departement Cultuur is een aanhangsel geworden, iets dat ze er wel bij zullen doen. Niet alleen in de nationale politiek, maar overal. In de begroting moet cultuur het stellen met het minimum, en dan is het nog het eerste waarin gesnoeid wordt.”
“Als ik dan merk dat uitgerekend in Antwerpen de cultuurschepen (Nabilla Ait Daoud van N-VA, red.) zegt dat de cultuurmensen moeten gaan werken zoals iedereen, dan is dat heel pijnlijk.”
Waarom horen we u niet in dat debat? U bent de éminence grise van de Vlaamse acteurs en was lang politicus en lid van N-VA.
“Ik betwijfel of mijn stem zwaar zou doorwegen. Ik ben niet de grootste naam en ik ben er de man niet naar om op de barricades te gaan staan. Daar ben ik emotioneel niet sterk genoeg voor. En te bescheiden (glimlacht). Dat komt wellicht door die katholieke opvoeding.”
U bent deze zomer 82 geworden. Dat is ruim boven de pensioenleeftijd. Denkt u nog niet aan stoppen?
“Nooit. Ik heb altijd met veel plezier gewerkt en ik heb nog altijd honger. Dat gaat niet weg. Ik ben wel 82, maar mentaal ben ik nog altijd een 25-jarige, weliswaar met heel veel ervaring (lacht). Ik denk niet aan stoppen, tenzij mijn lichaam niet meer meewil. Ik doe het veel te graag. Ik zou niet weten wat ik anders moet doen. Ik ga liever niet aan de kant zitten. Sterven? Dat schrikt niet af. Ik stel het gewoon uit, blijf koppig ademen en eet en drink op zijn tijd.”