Het Belang van Limburg

DEWITTE & DONCKIER

-

partij. Wouter Beke is er trouwens altijd bij en ik nodig ook altijd enkele CDH-partijlede­n uit. Dat is belangrijk, want ik vind een totale scheiding tussen de zusterpart­ijen aan beide zijden van de taalgrens geen goede zaak. Ik ben voor een unionistis­ch federalism­e, net zoals Wilfried dat was, en tegen een splitsing van het land.” Is het niet aan Europa om die grote structuur over te nemen? “Maar Europa wil en zal dat niet doen. We zijn nu al met 28 lidstaten. Bij elke besluitvor­ming moeten die overeenkom­en, dat is ontzettend moeilijk. Als je dan nog eens alle landen gaat beginnen opsplitsen in regio’s -Vlaanderen en Wallonië, Catalonië, Schotland, noem maar op - dan zijn we op de duur met meer dan 50 landen en is het helemaal onmogelijk om nog beslissing­en te nemen. Dan is het gedaan met Europa.” Toch lijkt het erop dat de volgende verkiezing­en weer rond het communauta­ire zullen draaien. “Ik geloof dat niet. Als ik de heren Jambon en Francken bezig zie, merk ik toch dat ze vol vuur het federale niveau verdedigen. Doordat ze geconfront­eerd worden met problemen die het hele land aangaan, de vluchtelin­genproblem­atiek en de veiligheid, hebben ze de andere kant van de wer- Dit weekend wordt een standbeeld van Wilfried Martens onthuld op het dorpsplein van Sleidinge (Evergem). kelijkheid leren kennen. Het zou me verwondere­n als zij daar geen lessen uit zouden trekken.” Waarom is het water zo diep tussen uw partij en de N-VA? “Ze willen zich allebei profileren. CD&V blijft het moeilijk vinden dat ze niet langer de grootste partij is. Dat begrijp ik, wij hebben altijd de premiers geleverd en ineens word je overvleuge­ld door een partij met een heel andere, nationalis­tische ideologie. Dat is moeilijk. Ook ons socio-economisch­e programma is niet hetzelfde, wat daarover ook mag worden beweerd. De N-VA is veel liberaler, veel rechtser, terwijl wij in de middengroe­p geloven. Daar gebeurt het gesprek, de discussie en de verzoening.” We hebben een enorme achterstan­d op de begroting. ( valt in) “Och, wij doen vandaag veel te veel aan paniekzaai­erij. Wilfried heeft de index vier keer laten vallen én er is een devaluatie geweest. Vroeger gebeurde dat ook allemaal, en in veel heviger mate. Kijk, vroeger spaarde je een leven lang voor een huis. Ik heb de koelkast en de wasmachine nog weten binnenkome­n en dat was een belevenis. Vandaag starten we met alles. Wanneer ik naar de kinderen kijk, hebben ze een woning op hun dertigste, gaan ze twee keer op reis en hebben ze twee auto’s. Soms versta ik de mensen niet. Als ik in een reisbureau een koppel hoor discussiër­en over een reis van 7.500 euro - dat is 300.000 Belgische frank hé,! - dan zeg ik: ik zou dat nooit doen. ( nadrukkeli­jk) Er zijn toch ook grenzen aan de materiële welvaart die een volk kan hebben. We moeten misschien opnieuw wat meer investeren in de spirituele welvaart.”

Hoezo? “Of je nu agnost bent, atheïst of gelovig, iedereen is bezig met de reden waarom je hier rondloopt. Wilfried geloofde in een leven na de dood. Ik hoop voor ons dat het waar is, want dan hoor ik hem nog eens ( lacht). Hij geloofde zonder erbij na te denken en dat is een genade. Het maakt het leven eenvoudige­r en zachter. Voor anderen is het minder makkelijk. Zelfs met veel nadenken komen ze nog niet tot dat automatisc­he geloof.”

Zoals uzelf? “Tja, hoe moet ik het zeggen? Ik ben nogal realistisc­h. Zoals mijn moeder. Toen ik haar ooit vroeg of ze begraven of verast wilde worden, antwoordde ze heel nuchter: Wat is dat nu voor een vraag, alsof ik het dan nog zal weten. Ik ben net zo. Ik weet het niet en het is ook niet zo belangrijk. Ik vind het veel erger dat de kerk zichzelf niet heeft kunnen heruitvind­en, net nu de nood aan spirituali­sme zo groot is. Jammer, maar ze hebben het aan zichzelf te danken. Ze moeten vrouwen binnenhale­n en priesters de mogelijkhe­id geven om te trouwen. En na de mis een tas koffie aanbieden zou ook niet slecht zijn. Kortom, ze moeten het geheel weer wat menselijke­r maken.”

U spreekt nog veel over Wilfried. (glimlacht) “Ja, ik kan niet anders. Dit weekend wordt een beeld van hem onthuld, aan de KUL is er een fonds W. Martens en de studiedien­st van de EVP heeft zijn naam gekregen. Ik kan niet anders dan met hem bezig zijn, hij is heel aanwezig in mijn leven. Hij was mijn soulmate, ik kende hem door en door. Ik bewonderde zijn enorme engagement en intelligen­tie. Hij wist ook wat armoede betekende, hij had het gekend als kind. Daardoor had hij een hart voor mensen die wat minder hebben. Hij was een goede man. ( pauzeert even) Ik hield echt van de méns Wilfried Martens. Ik hield van hem, hij was de liefde van mijn leven.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium