Falende staat
Als je in de rest van de wereld zegt dat zij inwoner zijn van een gefaalde staat - een ‘failed state’ - dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel gaat het over een dictatuur en durft men je geen gelijk te geven. Ofwel gaat het om een democratie en zal men je verontwaardigd terechtwijzen voor die belediging. Niet zo in België, waar men zal roepen dat alles nog véél erger is dan men denkt. Zelfkastijding is naast surrealisme een van onze nationale specialiteiten. Geen wonder dat er dan in het buitenland geen limieten staan op de minachting voor ons land. “De waarheid mag gezegd worden”, hoor je dan. Maar zijn we wel een ‘failed state’? Onze gezondheidszorg is uitmuntend, de inkomenskloof in ons land is een van de kleinste ter wereld en ons onderwijs scoort uitzonderlijk hoog in alle rankings. Daarnaast kun je hier goed eten en drinken, betekenen we cultureel iets op wereldvlak en maakt heel Europa gebruik van onze weginfrastructuur. Nergens zijn meer mensen eigenaar van een hun woning en geniet men vroeger van zijn pensioen. Enkele miljarden wereldbewoners zouden maar wat graag proeven van deze ‘failed state’. Dat we soms de indruk hebben in een falende staat te leven, heeft te maken met de keerzijde van de medaille. We zijn een gemakzuchtig volk, met weinig ondernemingsgeest. En we werken te weinig en niet lang genoeg. We willen onze kinderen graag iets meegeven als we sterven (bij voorkeur in het zwart), maar liggen niet wakker van de immense factuur die we doorschuiven naar de volgende generaties. We zijn er allemaal zo van overtuigd dat we het beter weten dan de anderen, dat we de ingewikkeldste staatsstructuren van de hele wereld hebben en dat we liever belastingen heffen en subsidies uitdelen dan mensen en bedrijven zelf te laten beslissen wat ze met hun centen doen. We zijn genereus voor personen, maar wantrouwig voor groepen. We verfoeien de overheid, maar verwachten er tegelijkertijd alles van. We willen verandering, maar we willen vooral zelf niet veranderen. We zijn geen ‘failed state’. We zijn hoogstens een luie staat, die zich laaft aan het status-quo en problemen graag doorschuift naar volgende generaties. Maar is dat een Belgisch probleem? Of is dat een probleem van heel West-Europa? Ik kijk naar onze buurlanden en heb niet het gevoel dat ze het zoveel beter doen. Zeker Frankrijk niet. Wij zijn geen ‘failed state’. We zijn het terrasje in de zon, waar iedereen zich laaft aan de warmte, de drank en de hapjes, ondertussen klagend hoe slecht het gaat en zich niet afvragend wie straks de rekening zal betalen.