Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Gedoneerd “voor de wetenschap”, en nu vader
Een71-jarigeman uitLuikdoneerdeindejaren70spermavoor‘wetenschappelijkedoeleinden’enontdektepasonlangsdatditgebruiktwerdomkinderenteverwekken.“Ik was in shock toen ik een mail kreeg van een donorkind.”
Vier jaar geleden kreeg de 71-jarige Jean – een schuilnaam – van zijn echtgenote een DNA-test cadeau. Daarmee kon hij via MyHeritage.com, een commerciële DNA-databank uit de VS, op zoek gaan naar verre voorouders, ook in andere landen. Hij vond het een leuk plan, maar het draaide anders uit.
“Snel, erg snel, kreeg ik twee e-mailberichten. Eerst een van MyHeritage zelf. Ze lieten me weten dat ik twee keer een goede match had. Er waren twee pistes: naar een man in Luxemburg en naar een in Limburg. Vervolgens kreeg ik van de man uit Limburg ook een e-mail. Hij zei te vermoeden dat ik zijn donorvader ben, en zocht contact. Franchement? Ik was in shock. Hoeveel meldingen zullen er nog volgen?”
1.000 frank per keer
Jean doneerde in de jaren 70 vijf jaar lang wekelijks sperma. Hij was toen tussen 20 en 25 jaar oud en studeerde architectuur in Brussel. “Een vriend was student geneeskunde aan de VUB, en vertelde me dat een van zijn proffen, dokter Schoysman, spermadonoren zocht voor wetenschappelijk onderzoek. Hij betaalde er ook voor: we kregen elke keer 1.000 frank (nu 25 euro, toen een ruim weekbudget voor studenten, red.). Met dat geld heb ik mijn studies betaald. Maar ik zou het nooit gedaan hebben als ik geweten had wat de dokter er echt mee van plan was. Ik deed het puur voor de wetenschap.”
De betrokken arts was werkzaam in het AZ-UZ Jette (VUB), het Van Helmont ziekenhuis, het Brugmanziekenhuis en had daarnaast ook zijn privépraktijk. Hij bleef actief tot ergens begin 2000. “Die arts is ronduit oneerlijk tegen me geweest”, zegt Jean. “Ik voel me bedrogen. Ik weet dat hij overleden is, dat zijn privé-laboratorium niet meer bestaat en dat zijn dossiers vernietigd zijn. Ik hoop op zijn minst dat de ivflaboratoria van vandaag correcter handelen. We hebben als burgers nu het recht op onze eigen afbeelding, het lijkt me evident dat we ook het recht op onze eigen genen hebben.”
Onbekommerde jeugd
Tom (45) – ook een schuilnaam – hoorde pas een paar jaar geleden dat hij verwekt werd met donorsperma, uiteindelijk dat van Jean. “Mijn ouders hebben het mij zelf verteld. Ik heb een onbekommerde jeugd gehad en heb een goed contact met hen. Mijn vader heeft mij altijd als zijn zoon gezien. Ik heb mij nooit ongewenst gevoeld. In die tijd, toen ik verwekt werd, was het advies dat je maar beter niets vertelt, want je kind ‘zal het toch nooit te weten komen’. Nu ze zelf een dagje ouder zijn, vonden mijn ouders het belangrijk dat ik de waarheid zou kennen.”
Ook Tom blijft liever anoniem omdat hij zijn ouders niet wil verstoren met het nieuws over zijn zoektocht. “Mijn nieuwsgierigheid was wel gewekt. Ik ben lid geworden van de Facebookgroep van vzw Donorkinderen, waar ik een warm welkom heb gekregen en veel persoonlijke verhalen heb gehoord. Ik kreeg er ook bijna een handleiding over hoe je op basis van een DNA-test in internationale DNA-databanken op zoek kunt gaan. Mijn eerste drie pogingen leverden niets op, maar bij MyHeritage.com had ik dubbel prijs. Ik vond een halfbroer in Luxemburg en een man met wie ik 50 procent van mijn genen deelde: dat kon alleen maar de donor zijn”.
“Ik heb die man – Jean dus – via e-mail, My Heritage en Messenger berichten gestuurd, maar ik heb nog geen antwoord ontvangen. Dat frustreert me lichtjes. Ik zoek geen vader, want ik heb er al een. Contact in levenden lijve is niet per se noodzakelijk. Maar ik zou graag zijn kant van het verhaal willen horen: waarom is hij donor geworden? Zitten er erfelijke aandoeningen in de familie? Zelf ben ik drager van het muco-gen. Dat is misschien ook belangrijke informatie voor zijn kinderen.”
Grappig
De twee hadden intussen enkel onrechtstreeks contact, via Steph Raeymaekers van vzw Donorkinderen. Zij ontmoette Jean in haar zoektocht naar vrienden van haar eigen donorvader, een kunstenaar die in Brussel woonde en die ooit met Jean bevriend was. “Ik heb mijn biologische vader ook via DNA-databanken teruggevonden, maar hij was toen jammer genoeg net overleden. Daarom zoek ik nu vrienden en bekenden van hem op, om meer over hem te weten te komen. Zo heb ik Jean ontmoet. Ik heb hem gezegd dat ik Tom ken, en dat Tom graag contact met hem zou hebben. Hij wilde er nog even over nadenken.”
“De arts is ronduit oneerlijk tegen mij geweest. Ik voel me bedrogen.
Ik hoop op zijn minst dat de ivf-laboratoria van vandaag correcter handelen” Jean (71)
Onvrijwillige donorvader
“Ik zoek geen vader, want ik heb er al een. Maar ik zou graag zijn kant van het verhaal willen horen: waarom is hij donor geworden? Zitten er erfelijke aandoeningen in de familie?” Tom (45)
Donorkind van Jean
Jean was bereid dit verhaal te bevestigen. “Ik heb geen spijt van wat ik heb gedaan. Ik erken wat is gebeurd. Ik heb het ook aan mijn vrouw en vier kinderen verteld. Zij vonden het wel grappig – ik niet. Ik was erg verontrust door de berichten van die man. Hij stelde allerlei vragen over mijn gezondheid en die van mijn kinderen. Ik voelde me daar ongemakkelijk bij. Pas op, ik zal hem wel een antwoord sturen hoor. Ik begrijp dat hij vragen heeft, en ik zal hem uitleg geven. Ergens ben ik content dat hij er is, en dat hij een goed leven heeft. Maar ik ken hem totaal niet. Ik heb zijn moeder nooit gekend. Ik zie dus geen reden om hem te ontmoeten. Ik ben niets voor hem, en hij is niets voor mij. Hij heeft zijn eigen ouders, en zijn eigen leven.”
Anonimiteit opheffen
Tom wil met zijn getuigenis vooral bewustzijn creëren bij de brede bevolking. “Er zijn in mijn generatie veel meer mensen die niet weten dat ze met donorsperma verwekt zijn. Ik zou zeggen: als je denkt dat je niet op je familie lijkt, ga dan voor een DNA-test. Wij zijn de kinderen die in privépraktijken werden verwekt, toen artsen zich nog als cowboys gedroegen, nog voor er sprake was van diepvriessperma. Alles werd met de mantel der liefde bedekt. Ik wil niemand met pek en veren overladen. De dokters die pionierden, deden ook maar wat ze dachten dat goed was. Ze werden daarbij geholpen door de verplichte anonimiteit.”
Maar die is niet meer van deze tijd, zegt Tom. “Zoals in Nederland en andere landen, moet ook ons land de donoranonimiteit opheffen. Niet retroactief, dat is onmogelijk. Maar wel voor toekomstige donorkinderen. In het publieke debat komen steevast de fertiliteitsartsen, wensouders en uitzonderlijk sperma- en eiceldonoren aan bod. Tegen ons wordt gezegd: ‘Wees toch gewoon gelukkig, wees blij dat je er bent’. En dat ben ik ook, maar dat verlangen blijft: waar kom ik vandaan? Ik ken nu al het verhaal van mijn beide ouders, maar ik zou ook het zijne willen horen. Dat zou me rust geven.”
Tom staat niet alleen met zijn pleidooi voor de afschaffing van de donoranonimiteit. Het Kinderrechtencommissariaat pleit er al langer voor en ook het Afstammingscentrum doet dat.