“Vinden geen grasmanagers”
Geen gesjoemel met veldverwarming in Westerlo
AA Gent leed in Westerlo op een dramatische grasmat voor de 8ste keer in 9 uitwedstrijden puntenverlies en hield er enkele spelers met pijntjes aan over. Zij zijn onzeker voor het Europees duel in Konya. “Je gaat mij niet vertellen dat de veldverwarming aan was”, foeterde Hein Vanhaezebrouck. En toch stond ze op, zij het iets te laat. Scheidsrechter Christophe Dierick twijfelde vooraf zelfs even of het duel kon doorgaan. Na de match, in de gang naar de kleedkamers, maakte Gent-coach Hein Vanhaezebrouck zich kwaad tegen collega Jacky Mathijssen over de omstandigheden waarin de match had moeten doorgaan. “Als de veldverwarming opstond, dan zou ik toch even de fabrikant bellen. Komaan zeg.”
En toch was dat het geval. “De verwarming stond absoluut aan”, bevestigt Nand Verboven, de terreinverantwoordelijke in Westerlo. “Al geef ik toe dat ze pas twee dagen op voorhand is aangezet, terwijl je idealiter een week op voorhand moet beginnen te verwarmen.”
30 kilometer buizen
Sinds 2010 is veldverwarming in principe verplicht in eerste klasse, maar het is geen toverformule zoals velen denken. De meeste clubs hebben een systeem van buizen onder het gras waardoor warm water stroomt, zo ook Westerlo. Een voetbalveld wordt verwarmd door gemiddeld 30 kilometer (!) buisjes waardoor water stroomt dat niet té warm mag worden om het gras niet te beschadigen. Het systeem moet daarom zeker een week vooraf opgestart worden als het niet voorverwarmd is. “Er is geen controleur die de clubs afgaat om te kijken of de verwarming aan staat”, zegt kalendermanager Nils Van Branteghem, die voor de Pro League werkt, de verzameling eersteklassers. “De Pro League werkt met een resultaatverbintenis. Als clubs hun best niet doen, laat staan moedwillig hun verwarming niet aan zouden zetten, dan riskeren ze een zware financiële sanctie.” Westerlo was niet in gebreke, want ref Dierick oordeelde dat er gespeeld kon worden.
Grasmanager
In de debatten over de professionalisering van het Belgisch voetbal, wordt de kwaliteit van onze grasmatten nauwelijks betrokken. Zelfs pogingen van greenkeepers om zich te verenigen en knowhow uit te wisselen wordt door sommige clubs tegengewerkt. Een grasmanager of een grasbeleid is er niet. “Een groot probleem is dat je nauwelijks of geen onafhankelijke experten vind”, zegt Van Branteghem.