“Vreselijke beelden komen weer terug”
VOOR VLAAMSE POLITIEMAN KOMT TREINBOTSING IN BUIZINGEN WEER TOT LEVEN
HALLE - Een foto van de treinramp in Spanje komt telkens terug in kranten in binnen- en buitenland: die van een brandweerman die een meisje wegdraagt. Precies zo’n beeld haalde voorpagina’s over heel de wereld na de treinbotsing in Buizingen (Halle) op 15 februari 2010, waarbij 18 doden vielen. De ‘held’ van dienst was toen Filip Van Liedekerke (50), hoofdinspecteur van de politie in Halle. “De gelijkenis was mij ook direct opgevallen toen ik de kranten zag”, zegt Filip Van Liedekerke uit Halle. “Het moet te maken hebben met onze gevoeligheid voor kinderen, dat de pers er zo’n beeld uitpikt.” De foto van de Vlaamse politieman werd destijds gemaakt door een fotograaf van persagentschap Reuters. “De volgende dag bracht hij me in een mapje alle kranten, wereldwijd, die de foto op de voorpagina hadden. Dat waren er nogal wat. Ik begreep het eerst niet goed, ik schrok er van. Dan werd mij duidelijk dat het om de impact van het kind ging.”
Schijn bedriegt
Dat schijn soms bedriegt op foto’s, weet Van Liedekerke maar al te goed. Zo had niet de Spaanse brandweerman zelf het meisje uit de trein gehaald, maar wel een buurtbewoner. “In mijn geval had ik gehoord dat er in een wagon nog een gekwetst kind lag. Lena had een gebroken sleutelbeen. Haar vader Philippe en zijn vriendin praatten haar moed in. Ik probeerde via mijn radio een brancard of een ambulance bij haar te krijgen, maar dat lukte niet. Na een uur besloten we haar zelf weg te brengen. We droegen haar om beurten naar de sporthal in Buizingen, waar de eerste opvang gebeurde.” Van Liedekerke is later nog een keer op bezoek geweest bij het gezin, dat in Soignies woont. “Lena had er niets aan overgehouden. Ze was bij een psycholoog geweest, maar die zei dat ze met haar vier jaar nog te jong was om zoiets bewust te beleven. Ze sprak over ‘de trein die was uitgegleden op de sneeuw’. Ze had voor mij een tekening gemaakt die ik thuis nog altijd bewaar.” De hoofdinspecteur herinnert zich nog levendig de verschrikkelijke taferelen op de plaats van de ramp. “Dat komt altijd weer terug als er een treinongeval in het nieuws is. Toen ik voorbij de verwrongen treinstellen liep, hoorde ik het meest aangrijpende gehuil, gekerm en gejammer. Er waren daar mensen aan het doodgaan, tussen brokstukken en lijken. Het ging door merg en been.” Een collega-politieman die in de eerste vernielde wagon was binnengedrongen, vertelde achteraf over “een bol dode mensen, met lijken die totaal in mekaar verstrengeld waren”.
Hartverwarmend
Van Liedekerke zag op tv hoe getuigen in Santiago de Compostela foto’s en filmpjes maakten met hun gsm’s. “Dat had je ook in Buizingen, zelfs onder de passagiers die op de treinen zaten en ongedeerd waren gebleven. Uiteindelijk hebben we ons boos moeten maken om ze weg te krijgen. Die foto’s zijn wel nooit verspreid. In Spanje doen ze daar blijkbaar niet zo moeilijk over. Maar in Buizingen was er ook die hartverwarmende, spontane solidariteit, met buurtbewoners die vanuit hun tuinen dekens aanreikten en deden wat ze konden om te helpen.” Van Liedekerke vraagt zich af hoe het nu verder moet met de Spaanse machinist. “Dat is in zekere zin een massamoordenaar. Hoe moet dat zijn, om tachtig mensen op je geweten te hebben? Hoe leg je dat uit aan de getroffen families? Bij de slachtoffers zitten nog jonge studenten, mensen die zelf kinderen hebben, koppels.... Wij zijn allemaal geschokt, maar ‘s avonds gaan we gewoon weer naar bed. Voor de nabestaanden van deze slachtoffers is het keiharde realiteit.” “Het is maar te hopen dat ze nu lessen trekken uit de ramp”, zegt Van Liedekerke. In België is er een systeem dat treinen doet stoppen als ze niet vertragen voor een rood licht. “Het is jammer dat zulke ingrepen altijd ná de ramp gebeuren.”