Cancellara (40ste) neemt afscheid van Roubaix met twee valpartijen
Aanvaller SEP VANMARCKE strandt op teleurstellende vierde plek
Sep vanmarcke in het spoor van Tom Boonen. Zij waren onze enige landgenoten in de kopgroep. “Was Parijs-Roubaix een koers over 255 kilometer kasseien, dan was ik dé topfavoriet”, zei Sep Vanmarcke drie dagen terug. Een uitspraak die gisteren gerechtvaardigd werd. Zowel op de kasseien van Mons-en-Pévèle, Carrefour de l’Arbre als Hem klokte de 27-jarige Anzegemnaar de snelste tijd van de dag. Vooral op de vijfsterrenstrook van de Carrefour de l’Arbre flirtte Vanmarcke met de eeuwige glorie van een solotocht richting de wielerpiste van Roubaix. “Ik voelde mij al de hele dag de sterkste op de kasseien en vond dat het toen mijn moment was. Toen ik zonder echt te forceren een voorsprong van tien seconden pakte, dacht ik dat ze mij niet meer gingen terugpakken. Er zat snelheid op. Het probleem was dat Boonen, Boasson Hagen, Stannard en Hayman keurig met vier bij elkaar bleven. Gesteund door de rugwind en het feit dat ze elkaar konden aflossen en daardoor meer snelheid maakten, pakten ze mij terug. Maar als ik het daar niet probeerde, moet je het nergens proberen en was ik een dommerik.” Vanmarcke, die zichzelf in augustus vorig jaar in de Ronde van de Poitou Charentes ontdekte als tijdrijder en zich op sindsdien meer en meer toelegt op die hardrijddiscipline, ging hard, maar kon niet weerstaan aan de druk van achteruit. “Het waren ook geen pannenkoeken, die achtervolgers. Maar ik mis ook nog gewoon de leeftijd en de daarmee gepaarde taaiheid om net dan nog een tand bij te schakelen en weg te blijven.”
Verzuurd in sprint
Vanmarcke zat in het slot à bloc, maar maakte niet dezelfde fout als in de Ronde van Vlaanderen 2013 door op alles en iedereen te springen. Gisteren was dat niet het geval. “De enige fout die ik maakte, was recht te staan tijdens de sprint. De verzuring schoot toen van mijn kuiten naar mijn oren. In de slotkilometers heb ik mijn beurten gedaan, maar ook niet meer dan dat.” Ook voor een Vlaamse entente met Tom Boonen was geen tijd. “Op zo’n moment speelt de nationaliteit geen rol en rijdt iedereen voor zich. Had ik zelf niet gewonnen, gunde ik het Tom wel. Hij heeft als een echte held gereden. Ik denk dat je hebt kunnen zien dat ik in de slotfase niet achter hem heb gereden. Het was aan de anderen om dat te doen.” Dat Vanmarcke niet kon winnen lag dus aan de taaiheid, de rugwind en de tegenstand, maar ook aan Dame Fortuna. Is ParijsRoubaix zoveel meer dan kasseien alleen, dan is Parijs-Roubaix zeker ook de koers van de pech. “Net voor het Bos van Wallers sukkelde mijn ploegmaat Maarten Tjallingii door de wind in de kant. Ik zat links van hem en belandde ook in het veld. In de achtervolging moesten we ploegmaats opofferen.”
Op het lijf geschreven
twee Ook nadien reed Vanmarcke nog eens lek en bracht Van Asbroeck hem terug. Werd er in de voorbije voorjaarskoersen kritiek geuit op de sterkte van LottoNL-Jumbo, dan was dat gisteren niet aan de orde. Toen Tony Martin nog op meer dan honderd kilometer van de meet het peloton in twee brak, waren de Nederlandse geelhemden met zes in de meerderheid. “De ploeg deed het fantastisch. Net daarom vind ik het spijtig dat ik hen niet meer kan teruggeven dan een vierde plaats. Zowel ik als de ploeg verdienden meer.” Na zijn tweede plek in 2013 werd Vanmarcke een grote toekomst voorspeld in de Helleklassieker. Een jaar later werd hij vierde, dit jaar opnieuw. Net als in 2013 trekt Vanmarcke naar huis met het gevoel dat hij hier ooit kan en zal winnen. De voorbije jaren maakte hij de fout zichzelf te veel druk op te leggen. Dat zal hij de komende jaren niet meer doen. “In principe kan ik hier elk jaar winnen. Deze koers is mij op het lijf geschreven. Ik blijf verder proberen totdat het eens zal lukken. Ooit zal het geluk aan mijn zijde staan”, aldus Vanmarcke, die zondag zijn uitstekende voorjaar -maar helaas enkel opgesmukt met enkele ereplaatsen - afsluit in de Gold Race.