Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We zitten opgescheept met een waardeloos appartement”
“We hadden een beetje kapitaal, en we wilden er een goeie investering mee doen voor onze kinderen. Iets veiligs. Maar wat een cadeau moest worden, is een vergiftigd geschenk gebleken. Onze kinderen en kleinkinderen zullen opgescheept zitten met een waardeloos appartement waarvoor ze moeten blijven betalen.” Er zit veel wanhoop in de stem van Erik*. Hij wil zijn verhaal doen, maar alleen anoniem. “Ik heb al genoeg stress.”
Erik is een van de tientallen investeerders in Residentie Hof ter Leie in Wevelgem. Dat is een apart geval. Omdat de betrokken vennootschap van de familie Debucquoy louter optreedt als “onverdeelde blote mede-eigenaar van de grond, niet meer en niet minder dan dat”, zoals ze benadrukt, en geen verkoper is die de commercialisatie deed.
Erik was ervan overtuigd dat hij een goede zaak deed toen de serviceflats zowat tien jaar geleden te koop aangeboden werden. De blinkende brochure van destijds heeft het over “de troeven van Residentie Hof ter Leie”: “een topligging, stabiel rendement en meerwaarde op termijn, een nieuwe generatie serviceflats die voldoen aan alle wensen van senioren, erkend door de overheid, ...” Bovendien zouden de kopers zich om niets moeten bekommeren, een ervaren bedrijf zou op zoek gaan naar huurders en de uitbating op zich nemen. “Verhuur zonder zorgen.”
Volgens Hans*, een andere investeerder, verliep de verhuur helemaal niet vlot. Volgens de brochure zou “een investering in een serviceflat in Residentie Hof ter Leie een unieke kans zijn om de vergrijzing in Wevelgem te verzilveren”. “Maar er raakten na 2,5 jaar amper 18 van de 88 flats verhuurd”, zegt Hans. “Bovendien liepen de kosten veel hoger op dan voorzien. We hebben de uitbating dan maar zelf in handen genomen, en toen ging het iets beter. Maar er blijft de erfpacht op de grond, die we jaarlijkse moeten betalen. 99 jaar lang. We maken verlies.”
Maar het grootste probleem moesten ze dan nog ontdekken, zeggen ze. De serviceflats die ze kochten, voldoen helemaal niet meer aan de huidige wettelijke normen rond assistentiewoningen. Rond het moment waarop de serviceflats verkocht werden, maakte de Vlaamse overheid de normen strenger. De flats moeten groter zijn, de gangen breder, de slaapkamers afgezonderd, rolstoeltoegankelijk ook. Bestaande serviceflats krijgen tot 2034 om zich aan te passen.
“Als de infrastructuur tegen 2034 niet is aangepast, dan vervalt de erkenning”, zegt advocaat Stijn Sabbe, die de klagers bijstaat. “Maar dat lijkt een onmogelijke zaak in Hof ter Leie. En ook een andere bestemming wordt heel moeilijk, want er zijn niet genoeg parkeerplaatsen.” Vraag is nu wie daarvoor verantwoordelijk is. Wisten de verkopers dat de regels rond serviceflats zouden veranderen en hadden ze dat vooraf duidelijk moeten zeggen? Of hadden de kopers dat zelf moeten uitzoeken en controleren? De Kortrijkse rechter in eerste aanleg was streng voor de klagers. De rechter erkent het probleem en spreekt in het vonnis van een residentie “met een precaire vergunning met (voorlopige) einddatum in 2034, waardoor de entiteiten quasi onverkoopbaar zouden zijn”. Maar de kopers kunnen niet bewijzen dat ze bedrogen werden, oordeelt de rechter, en dus werd de eis om de verkoop nietig te verklaren, ongegrond verklaard.
“Dat lopende het verkoopproces niet zou zijn gecommuniceerd met betrekking tot de wetswijzigingen die op til stonden, wat op zich niet betwist wordt, acht de rechtbank niet foutief, noch een opzettelijk stilzwijgen, nu iedereen wordt geacht de wet te kennen”, staat in het vonnis. Bovendien zouden de veranderingen pas in 2034 een verschil maken en “is een regularisatie niet onmogelijk”. Bovendien oordeelde de rechter dat er nergens in de officiële documenten een rendement werd gegarandeerd. “Volledigheidshalve werd zelfs vermeld dat zij verplicht zijn, volgens de Europese regelgeving, te vermelden dat het rendement negatief kan zijn.” Volgens de rechter hadden de kopers zich op voorhand beter moeten informeren en hadden ze niet op de folders mogen afgaan. “Het gebruik van mooie folders met mooie woorden en foto’s is niet ongewoon in de wereld van de marketing.”
Het is nu afwachten of het hof van beroep in Gent deze redenering zal volgen. Het proces staat er gepland voor volgend jaar.
* Op hun vraag gaven we Eric en Hans een fictieve naam.