“De pensioenhervorming is een ezelsstamp voor het onderwijs”
Onze kinderen hebben recht op goed onderwijs. Daarom hebben scholen nood aan
goed en hoogopgeleide mensen. Die hebben recht op waardering, maar ze krijgen die alleszins niet van de federale regering.
Die heeft maatregelen gecommuniceerd die - als ze uitgevoerd worden - tot
gevolg hebben dat onderwijspersoneelsleden hun pensioen zien dalen
met 15 tot 20 %. “Wij vinden dat het hoger onderwijs juridiseert. Elk jaar opnieuw hebben we schrik, op het einde van de examenperiodes.” Het zijn bezorgdheden die mijn
collega’s delen in de wandelgangen van de hogeschool. Het is bang
afwachten na de bekendmaking van de examenresultaten, want
studenten hebben vijf dagen de tijd om hun cijfer aan te vechten voor een ‘interne beroepscommissie’. De federale regering probeert deze maatregelen te verkopen onder het mom van een ‘harmonisering’. Hiermee bedoelt ze dat wat in de privésector niet bestaat, ook niet kan bestaan in de overheidssector. En dus moet het overheidspensioen dalen. Volgens de onderwijsvakbonden wil de federale regering niet harmoniseren, maar besparen. Een echte harmonisering had immers ook kunnen inhouden dat er maatregelen werden genomen die de privépensioenen zouden doen stijgen. Want het zijn net die pensioenen die te laag zijn, het zijn niet de overheidspensioenen die te hoog zijn. Al te vaak wordt ook verzwegen dat ondanks de hoge sociale bijdragen de wettelijke privépensioenen in België bij de laagste van Europa zijn en zelfs flirten met de armoedegrens. Het is dus niet voor niets dat die wettelijke pensioenen dikwijls aangevuld worden met extra legale pensioenen. Een echte harmonisering met de privésector zou bovendien ook inhouden dat het loonpakket van de personeelsleden van het onderwijs - als hooggeschoolde kaderleden - ook zou Als dat gebeurt, zijn we in het slechtste geval vertrokken voor een procedure van een drietal maanden. De student kan namelijk ook naar de Vlaamse Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen stappen om daar zijn zaak voor te leggen. En dat aantal ‘externe klachten’ stijgt, zoals deze week is gebleken. De cijfers liegen er niet om. Terwijl de Raad in zijn eerste jaar slechts 49 klachten behandelde, moesten de rechters in 2014 216 en in 2015 256 zaken beslechten. Dat is een stijging met 19% tegenover 2014. Bovendien vertegenwoordigt dit cijfer maar het topje van de ijsberg. Het aantal studenten die binnen de eigen hoger onderwijsinstelling hun resultaat proberen