Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Omikron was een zegen voor de ziekenhuizen
Eén jaar na eerste besmetting met variant ligt niemand nog wakker van corona
De coronacijfers stijgen, weeral. De zoveelste besmettingsgolf trekt zich op gang, maar vrijwel niemand ligt daar nog wakker van. Ook de experts maken zich geen zorgen. Dat komt ook door omikron. De virusvariant die ons eind vorig jaar grote angst inboezemende, bleek een geschenk: veel besmettingen, merkelijk minder ziekenhuisopnames. “We hebben echt geluk gehad met omikron en de vele subvarianten”, zegt viroloog Steven Van Gucht (Sciensano).
De eerste berichten uit Zuid-Afrika waar omikron voor het eerst werd opgemerkt waren bijzonder verontrustend. Dankzij het coronavirus weet iedereen wat exponentiële groei is, maar omikron deed daar nog een schepje bovenop. De besmettingscijfers schoten ongezien snel omhoog. Bij ons werd de eerste besmetting op 26 november 2021 genoteerd. De variant werd in recordtempo dominant, maar die explosieve groei in het aantal besmettingen trok zich gelukkig niet door in de ziekenhuiscijfers.
Sindsdien volgden de subvarianten van omikron elkaar op. Vandaag zorgt BQ.1 voor een stijgende curve. Het is niets om zorgen over te maken, zegt viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven). “Waarom? Kijk naar de grafiek met IC-opnames. De golven daar worden steeds lager. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat die trend nu gaat veranderen.”
Het coronavirus is voor veel mensen een virus geworden dat niet meer erg ziek maakt. Dat komt door omikron, maar ook door de opgebouwde immuniteit. Van Ranst verwijst daarvoor naar de vaccinatiecampagnes en eerdere besmettingen die vrijwel iedereen intussen heeft doorgemaakt.
Long of langdurige covid blijft volgens de viroloog wel een fenomeen dat goed bestudeerd moet worden. Er zijn mensen die maandenlang last hebben van klachten, ook na een omikronbesmetting. Al is het niet zeker of het coronavirus hierin uitzonderlijk is. “Moesten we influenza met evenveel energie bestuderen, dan zouden we misschien ook long influenza achterhalen”, zegt Van Ranst.
Endemie
Het is aan de WHO om ooit het einde van de pandemie af te kondigen. Dat zal het vooralsnog niet doen. Het coronavirus houdt delen van de wereld nog steeds in z’n greep. In China blijft het aantal besmettingen pieken. Het harde zero-covid-beleid botst daar op z’n limieten. De protesten ertegen lijken uit te breiden.
Bij ons evolueert de epidemie naar een endemie. Dan zien we geen voortdurende opeenvolging van golven meer. “Dat is vandaag wel nog het geval, hoewel de fluctuaties kleiner en kleiner worden”, zegt Van Ranst. Het uitblijven van nieuwe gevaarlijkere varianten is essentieel. Ook oude meer ziekmakende varianten zoals delta maakten geen comeback. “Er is geen zwaard van Damocles. Dat is een geruststelling.”
Volgens viroloog Steven Van Gucht (Sciensano) zitten we in een overgangsfase. Het einde van de pandemie in ons land valt niet te voorspellen. “Je kan dat altijd pas achteraf zeggen. Misschien stellen we na deze winter vast dat we eigenlijk in een endemische fase zitten.” Helemaal ongevaarlijk is dat niet. “De golven die we nu krijgen zijn veel kleiner dan aan het begin en de druk op de zorg ligt lager, maar dat neemt niet weg dat het virus blijft circuleren. Als je de maanden optelt, zijn er toch nog veel zieken en overlijdens.”
Golfjes
Kan een compleet nieuwe variant onze zorg alsnog onder druk zetten? Van Ranst verwacht het niet, maar het is niet “onmogelijk”. Van Gucht kijkt met een “zekere ongerustheid” naar China, maar ziet momenteel niets dat “de zaak door elkaar kan schudden”. “We hebben geluk gehad met omikron en het amalgaam van subvarianten. Ze verschillen allemaal een beetje van elkaar, maar niet genoeg om een gamechanger te zijn. Daardoor krijgen we eerder golfjes dan golven.”