Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Romelu, neem de Duivels bij de hand
Het was een opvallend beeld tijdens de wedstrijd tegen Marokko. Romelu Lukaku onderbrak zijn opwarming en liep naar Kevin De Bruyne, die klaarstond om in te werpen. Hij fluisterde iets in zijn oor. De Bruyne knikte. De echte leider van de Rode Duivels stond zondag maar vijftien minuten op het veld.
Er is paniek geweest toen Vincent Kompany in augustus 2020 het einde van zijn spelerscarrière aankondigde. Romelu Lukaku stond toen op als leider. Hij nam het woord in de kleedkamer, onderhield zich individueel met ploegmaats om ze moed in te spreken, vertrouwen te geven, op de juiste weg te zetten. Zaken waar de andere drie vlaggenschepen van de Gouden Generatie – Courtois, Hazard en dus De Bruyne – zich niet of nauwelijks toe geroepen voelen.
Geen moeilijke woorden
Lukaku solliciteerde met succes naar een rol breder dan die op het voetbalveld. Niet met breedvoerige speeches en moeilijke woorden. Hij spreekt meer dan zijn voorganger Kompany de taal van de kleedkamer. Altijd vanuit een positieve ingesteldheid, wat dan weer wel vergelijkbaar is met Kompany. En met een attitude van: Pietje de Dood moet meer schrik hebben van mij dan andersom.
Dit is geen oproep aan Romelu Lukaku om er donderdag tegen Kroatië drie in te schieten. Dat kan niet. De Belgische topschutter zal zijn uiterste best doen, maar hij is nog niet scherp genoeg. Dat bewezen de vijftien minuten die hij tegen Marokko op het veld stond. Kan ook niet anders. Hij herviel dit seizoen al twee keer in zijn dijspierblessure en kwam bij Inter toe aan amper drie basisplaatsen. 256 minuten voetbal, dat is nauwelijks 10% van wat had gekund.
Toch is hij de man die de Duivels bij de hand moet nemen. Nadrukkelijk naast het veld. Niet alleen obligaat de ploegmaats toeschreeuwen in de kring voor de aftrap. Hij moet ook de situatie waarin Kevin De Bruyne is beland, ontmijnen. Lukaku heeft van alle Duivels het beste contact met de spelmaker van Manchester City.
In zichzelf gekeerd
De Bruyne zal nooit een leider naast het veld worden. Te weinig charismatisch en meer in zichzelf gekeerd. Ieder zijn karakter. Dat hij op dit WK ook op het veld geen leider is, is een tegenvaller. Niet alleen voor de buitenwereld. De Bruynes uitspraken dat deze Duivels te oud zijn om wereldkampioen te worden, zijn niet ver naast de waarheid, maar ze vielen slecht bij net dat deel van de selectie. Witsel, Alderweireld, Vertonghen, Mertens,... zijn het al langer beu ‘te oud’ genoemd te worden.
De Bruyne is ‘ne speciale’, dat weten ze ook wel. Niemand die zich eraan stoorde dat hij liefst op zichzelf is, dat hij al dat sociale gedoe op vastgelegde momenten het liefst aan zich laat voorbijgaan. De derde van de jongste Ballon d’Or presteerde op het veld, dat maakte veel goed. Nu dat minder is, worden de schouders niet zo vaak meer opgehaald.