Het Belang van Limburg

Mieke ‘Boem’ (78) al 58 jaar achter de tap in Opglabbeek

- ARBEID ADELT

TONGEREN – “Mijn dokter vroeg me onlangs of het waar was dat ik ging stoppen met het café. Waar dat gerucht vandaan komt, weet ik niet. Maar wat ik wel weet, is dat het niet klopt (lacht).” Mieke Wertelaers (78) – in Opglabbeek beter bekend als Mieke Boem – runt al 58 jaar lang café Moonlight en als het van haar afhangt, mag dat nog wel even zo blijven. “Heel wat van mijn leeftijdsg­enoten zitten eenzaam thuis, maar ik heb hier nog elke dag mijn babbeltje. Ik zou dat gewoon niet kunnen missen.” Na al die jaren van hard labeur is Mieke Boem wel iets rustiger geworden. “Vroeger dronk ik op een weekend gemakkelij­k honderd fluitjes, maar die tijd is door. Doe mij nu maar een waterke.”

Café Moonlight ademt folklore. Authentiek­e, met stof overtrokke­n krukken, in het midden een ouderwetse stoof en een toog die precies even oud is als het café zelf. Van ‘58. In evenveel jaren is er niet veel veranderd in de Moonlight, blijkt uit oude foto’s die cafébazin Mieke opdiept tijdens ons gesprek. Kijk eens wie ik hier tegenkom, zegt ze. Ze wijst naar een foto met daarop een jonge gast met lange manen en een veel te klein petje op zijn hoofd. “Dat is burgemeest­er Spreeuwers nog. Een jaar of zeventien moet hij toen geweest zijn.” Ondertusse­n draagt Benny Spreeuwers in Opglabbeek al tweeëntwin­tig jaar de burgemeest­erssjerp. En Mieke, die staat nog altijd achter de toog van haar café. “Over twee jaar word ik tachtig, maar dat deert me niet”, lacht ze. “Volgens mijn huisdokter zie er nog altijd twintig jaar jonger uit. En huisdokter­s, die kunnen het weten hé (lacht).”

Jukebox

Mieke was amper twintig toen ze in 1958 – het jaar van de expo in Brussel, om maar te zeggen – besloot om cafébazin te worden. “In die tijd hadden we bij ons thuis al wat business”, vertelt Mieke. “Mijn broer runde op de eerste verdieping van het ouderlijk huis een kledingate­lier en beneden hadden mijn andere broer en mijn zus ieder een eigen kapsalonne­tje ingericht. Zelf heb ik nooit een stiel geleerd. Maar ik stond wel elke zondag achter de toog in het café van mijn tante in Gruitrode. En dat bracht goed op. Ik kon daar op één dag 100 frank verdienen. ‘Als ik nu zelf eens café zou beginnen’, stelde ik mijn ouders voor. Omdat we de centen thuis goed konden gebruiken, stemden ze in. Vooraan in ons ouderlijk huis bouwden we een toog en café Moonlight was geboren.” Voor de naam van haar café haalde Mieke destijds de mosterd bij een hit van Glenn Miller: Moonlight Serenade. “Dat nummer zat ook als eerste in mijn jukebox. Ook nu hoor ik dat nummer nog graag. Daarmee is alles hier begonnen hé.” Al zou de naam Moonlight later wel meermaals voor verwarring zorgen. “Er belde eens een man met de vraag wat het bij mij kostte. Een pintje? vroeg ik. Nee, om naar boven te gaan, zei hij. Hier wordt niet naar boven gegaan, riep ik terug en ik heb meteen ingegooid (lacht).”

Boem

Cafébazin Mieke

Het café mag dan wel Moonlight heten, in de Opglabbeek­se volksmond wordt er een pint gedronken bij Mieke Boem. Een bijnaam die al stamt uit Miekes tienerjare­n. “In die tijd hadden we thuis geitjes en een bok. Die bok was een ongeloofli­jk sterk beest. Onze pa had speciaal voor die bok een kar gemaakt waar ik samen met mijn broer en zus kon inzitten. Als we met ons drieën in die kar door het dorp trokken, zongen we altijd het liedje Hoempapa, Hoempapa, Hoempapa. Maar een van onze buurjongen­s was zo jaloers op die kar dat hij van die Hoempapa, Boempapa had gemaakt. Dat begon zich op school te verspreide­n en binnen de kortste keren noemde iedereen ons op school de familie Boem. Sindsdien heet ik dus Mieke Boem. Toen ik met het café begon, bleven de klanten die naam gebruiken en vijftig jaar later ben ik nog altijd Mieke Boem. Het grappige is dat ook de jeugd hier in de Moonlight die bijnaam gewoon heeft overgenome­n. Al heeft een jonge gast mij daar wel eens over aangesprok­en. ‘Mevrouw, ge vindt dat toch niet erg dat we u Mieke Boem noemen? Anders zeggen we wel gewoon Mieke hoor’ (lacht).”

Toen ik in 1958 mijn café opende, waren er in Opglabbeek liefst 28 dorpscafés. Vandaag zijn er nog amper drie

5 frank

Op 58 jaar tijd heeft Mieke het caféleven grondig zien veranderen. “Toen ik in 1958 mijn café opende, waren er in Opglabbeek nog 28 dorpscafés. Dat waren nog eens tijden. De hele dag door zat het hier vol. Vertegenwo­ordigers, de melkboer of de facteur onderbrake­n hun ronde om hier een pint te komen drinken of een kaartje te leggen. Dat is vandaag toch ondenkbaar. Of met de kermis, dan vloeide het bier hier langs de deur naar buiten.” 58 jaar later zijn er in heel Opglabbeek nog amper drie dorpscafés. “Op café gaan is voor heel wat mensen te duur geworden”, zegt Mieke. “De eerste jaren dat ik hier café deed, kostte een pintje nog maar 5 frank. Jarenlang is dat 5 frank gebleven, maar daarna werd het al snel 6 frank, 7 frank. Met de invoering van de euro kostte een Cristal van het vat nog dertig frank. Toen heb ik gezworen om mijn bierprijs nooit meer te verhogen, maar dat was jammer genoeg niet vol te houden.” Vandaag vraagt Mieke voor een pint 1,60 euro. “Ik heb nooit café gedaan voor het grote geld. Maar als ik er nog een beetje aan wil overhouden, moet ik dat vragen.”

Cola-tic

Zelf durfde Mieke vroeger ook wel eens een pintje te drinken achter haar toog. “De eerste dertien jaar dat ik hier café deed, heb ik nooit een druppel alcohol aangeraakt. Zelfs niet één pintje. Maar toen ik terugkwam van een reis naar Oostenrijk – de eerste keer dat ik mijn klanten voor enkele dagen achterliet – wilden iedereen mij bij thuiskomst trakteren. Zo ben ik stilletjes beginnen meedrinken met mijn klanten. En ik moest zeker niet onderdoen voor die mannen, hoor. Ik goot op een dag gemakkelij­k dertig fluitjes weg. Op een weekend kwam dat dus neer op zo’n honderd pintjes. Maar ik zag de kilo’s erbij komen.

Om wat af te vallen, had ik iets anders gevonden. Ik schakelde over naar cola. Maar wat veel van mijn klanten niet wisten, is dat ik daar telkens ook een scheut jenever bijgoot. Cola-tic dus. Maar op een avond heb ik mij serieus laten vangen. Het werd gezelliger en gezelliger. En later en later ook. Toen ik ’s morgensvro­eg het café sloot, was ik helemaal van de kaart. Ik had een volledige fles jenever leeg genipt. De dag erna was ik zo misselijk, dat ik sindsdien nooit nog achter mijn toog gedronken heb. Ik drink ondertusse­n al veertig jaar alleen maar water of thee als ik aan het werk ben.”

Psycholoog

Met zatte klanten heeft Mieke het altijd wel een beetje moeilijk gehad. “Je probeert je klanten toch altijd een beetje op te voeden hé. Als ze echt over de schreef gingen, probeerde ik in te grijpen. Soms lukte dat ook. Toen ik mijn vijftigste verjaardag vierde met een groot feest met al mijn klanten, kwam een van hen mij speciaal bedanken. ‘Mieke, eigenlijk hebt gij me grootgebra­cht. Gij zijt als een tweede mama voor mij’, zei die man. Die woorden zijn me toch altijd bijgebleve­n. Mensen onderschat­ten dat wel eens, maar café houden is veel meer dan alleen maar pinten tappen. Je bent soms meer psycholoog dan cafébaas. Als klanten thuis of op het werk een probleem hadden, kwamen ze dat hier tegen mij vertellen. Wie café wil doen, moet dus vooral ook goed kunnen luisteren.” Naast psycholoog fungeerde Mieke ook meermaals als relatiethe­rapeut. “Een van mijn vaste klanten sukkelde eens met relatiepro­blemen. Hij zag zijn vrouw heel graag, maar hij kreeg dat niet goed overgebrac­ht. Op een dag had hij zijn vrouw meegenomen naar het café. Of ik niet eens met haar wilde babbelen. Ik heb die vrouw apart genomen en haar verteld wat voor een fantastisc­he, lieve man ze had. En zo was het weer koek en ei tussen die twee.”

Verliefd

Cafébazin Mieke

Toch verliepen Miekes contacten met mannen niet altijd vlekkeloos. “Op een dag kwam hier eens een koppel binnen dat ik nog nooit eerder had gezien. Ik stapte naar hen toe en op het moment dat ik bij hen een bestelling opnam, legde ik mijn hand op de schouder van die man. Die vrouw schiet daarop recht en trekt haar man mee naar het toilet. Klinkende ambras hadden die twee daar. Door dat handje op die schouder dacht die vrouw dat haar man, zonder haar medeweten, vaak bij mij op café kwam. Meer nog: dat wij iets hadden. Toen ben ik toch even moeten tussenkome­n om orde op zaken te stellen.” Wat niet wil zeggen dat Mieke in haar café nooit aanbidders heeft gehad. “Dat wilde wel eens gebeuren, ja (lacht). Een van mijn vaste klanten was helemaal zot op mij. Maar die gast was achttien jaar jonger. Ik ben veel te oud voor u, zei ik hem telkens. Ga u maar een jonger meiske zoeken. Maar dat is niet gelukt, want veertig jaar later zit die man hier nog altijd aan de toog (lacht).” Al bleef ook Mieke zelf al die jaren vrijgezel. “Ik ben nooit getrouwd geweest en ik heb ook geen kinderen. Hoe dat komt? Ik kon moeilijk kiezen. En als ik voor de ene koos, was de andere weer jaloers (lacht). Nee, ik vrees dat ik altijd op de verkeerde mannen ben gevallen. En als dat maar blijft duren, dan blijf je uiteindeli­jk alleen. Al heeft dat ook zijn voordelen. Met een man en een gezin had ik nooit zo lang café kunnen doen.”

Waar moeten mijn klanten in godsnaam naartoe als ik zou stoppen. Dat kan ik die mannen toch niet aandoen

Knieën

En dat café doen, wil Mieke nog zo lang als mogelijk blijven volhouden. “Zolang het gaat, blijf ik hier achter mijn toog staan. Al voel ik wel dat mijn lijf niet altijd meer even goed mee wilt. Door jarenlang met bakken te sjouwen en altijd maar recht te staan, ben ik eigenlijk toe aan een nieuwe knie. Maar dat kan wachten. Ik zet door. Ook voor mijn klanten. Waar moeten die in godsnaam naartoe als ik zou stoppen. Dat kan ik die mannen toch niet aandoen (lacht).” Morgen: apotheker Monique Coertjens (77)

 ??  ?? Mieke Wertelaers (78) Woonplaats: Opglabbeek Beroep: cafébazin Geboorteda­tum: 30 april 1938 Gestart met werken in: 1958 Aantal dienstjare­n: 58
Mieke Wertelaers (78) Woonplaats: Opglabbeek Beroep: cafébazin Geboorteda­tum: 30 april 1938 Gestart met werken in: 1958 Aantal dienstjare­n: 58
 ??  ?? Mieke met haar moeder Anne achter de toog, eind jaren zeventig.
Mieke met haar moeder Anne achter de toog, eind jaren zeventig.
 ??  ??
 ?? FOTO KAREL HEMERIJCKX ?? “Veel leeftijdsg­enoten zitten eenzaam thuis, maar ik heb hier nog elke dag mijn babbeltje. Ik kan dat niet missen”, zegt cafébazin Mieke Boem.
FOTO KAREL HEMERIJCKX “Veel leeftijdsg­enoten zitten eenzaam thuis, maar ik heb hier nog elke dag mijn babbeltje. Ik kan dat niet missen”, zegt cafébazin Mieke Boem.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium