Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Politieke moed Dehaene kunnen we nu gebruiken
Vandaag tien jaar geleden overleed Jean-Luc Dehaene. Volgens velen was hij de laatste Belgische premier die zijn kiezers nog pijn durfde te doen om het land weer gezond te maken. Waarom doet niemand hem dat nu na? Misschien omdat we geen politici van zijn kaliber meer hebben, maar heel zeker ook omdat de omstandigheden anders zijn dan in de jaren negentig. Niet dat de nood aan een allesomvattend plan voor de toekomst nu niet hoog is. Ons land wordt geconfronteerd met tal van crisissen tegelijk. De roep om een globale aanpak klinkt luid in het middenveld en bij de politieke analisten, maar geen enkele politieke partij heeft er oren naar. De voorzitters van de almaar krimpende partijen in het politieke midden blijven elk met hun eigen plan naar de gunst van de kiezer dingen.
Toen Dehaene in 1992 premier werd, zag de begroting er ongeveer even desastreus uit als nu. Er moest acht miljard worden bezuinigd. Het begrotingstekort moest van zeven naar drie procent van het bbp worden teruggedrongen opdat België zou kunnen toetreden tot de eurozone. Dehaene vormde een regering met de socialisten. En dat is al meteen het eerste grote verschil met de situatie nu: je kon toen met twee politieke families nog een regering op poten zetten. En nog belangrijker: je kon in die regering de rangen gesloten houden. Dehaene voerde zijn Globaal Plan – met belastingverhogingen en enorme bezuinigingen – door met de steun van de socialisten, óók de PS. Talloze betogingen van de vakbonden veranderden daar niets aan. De grote partijen durfden doorzetten omdat ze zich enig stemmenverlies konden permitteren. Dat kunnen de kleine partijen in het midden nu niet. Elke stem telt, in sommige gevallen gewoon om boven de kiesdrempel te blijven. Belastingverhogingen waren in de jaren negentig nog mogelijk omdat Wilfried Martens eind jaren tachtig een flinke verlaging had doorgevoerd. Wat Dehaene deed, was de belastingen optrekken tot het niveau van voor 1988. Dat krijg je nog verkocht aan de kiezer. De belastingen verhogen in een land dat al de hoogste belastingdruk van Europa heeft, niet meer.
Bovendien kon Dehaene zijn burgers een doel voorhouden: de toetreding tot de eurozone. Het was een boot die we niet mochten missen. Die toetreding bood uitzicht op een betere toekomst. Zo’n mijlpaal kunnen de politici van nu niet in het vooruitzicht stellen. Ze kunnen alleen vertellen dat we uit de miserie moeten raken.
Dehaene was een uiterst intelligent staatsman, zonder twijfel. Maar zou hij met zijn recepten van toen de situatie nu kunnen rechttrekken? We zullen het nooit weten. In ieder geval zouden we zijn politieke moed kunnen gebruiken, en de eenheid die hij in zijn regering kon bewaren.