STIJN MEURIS doorkruist uist Limburg g op Vespa pa BLZ.14
HASSELT - U bent gewaarschuwd: Stijn Meuris snort op een scooter door de provincie. Waar zijn oog blijft haken, stapt hij af. Vanaf maandag brengt hij in onze krant zes afleveringen lang verslag uit van zijn ontdekkingstocht. “Ik voelde me net Kuifje”, ze
“Ik rij zes keer door de provincie, zes verschillende lussen vanuit mijn woonplaats Kermt”, zegt Meuris. “Met open vizier door de provincie en gewoon kijken: wat kom ik tegen?” Het doet een beetje denken aan wijlen Man Bijt Hond. “Misschien wel. Ik heb twaalf jaar voor Man Bijt Hond gewerkt. Maar er is een groot verschil: Man Bijt Hond lijkt misschien toeval, maar in werkelijkheid waren die reportages grondig voorbereid door een redactie. ’s Morgens om halfacht begon die met vier man te bellen om toch maar zeker te zijn dat de juiste mens op het juiste moment op de juiste plaats zou staan met zijn gekke kruiwagen. Al was het ook niet allemaal voorbereid. De man die zijn wagen parkeerde in een veel te krappe garage was bijvoorbeeld wel een toevalstreffer. Misschien moet je deze reeks eerder zien als een uitvergrote versie van de Beeldspraak (de fotocolumn die Meuris iedere zaterdag schrijft, red.): ik zie dingen en daar denk ik iets bij. Dat is het zo’n beetje.” Jij trekt helemaal onvoorbereid op pad? “Ja. Je hoofdredacteur zal dat wel weten: toen ik nog voor Het Belang werkte (Meuris was in de jaren negentig journalist voor deze krant, red.), was ik de slechtst voorbereide journalist aller tijden (lacht). In het begin had ik wel wat schrik. Wat als ik niks tegenkom? Maar je komt altijd wel iets tegen. Ik vond het heel plezant om te doen. Als ik met mijn jas, helm en notitieboekje vertrok, zei mijn vriendin: ‘Je bent net Kuifje’ en zo voelde het ook. Een prima gevoel, volgens mij.” Ik had geen motorrijder in je gezien. “Ik heb een Honda Transalp, 600 cc, maar voor deze reeks rij ik op een Vespa die ik deze winter gekocht heb. Een heel tof machine met 125cc. Eigenlijk is het trouwens geen Vespa, maar een LML 125 Star Deluxe. LML staat voor Lohia Machines Limited, een Indiaas bedrijf. Diehards zullen zeggen dat het geen Vespa is. En gelijk hebben ze (lacht). Maar hij ziet er hetzelfde uit en ruikt en klinkt zo, dus noem ik het een Vespa. Het grote voordeel is dat je een paar zintuigen meer hebt dan in een auto. Het is ongelofelijk hoe je de natuur ruikt op een motorfiets.” Wanneer trek je je remmen dicht? “Bij dingen die me opvallen omdat ze afwijken van de norm. In Ellikom (Meeuwen-Gruitrode, red.) zag ik een bordje naast de weg met daarop ‘Schietlapclub’. Ja, dan ben ik geïnteresseerd. Een 91-jarig vrouwtje heeft me uitgelegd dat het om een sport gaat met ernstig te nemen reglementen. Ze schieten met een katapult knikkers naar kleine en grote bordjes. Aan het aantal bekers te zien, kunnen ze er iets van in Ellikom.” Weet je meteen waar een verhaal te rapen is? “Ik ga af op mijn buikgevoel. Ik ben zeker niet de slimste mens, maar wel een heel gevoelige. Mijn sensoren staan altijd op scherp. In Nieuwerkerken zag ik een 1,20 meter grote, betonnen hagedis in de voortuin. Ik kan er niks aan doen, maar dan stop ik. Of toen ik in Beverst (Bilzen, red.) plots een drie meter hoog, stalen object zag tussen twee buxussen. Ik belde aan en een blinde man vertelde me dat het ging om een experimentele windmolen die oorspronkelijk op het dak had gestaan, maar laat ons zeggen dat de verhouding opbrengst-gewicht niet optimaal bleek. Enfin, het huis dreigde in te zakken en nu stond hij dan maar in de voortuin.” Ben je in elke Limburgse gemeente gaan snuffelen? “Nee, Hasselt, Genk, Sint-Truiden en Tongeren zitten er niet in. Het gaat me eerder om de kleintjes. Voor mijn eerste rit heb ik me bijvoorbeeld afgevraagd: hoe ver kun je in Limburg naar het zuiden rijden? Ik ben uitgekomen in Kortijs, een deelgemeente van Gingelom. Ik had echt de indruk dat ik de eerste mens was die er ooit kwam.” Staat iedereen open voor een gesprek? “Nee, er zijn beperkingen. ‘Wat ben je hier aan het doen en is dat officieel?’, is een vraag die je beter niet stelt. Ik heb soms de indruk dat half Limburg in het zwart werkt. Twee zwaantjes wilden ook niet in de krant omdat ze tijdens hun dienst op café zaten. Nu, het was die dag ook dorstig weer. En ook in jachthaventjes ben ik twee keer afgewimpeld. Dat had ik nochtans wel willen weten: waarom komt iemand met een mooie, grote boot in Bocholt liggen en niet in pakweg Saint-Tropez?” Ze hebben nooit de politie achter je aan gestuurd? “Nee, toch niet. Over het algemeen verwondert het me hoe open mensen zijn. Als je het maar vriendelijk aanpakt. Er komt een man met een helm en handschoenen naar hen toe die zegt: ‘Mag ik iets vragen?’ En een kwartier later zijn ze dingen uit hun garage aan het halen of aan het vertellen over hun man die pas overleden is. Je moet wel meteen honderd procent open zijn over wie je bent en wat je komt doen. Zodat ze weten dat je hen niks komt aansmeren. Ik moet eerlijk zeggen: ik moet toch altijd een beetje schroom overwinnen, want zo vlot ben ik niet.” Er is geen stofzuigerverkoper verloren gegaan aan Stijn Meuris? “Nee, als ik een stofzuigerverkoper was, zou ik waarschijnlijk zelf iets kopen van mijn klanten in plaats van andersom (lacht).” Je bent voor veel mensen natuurlijk geen volslagen onbekende. “Dat kan een nadeel zijn, maar ook een voordeel. Soms spreken mensen je aan omdat ze je kennen en geraak je zo aan de praat. Maar eigenlijk worstel ik geweldig met mijn BVgeaardheid. Geloof me, ik bén geen BV. Dat zit niet in mijn genen. Maar ik weet intussen wel dat ik me dat niet meer moet wijsmaken. Wat vaak gebeurt, is dat je een half uur met iemand babbelt en pas helemaal op het eind zeggen ze: ‘Ik ken u wel hoor’ (lacht).”