Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Huwelijk of voetbal: het is feest en iedereen mag het weten”
Antwerps schepen en ex-Rode Duivel Karim Bachar verklaart het uitbundige volksfeest in Marokkaanse gemeenschap
In de hele wereld vierden de Marokkanen de zege tegen België op het WK. Uitbundig met veel lawaai en vertoon. Karim Bachar, schepen in Antwerpen en ex-Rode Duivel, duidt waar dat feestgedruis vandaan komt en heeft ook nog een boodschap voor de oproerkraaiers die in Brussel en Antwerpen datzelfde feest kwamen verpesten.
Na de zege van Marokko tegen de Rode Duivels op het WK voetbal in Qatar, stroomden de straten van Antwerpen-Noord, Borgerhout en het Kiel vol met zingende en dansende Marokkaanse supporters. Die openbare uitbundigheid na de wedstrijd en spontane samenscholingen op straat zijn Belgen, die zelf niet buitenkomen als er niks georganiseerd is, niet meer gewend.
Dit WK leeft sowieso een pak meer bij de Marokkanen dan bij de Belgen, getuige ook het aantal supporters in het stadion in Qatar zelf. En het uitbundige feestgedruis zit ook veel meer in de Marokkaanse cultuur. Dat zegt Karim Bachar, schepen van Integratie en Gelijke Kansen in Antwerpen. “Marokkanen feesten altijd 100%. Ook bij huwelijksof geboortefeesten. Het is feest en iedereen mag het weten. Dat geldt zeker ook voor het voetbal. Veel Marokkaanse gezinnen in
Antwerpen hadden zondag grote familiebijeenkomsten georganiseerd. Ze keken samen naar de match en gingen achteraf samen de straat op om mee te vieren.”
Wat zeker meespeelde in de eruptie van zondagnamiddag is de verrassing. In Marokko noemden ze Groep F de ‘groep des doods’ omdat ze het zowel tegen de nummer twee (Kroatië) als de nummer drie (België) van het vorige WK moesten opnemen. Toen er na het verdiende gelijkspel tegen de eerste ook een verdiende zege tegen de tweede volgde, was de euforie des te groter. Vooral in Marokko, maar ook in alle Europese steden waar veel Marokkanen wonen.
Meer spelers van buiten Marokko
Het voetbal in Marokko zit al enkele jaren in een positieve spiraal. Ze investeren in een veel professionelere omkadering, onder andere door mensen aan te trekken die de stiel bij ons leerden, zoals technisch directeur Chris Van Puyvelde, die vroeger hetzelfde deed voor de Rode Duivels, en Merksemnaar Issame Charaï, jarenlang de trouwe secondant van trainer Marc Brys. “Ze scouten nu veel actiever buiten Marokko”, zegt Karim Bachar. “In de nationale ploeg heb je nog maar weinig spelers die in Marokko zelf geboren zijn, en bijna geen enkele die er zelf voetbalt. Supporters van hier identificeren zich ook makkelijker met jongens van hier. Dat speelt zeker ook mee in de euforie.”
In de basis van het elftal dat gisteren won, stonden slechts drie geboren Marokkanen. Naast drie Nederlanders, twee Fransen en twee Spanjaarden had je ook nog een Belg – Amallah – geboren in de Borinage. Op de bank zaten Zaroury (geboren in Mechelen), Chair (Antwerpen) en El Khannous (Grimbergen).
“Vijf jaar geleden zou een groot talent als Bilal El Khannous, de derde generatie van zijn familie hier, wellicht nog voor België gekozen hebben”, zegt Karim Bachar. “Maar nu is de druk vanuit de Marokkaanse gemeenschap voor zulke jongens een stuk hoger. Het is niet meer zo vanzelfsprekend om als jongen met Marokkaanse roots voor de Rode Duivels te kiezen.”
Bachar herinnert zich dat Nordin Jbari de eerste Marokkaanse Rode Duivel werd. “Veel mensen uit de Marokkaanse gemeenschap hebben hem dat toen kwalijk genomen. Bij de latere generatie van Fellaini en Chadli was dat geen enkel probleem meer. Maar ik denk dat er nu opnieuw veel meer protest was gekomen als El Khannous voor België had gekozen.”
Antwerpenaar Karim Bachar was zelf jarenlang kapitein van de Rode Duivels in het futsal en is al jaren Belgisch bondscoach van een team dat voor meer dan helft uit spelers van Marokkaanse afkomst bestaat. Maar ook daar is verandering op til. “De Marokkaanse futsalploeg stelde vroeger niet veel voor, maar doet het steeds beter. Ze konden zich plaatsen voor de laatste drie WK’s (België speelde zijn laatste WK in 1996; red.) en dat vinden die jonge spelers aantrekkelijk, natuurlijk. Het wordt voor mij als bondscoach een uitdaging om de beste jongeren aan de Rode Duivels te binden.”
“Agressie niet accepteren”
De schepen wil tot slot nog een woord kwijt over de domper op de feestvreugde in de hoedanigheid van de totale ontaarding in Brussel en de baldadigheden in Antwerpen. “Dat zijn voor mij geen supporters, maar mensen die het voetbal misbruiken om hun agressie bot te vieren. Dat zijn hooligans, ze moeten net als de hooligans in de Belgische competitie hard aangepakt worden. Ik sluit me aan bij het overgrote deel van de Marokkanen die dat gedrag streng veroordelen. Laat het een feest zijn, kom op straat! Vier! Maar die agressie zullen we nooit accepteren.”
Karim Bachar
Antwerps schepen van Integratie en Gelijke Kansen
“Veel Marokkaanse gezinnen in Antwerpen keken samen naar de match en gingen achteraf samen de straat op om mee te vieren.”