Yoknapatawpha
Enkele maanden geleden kocht ik in een plantenzaak een ‘insectenhotel’. Als het ding gewoon insectenkastje of huisje had geheten, stond het nog in de winkel, denk ik. Het was de combinatie met het woord ‘hotel’ die m’n verbeelding had aangewakkerd. En het huisje zag er ook nog leuk uit, met een roodgeverfd deurtje en talrijke vensteropeningen. Ik kon niet wachten om het aan de buitenmuur te hangen, en was nieuwsgierig welke gasten zouden komen overnachten. Kunnen verschillende insecten goed met elkaar opschieten? Kan een vlinder de slaap vatten als hij zich in de buurt van een bij bevindt?
* ** rond middernacht raken de zomerinsecten het gezicht van de geleerde
Kuroyanagi Shoha-- (1727-1771)
* ** Vorige week donderdag vertrokken schoonzus, schoonbroer en kinderen terug naar Californië. Twee weken gezellige drukte achter de rug met acht zielen onder één dak. Enkele dagen later al kwam er opnieuw familie uit Californië op bezoek - Kim, nichtje van mijn vrouw, samen met man Jeff en zoontje Rowan. Opnieuw heel fijne mensen. Ons huis begint op een hotel voor Californiërs te lijken - ‘Welcome to the Hotel California’... Onze nieuwe gasten zijn academici. Doen hetzelfde werk als ikzelf in een vorig leven. Zij doceren vandaag literatuur, ik destijds wijsbegeerte. In onze gesprekken ontmoetten we elkaar op de raakvlakken tussen de twee disciplines. Een wereld van ideeën en verbeelding waarin we graag vertoeven. Mijn oudste volgde de conversatie en vertelde hoe hij onder de indruk was van onze passie en ons enthousiasme voor ons vakgebied. Binnen enkele maanden trekt hij voor het eerst naar de universiteit - dit gold als een voorsmaakje van het soort gesprekken die je met wat geluk op een campus kan horen. Hij staat al te trappelen van ongeduld.
* ** Mijn ogen volgden een vlinder die eerst vlak voor m’n neus zat, dan plots opvloog en over het dak verdween, om een luttele seconde later alweer voor me op een bloem te landen. Het deed me aan het gesprek van de avond ervoor denken. Af en toe raakten we de draad kwijt, sprongen van het onderwerp vlak voor onze neus naar iets dat er op het eerste gezicht niets mee te maken had, om uiteindelijk de rode draad toch terug te vinden. Een ‘vlinderspronggesprek’.
** * Mijn kennis van de beroemde Amerikaanse schrijver William Faulkner is zeer beperkt - ik weet meer over het leven van de man dan over zijn boeken. Heb altijd gedacht dat je Amerikaan moet zijn om hem echt te appreciëren. Jaren geleden las ik enkele hoofdstukken van zijn ‘The Sound and the Fury’, en gaf op. Terwijl Jeff uit het hoofd zijn Faulkner citeerde, groeide in mij het verlangen om die auteur beter te leren kennen. Jeff raadde me aan om met ‘As I lay dying’ te beginnen. Ik herinner me dat Faulkner zijn verhalen altijd in een fictief plaatsje situeert - Yoknapatawpha, in de staat Mississippi. Yoknapatawpha... schitterend woord! Yoknapatawpha... de verzamelplaats voor de ideeën van Faulkner. Yoknapatawpha... het ‘hotel’ waar de personages uit zijn verbeelding logeren.
** * Yellow butterflies flickered along the shade like flecks of sun [Gele vlinders flikkerden langs de schaduw als vlekjes zon] William Faulkner (1897-1962), The Sound and the Fury, 1929
* ** Om het mogelijk te maken dat vlinders in het hotel kunnen logeren, werden lange gleuven in het kastje gezaagd waardoor ze met opgestoken vleugels naar binnen kunnen . Volgens de handleiding die bij het insectenhotel zat, hoort het kastje aan een muur op een zonnige plek. Je moet er wat twijgjes in leggen waaraan de vlinders kunnen hangen als ze voor een regenbui willen schuilen, of als het te koud is om buiten rond te vliegen. We hebben de afgelopen maanden alle soorten weer gehad, van onweer en regenbuien tot opvallend lage temperaturen voor de tijd van het jaar en nu ook een hittegolf. Geen enkele weersomstandigheid heeft tot nu toe ook maar één insect ertoe gebracht om in ons hotel te komen schuilen. Alle kamertjes bleven onbezet. Alle kamersleutels zijn in de kast achter de balie van de receptie blijven hangen...
* ** Behalve hommels waren tot enkele weken geleden vliegende insecten uiterst zeldzaam in onze tuin. Van vlinders was al helemaal geen spoor. Dankzij het zonnige weer van de afgelopen dagen is daar nu gelukkig verandering in gekomen. De bijen en vlinders voelen zich door de bloemen van de echinacea en van het ijzerkruid aangetrokken. Maar geen van hen toont belangstelling voor een nachtje in ons hotel. Een rampzalig toeristisch seizoen, zoals een hotelier aan de kust zou zeggen. Hoe kan ik meer volk aantrekken? Misschien ga ik te vaak naar dat kastje kijken en blijven ze daarom weg?
* ** Ik heb me nooit eerder met het identificeren van vlinders bezig gehouden, maar enkele dagen geleden werd ik toch nieuwsgierig naar een vlindernaam omdat er van een bepaalde soort tientallen exemplaren rondvlogen. De vlindertjes zaten met gesloten vleugels op de bloemen waardoor ik ze niet kon herkennen. Gelukkig vond ik een net om er eentje te vangen- bleek een onverwacht gemakkelijke klus te zijn. Netje voorzichtig over bloem & vlinder gelegd, en klaar was Kees. Zonder het insectje te kwetsen en met een vlindergids bij de hand, leerde ik dat het een hooibeestje was. Toevallig stond de volgende dag in de krant dat deze soort snel achteruitboert. Bij ons thuis niet het geval. Misschien heeft het hotel er iets mee te maken. De beestjes logeren er weliswaar niet in, maar weten wel dat het vlakbij is als noodweer zou toeslaan...
** * In een droom veranderde Chuang Tzu in een vlinder, En de vlinder veranderde in Chuang Tzu toen hij wakker werd. Wie was nu echt - de vlinder of de man?
Li Po (701-762)
** * Als Kim, Jeff en Rowan straks vertrekken, staat Hotel California leeg. Maar de gesprekken en verhalen blijven hier. Het hotel van de herinnering telt geen lege kamers, het zit altijd vol.
Good luck en tot ziens.