VLAANDEREN IN ORDE MET WITTE KASSA, WALLONIË NOG NIET
Bijna alle Limburgse horecazaken komen wet na
In Limburg zijn bijna alle horecazaken die dat moeten, ook in orde met de witte kassa. Net als in Oost- en West-Vlaanderen. In Antwerpen en Vlaams-Brabant is nog 15 procent niet in orde. Het contrast met Wallonië en Brussel is in elk geval groot: daar heeft nog niet de helft een witte kassa.
De cijfers komen van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). Hij antwoordt daarmee op een vraag van zijn partijgenoot Werner Janssen die gevraagd heeft om het aantal zaken dat een witte kassa moet gebruiken en het aantal geregistreerde kassa’s per provincie met elkaar te vergelijken.
Zo blijkt dus dat Vlaanderen het goed doet, maar dat in Brussel maar 44 procent van de horecazaken een witte kassa heeft. In heel Wallonië heeft in geen enkele provincie meer dan de helft van de zaken een witte kassa. “De horecafederaties in Brussel en Wallonië zeggen tegen hun leden dat de witte kassa illegaal is”, zegt Filip Vanheusden, voorzitter van Horeca Vlaanderen. “We zijn met alle federaties trouwens de nieuwe regels opnieuw aan het aanvechten bij de Raad van State, want die vinden we nog altijd niet eerlijk. Ik durf zeggen dat het voor 90 à 95 procent van de horecazaken nog altijd niet lukt om 100 procent in het wit te werken.”
Horeca Vlaanderen is niet verbaasd over het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. “De horecafederaties uit Wallonië en Brussel zeggen tegen hun leden dat die witte kassa illegaal is”, weet Filip Vanheusden, voorzitter van Horeca Vlaanderen. “Ze geven hun leden een attest mee dat ze bij een controle kunnen voorleggen waarmee ze zich zogezegd juridisch indekken. We zijn met de drie federaties in augustus opnieuw naar de Raad van State gestapt om ook die 25.000 euro-regel te schrappen. Want nu moet een café dat 500.000 euro omzet draait, waarvan 24.000 euro uit eten, geen witte kassa hebben. Maar een café met 100.000 euro omzet waarvan 26.000 euro uit eten, wel. Dat is niet eerlijk. Ook de regels voor de 360 overuren, waarbij bruto gelijk is aan netto, zijn in de praktijk niet uit te voeren. Want die mogen we alleen gebruiken in uitzonderlijke omstandigheden. Zo mag ik een zieke kok wel de dag erna vervangen door een collega, maar een dag later alweer niet. Door al die moeilijkheden durf ik zeggen dat het voor 90 à 95 procent van de horecazaken nog altijd niet mogelijk is om 100 procent in het wit te werken.”