“Risico hoort bij de motorsport”
Loodzware balans voor circuit van Zolder: vier doden in twee jaar
Met liefst vier dodelijke motorongevallen in nauwelijks twee jaar rijzen opnieuw vragen over de veiligheid op het circuit van Zolder. “Vier doden zijn er uiteraard vier te veel”, klinkt het bij de Motorsportschool HeusdenZolder, dat de meeste motorraces op het circuit organiseert. “Wij hanteren de strengste veiligheidsnormen, maar een zeker risico is inherent aan deze sport.” Gunther Schroven (41), Pim van den Berg (19), Joël Rogiers (44) en Bernard Parys (25). Alle vier lieten ze de afgelopen twee jaar het leven op het circuit van Zolder na een fatale crash met de motor. Daarmee laait de discussie over de veiligheid van het Limburgse racemekka opnieuw in alle hevigheid op. Is het verantwoord om amateurs een circuit op te sturen op tweewielers die makkelijk topsnelheden boven de 200 km/uur halen? “Wat is het alternatief ?”, vraagt Hans van De Ven zich af, eigenaar van de Motorsportschool in Heusden-Zolder, die al 22 jaar motorevents op het circuit organiseert. “Wij laten liefhebbers en professionals in de meest veilige omstandigheden racen, zonder dat ze daarvoor de openbare weg onveilig moeten maken. Wie op een motor kruipt, weet dat er een zeker risico aan vasthangt. Anders kan je beter gaan vissen. De afgelopen twintig jaar is het aantal pk’s van de motors verdubbeld. Of er daardoor meer ongelukken gebeuren? Misschien wel. Gemiddeld valt er op het circuit om de twee jaar een dode. Vier slachtoffers in nauwelijks twee jaar is uitzonderlijk veel. Dat zijn zware klappen voor ons als club. Na elk ongeval stellen we onszelf en onze veiligheidseisen in vraag. Daaruit is telkens gebleken dat ons niets te verwijten valt. Wij hanteren de strengste normen die er zijn. Donderdag was er binnen de twee minuten een ziekenwagen ter plaatse, terwijl negentien camera’s continu de baan in de gaten hielden. Maar als je wilt dat er helemaal geen slachtoffers meer vallen, moet je stoppen met racen.”
Te druk op circuit?
Tijdens de internationale testdag van afgelopen donderdag zaten er 65 motards op het circuit, wat volgens een aanwezige getuige “veel te veel was.” Het dodelijke ongeval gebeurde immers nadat een achterligger het slachtoffer niet meer kon ontwijken. “Met zo veel motards moest het vroeg of laat mislopen”, aldus de getuige. “Nochtans zijn die maximumaantallen wettelijk vastgelegd”, benadrukt Van De Ven. “Ons circuit is met vier kilometer allesbehalve kort. Daarnaast kan je uit die aantallen niets over de veiligheid afleiden. Hoe meer motards op de baan zitten, hoe lager de gemiddelde snelheid. Bij de dodelijke crash van afgelopen zomer waren ‘maar’ 34 piloten aan het racen.”
“Geen problemen vastgesteld”
Toch is er volgens de Belgische Motorrijdersbond (BMB) wel degelijk ruimte voor verbetering. “Als nationale federatie inspecteren wij jaarlijks elk circuit en stellen wij een draaiboek op rond veiligheid”, zegt nationaal secretaris Stijn Rentmeesters. “Zo leggen wij onder meer verplichtingen op rond de aanwezigheid van hulpdiensten, het maximum aantal rijders en de aanbreng van stootkussens. Probleem in België is dat er geen verplichting is om ons als federatie bij een race of training te betrekken. Een privéorganisatie kan op eigen houtje een race organiseren zonder dat ze daarbij aan onze veiligheidseisen moeten voldoen. Dat moet veranderen. Het circuit van Zolder is wat dat betreft nog een van de goede leerlingen, maar elders in het land zien we genoeg zaken die niet door de beugel kunnen.” De FOD Economie benadrukt dat organisatoren van races waar ook particulieren aan kunnen deelnemen - zoals in Zolder regelmatig het geval is - altijd een risicoanalyse moeten maken en de nodige preventiemaatregelen moeten voorzien. “Na het ongeval in juni hebben we in Zolder een controle gehouden”, zegt woordvoerder Johan Verbelen. “Er zijn toen geen problemen vastgesteld. Uiteraard volgen we ook de crash van donderdag op.”