Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Olivier Vandecasteele na 455 dagen in Iraanse cel herenigd met familie
België zorgt met terughalen van ngo-medewerker uit Teheran voor omstreden gevangenenruil
Met juridische spitsvondigheden, veel geduld en vooral met een Iraanse diplomaat-terrorist achter de hand, is ons land erin geslaagd om de Belgische ngo-medewerker Olivier Vandecasteele uit een Teheraanse cel te krijgen. Eindelijk vrij, na 455 dagen onschuldig opgesloten te zijn geweest.
Het lijkt wel een scène uit een spannende detectivefilm. Twee personen die vanuit verschillende landen worden overgevlogen naar neutraal terrein om daar in het grootste geheim te worden geruild. Zo gebeurde het ook vrijdagmorgen, op een militaire luchthaven van Muscat, de hoofdstad van Oman. Om 8.44u landt er een Airbus A400M van het Belgische leger, met aan boord niet alleen een team met medici en psychologen, maar ook Assadollah Assadi, de Iranïer die in ons land tot twintig jaar cel is veroordeeld voor het beramen van een aanslag op de Iraanse oppositie in Parijs. Niet veel later duikt een Iraans toestel op, komende vanuit Teheran, met Olivier Vandecasteele erin. Na een aantal checks en andere plichtplegingen vindt de ruil plaats. De Belgische militairen en diplomaten slaken een zucht van opluchting.
Doodstraf
“Eindelijk vrij,” zegt premier Alexander De Croo (Open Vld) een paar uur later in een videoboodschap. Dat het nu plots lukte om de humanitaire medewerker vrij te krijgen, had zelfs niemand binnen de regering verwacht. De onderhandelaars dachten dat het minstens nog een paar maanden zou duren. Al meer dan een jaar liepen gesprekken tussen technici, diplomaten en ministers. Het hoofd van de Belgische diplomatie, minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR), had ondertussen al zeven keer onderhandeld met haar Iraanse evenknie. En ook de eerste minister belde meermaals met de Iraanse president Ebrahim Raisi. Maar of het allemaal veel uithaalde, was voor ons land niet altijd duidelijk. Iran speelde permanent een schimmenspel. Eind april kondigde het regime zelfs aan dat er een deal was, al werd dat hier meteen ontkend. Ondertussen groeide wel de vrees dat Olivier Vandecasteele een erger lot te wachten stond. De ngo-medewerker werd eind december na een schijnproces al veroordeeld tot veertig jaar cel en 74 zweepslagen. En Iran maakte in maart duidelijk dat de straf mogelijk nog zwaarder zou kunnen worden. “Waarover gaat het dan? Over de doodstraf natuurlijk. Er werden in Iran al drie Europeanen geëxecuteerd”, zegt een bron binnen de regering.
Iran-deal
Er was dus haast mee gemoeid. Alleen dreigde de Iran-deal roet in het eten te gooien. De regering en het parlement keurden vorig jaar wel een verdrag goed dat de ruil van gevangenen met Iran mogelijk maakte, maar het Grondwettelijk Hof oordeelde enkele maanden geleden dat de slachtoffers van de verijdelde aanslag in Parijs – de Iraanse oppositie – nog een zeg moesten krijgen in een ruil. Zij moesten eerst op de hoogte worden gebracht en konden ook nog verzet aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. Aangezien dan ook nog een beroep mogelijk is tegen de uitspraak van de rechter, kon die procedure nog maanden aanslepen. Om dat te omzeilen, toverde de regering artikel 167 van de Grondwet uit zijn hoed: dat zegt dat de koning – in de praktijk dus de regering – de leiding heeft over de buitenlandse betrekkingen. Er kwam een Koninklijk Besluit dat stelt dat er een ernstige, imminente dreiging is voor onze nationale veiligheid, waardoor het artikel kon worden ingeroepen. Welke dreiging? Het risico dat Olivier Vandecasteele de doodstraf zou krijgen en dat er nog Belgen zouden worden opgepakt in Iran. “Juridisch sluitend”, verzekert premier De Croo.
Operatie Blackstone
Niet alle grondwetspecialisten zijn het daar echter mee eens. Zoals Johan Vande Lanotte. “Zeer goed gevonden, maar juridisch evenzeer betwistbaar. Om de eenvoudige reden dat het artikel van de grondwet buitenlands beleid betreft. Een landgenoot die in het buitenland gevangen zit, weer naar het binnenland brengen: is dat buitenlands beleid? Maar ook als dit artikel als basis wordt gebruikt, moet de regering het arrest van het Grondwettelijk Hof respecteren. Dat is hier niet gebeurd.”
Juridisch sluitend of niet, de regering wou geen risico nemen en ging voor deze oplossing. En sinds begin deze week kwam er ook echt schot in de onderhandelingen. Plots. Iran wou koste wat het kost zijn diplomaat terug. Dat hij voor het regime belangrijk is, leiden de onderhandelaars af uit vorige gevangenenakkoorden, zoals die met de Brits-australische Kylie Moore-gilbert, die pas vrij kwam in ruil voor drie Iraniers. In elk geval was de deal vrijdagmorgen een feit. Operatie Blackstone – naar de Britse jurist uit de 18de eeuw die zei dat het beter is dat tien schuldigen ontsnappen dan dat er één onschuldige vastzit – werd succesvol afgerond.
Niet alleen de Iraanse, maar ook de Vlaamse oppositie – N-VA en Vlaams Belang – vinden het echter niet kunnen dat België toegeeft aan de chantage van Iran. De Croo en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne leggen die kritiek echter naast zich neer. “Voor mij heeft altijd één ding geprimeerd: wij laten geen onschuldige landgenoot in de steek. Dat is de verantwoordelijkheid die ik op mij neem. We laten in ons land niemand achter. Zeker niet iemand die onschuldig is”, dixit de eerste minister.