Bisdom, zusters en Fabiola laten nieuw plan opmaken
POGING OM KLOOSTER OPGRIMBIE WETTELIJK IN ORDE TE KRIJGEN
MAASMECHELEN/LANAKEN - Vier jaar na de vernietiging van de bouwvergunning, lijkt er een oplossing in de maak voor het klooster van Opgrimbie. De eigenaars en gebruikers van het koninklijk domein hebben een planmilieueffectrapport (planMER) laten opmaken om te komen tot een nieuw uitvoeringsplan. De gebouwen mogen blijven staan en de rest van het domein wordt natuurgebied. Het nieuws is gisteren bekendgemaakt door het bisdom Hasselt, dat na een schenking van wijlen koning Boudewijn eigenaar is van de gronden waarop het klooster 18 jaar geleden is gebouwd. Andere initiatiefnemers van het planMER zijn de monialen van Bethlehem - die wonen in de 30 kluizen van het klooster - en de stichting Astrida van koningin Fabiola, eigenaar van de villa Fridhem. Er komt dus een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan voor het hele koninklijke domein, dat wordt een beslissing van de Vlaamse regering. Maar eerst moet er een planMER worden opgemaakt om het effect op de natuur en omgeving in kaart te brengen. De eigenaars en gebruikers van het domein hebben dat planMER laten opmaken door studiebureau Haskoning. Vanaf volgende week maandag worden de nieuwe plannen ter inzage gelegd in de gemeentehuizen van Maasmechelen en Lanaken. Het bisdom Hasselt verspreidde gisteren al een persbericht waarin de essentie van het nieuwe plan staat opgesomd: De bestemming ‘koninklijk domein’ van het hele gebied wordt geschrapt. Het domein krijgt als hoofdbestemming ‘natuurgebied’, met uitzondering van de twee zones rond de gebouwen. Het domein wordt ingepast in het natuurrichtplan Hoge Kempen. In de zones rond het klooster en de villa Fridhem zijn duidelijk omschreven activiteiten en gebouwen toegelaten, maar afgestemd op de omliggende natuurwaarden. “We willen voor eens en altijd een wettelijke oplossing voor het domein”, aldus woordvoerder Clem Vande Broek van het bisdom Hasselt, die zelf nog geen zicht heeft op de plannen. “Voornaamste is dat er een stap gezet is in de procedure om te komen tot een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan voor het gebied. Dit heeft lang geduurd omdat we deze stap goed voorbereid hebben en voldoende advies gevraagd hebben.”