Kippenboeren krijgen ook in beroep geen vergunning
De twee landbouwers die een kippenstal wilden bouwen in Vliermaal-Kortessem krijgen daarvoor géén bouwvergunning. Bart Haesen en Eric Malcorps werd die bouwvergunning al eerder geweigerd, maar ze gingen tegen de weigering in beroep bij het provinciebestuur. “Het beroep is afgewezen. We sluiten ons aan bij de negatieve adviezen van de Hoeseltse en Kortessemse gemeentebesturen”, zegt gedeputeerde Inge Moors (CD&V). Bart Haesen werd begin deze week op de hoogte gebracht, voor Eric Malcorps gebeurde dat gisteren. Bart Haesen reageert teleurgesteld: “Ik heb nu een varkensbedrijf in Lanaken, maar heb daar geen eigendom. In Vliermaal heb ik dat wel, in een landbouwzone nog. Beter kan toch niet? Dus wou ik daar investeren. Maar de gemeentebesturen zijn tegen. Dat terwijl de eerste inwoners van Kortessem, die zelf geen boer zijn, een kilometer verder wonen. Eric Malcorps paste zijn investeringsplannen voor een nieuwe kippenstal al eerder aan. Eerst wilde hij die bouwen in de Schalkhovenstraat (Hoeselt), maar omdat hij daar geen milieuvergunning kreeg, verhuisde bij de bouwplannen enkele honderden meters verder naar de Coutjoulstraat in Kortessem. “Daar zou mijn stal telkens minstens honderden meters ver liggen van de huizen in Schalkhoven (Hoeselt) en Vliermaal (Kortessem). Ik had gehoopt op wat meer begrip van beide gemeentebesturen.” “Maar we moeten natuurlijk ook de wet volgen”, reageert gedeputeerde Inge Moors. “En de gemeentebesturen van Hoeselt en Kortessem hebben een negatief advies geleverd voor de bouwvergunning. Overigens was ook de milieuvergunning reeds geweigerd. Gelukkig zal in de toekomst zowel bouw- als milieuvergunning in één dossier, de omgevingsvergunnning, kunnen behandeld worden”. Eerste schepen Werner Raskin ( Open Vld) van Hoeselt steunt de beslissing: “Het gaat inderdaad om een landbouwzone, maar het structuurplan sluit de komst van nieuwe gebouwen uit. Varkensboer Vanvinckenroye in Schalkhoven mocht wel bouwen, omdat zijn boerderij uit het centrum verhuist. Ook de bijkomende geurhinder is een probleem.”