Akkoord over databank met gegevens vliegtuigpassagiers
Na vijf jaar bakkeleien heeft het Europees Parlement gisteren een akkoord gesloten over de uitwisseling van de gegevens van vliegtuigpassagiers in Europa. De aanslagen van 22 maart hebben voor een relatief snelle doorbraak gezorgd.
BRUSSEL -
Met deze antiterreurwet krijgen nationale overheden toegang tot de passagierslijsten van luchtvaartmaatschappijen - de zogenaamde Passenger Name Records of PNR. De luchtvaartmaatschappijen hebben flink wat informatie over hun reizigers: naam, reisroute, data van reizen en betalingsmethode. Deze gegevens worden zes maanden bewaard en blijven dan nog eens vijf jaar versleuteld opgeslagen. Europees Parlementslid Hilde Vautmans (Open Vld) heeft echter bedenkingen. Ze noemt de richtlijn “een kleine maar noodzakelijke stap in de strijd tegen terreur”, maar betreurt dat “het uitwisselen van de gegevens niet verplicht is en dat er dus een vrijwillige uitwisseling tussen de gegevens van de 28 nationale PNR-databanken komt.” Haar collega Ivo Belet (CD&V) is het daar niet mee eens: “In mijn ogen is er een verplichte uitwisseling. Wel is het zo dat er duidelijke buffers bestaan voor wie de databanken mag consulteren. Een bijkomende garantie is het feit dat iedere Europese lidstaat een onafhankelijke waakhond krijgt om toe te zien op wie toegang krijgt tot de databanken.”
Geen wondermiddel
Belet is blij dat de richtlijn eindelijk is goedgekeurd. “Tot 22 maart lag een meerderheid bestaande uit groenen, socialisten en heel wat liberalen dwars. Zo wilden de groenen alleen de gegevens van passagiers die als verdacht een sterretje achter hun naam hadden, in de database opslaan. Zo werkt het echter niet. Het is triest te moeten vaststellen dat we de aanslagen in Brussel moesten afwachten om een doorbraak te forceren.” Net als het groene parlementslid Bart Staes stelt Vautmans dat “PNR helemaal niet het wondermiddel is tegen terrorisme.” Volgens haar heeft “de olifant een muis gebaard”. Vautmans pleit in dit verband voor “een doorgedreven Europese aanpak voor veiligheid” waarbij ze “Europol wil omvormen tot een Europese FBI”. “Ik weet dat de liberalen hiermee graag uitpakken”, zegt Ivo Belet. “Dat zou het ideale zijn, maar voor zoiets realiteit is, zijn we tien jaar verder. Het ideale is vaak de vijand van het goede.”