“Namenaars hebben een band met Limburgers”
Christophe Deborsu schrijft toeristische gids over Namen
Afgelopen zaterdag gingen zo’n 1.500 fuifbeesten uit hun dak in de Ethias Arena tijdens de tweede editie van Extrema Noir, de hoogmis voor liefhebbers van dance, house en techno. Én voor zij die een lief zoeken, zo blijkt:“Extrema is voor vrijgezellen, Winterland voor koppels.” Kerstbomen, glühwein, feestverlichting en melige liedjes op de radio. Yep, it’s that time of year again. Maar niet op Extrema Noir. Dance, house en techno, oogverblindende laserbeams, rookmachines, een zweverig publiek met hooggespannen verwachtingen en niemand die let op de subtiel geplaatste dennentakjes aan het plafond. Lauren Detrez (22), Cindel Surinx (21) en Cynthia Snijckers (20) uit Dilsen-Stokkem arriveren als eersten. “Op onze tickets stond dat de deuren opengingen om 22 uur”, zeggen ze verbaasd wanneer ze een nog lege zaal binnenstappen. Het feest moet nog beginnen, maar ze zijn niet van plan naar huis te gaan voor 7 uur ’s ochtends: “De muziek, de sfeer, Extrema is gewoon extreem geweldig.” Kim Philips (35) en haar vriend Dominic Vansimpsen (32), afkomstig uit Herk-De-Stad, verkiezen de tweede kleinere zaal. “Hier is het minder commercieel, en het geluid is beter”, spreekt hij als een echte kenner. “Ik ben zelf dj en niets evenaart deze ambiance en de goede muziek.” Voor Neerpeltenaar Jan Emmers (20) en zijn vriend Dries Pellens (20) is de nacht nog jong: “Vrijgezellen komen naar Extrema Noir en koppels gaan naar Winterland.”
Ontgoocheling
De eerste editie vorig jaar in Antwerpen trok vlotjes 5.000 bezoekers. Een groot verschil met de opkomst hier in Hasselt. “December is sowieso een dure maand, veel mensen blijven rond deze tijd liever gezellig binnen. Hier vind je ook niet de A-list artiesten, want die zijn voorbehouden voor Extrema Outdoor tijdens het Pinksterweekend”, verklaart een ietwat ontgoochelde marketing manager Cedric Claes. “We hebben de inkomprijs recent laten zakken zodat onze fans er zeker bij konden zijn. Diegenen die al eerder een ticket kochten, worden terugbetaald.” Enkele Antwerpenaren hebben zich niet laten tegenhouden door de afstand en de vrieskou. “Antwerpen is misschien wat internationaler en dat trekt meer mensen aan”, zeggen ze. “Maar je kan en mag Extrema niet missen.”
Heeft u vijf minuten, vijf dagen of een heel leven lang de tijd? Dan moet u volgens Christophe Deborsu Namen eens bezoeken. Met zijn nieuwste boek ‘Le Petit Deborsu: Namen’ wil de 51-jarige Waalse journalist zijn Nederlandstalige bovenburen naar zijn geboortestad lokken. Want naast de tweede mooiste citadel van Europa heeft de Waalse hoofdstad nog heel wat meer te bieden. “Ik zou iedereen aanraden om eens een boek te schrijven over je eigen stad. Dat opent je ogen”, vertelt Deborsu. Op slechts anderhalve kilometer van afrit 14 op de E411 vindt u een mooi uitkijkpunt op de stad waar Samber en Maas samenvloeien. Zo heeft u Namen op slechts vijf minuten gezien. Wie toch iets meer van de stad wilt ontdekken, vindt heel wat tips en verhalen in ‘Le Petit Deborsu: Namen’. “Slechts een op vijf toeristen die naar Namen komt, is een Vlaming. Dat vind ik een beetje te weinig”, geeft Christophe Deborsu toe. “Vlamingen en Walen zijn goede buren en goede buren moeten elkaar toch een beetje kennen. Namen leent zich daar, als toegangsdeur van Wallonië, perfect toe. Bovendien wordt er heel deftig Nederlands gesproken, wat een bezoek toch gemakkelijker maakt.”
Slak
Deborsu vindt Namen de meest onthaastende stad van België. Het is dan ook geen toeval dat het symbool van Namen de slak is. “Namenaars hebben dus een grote band met Limburgers”, benadrukt hij. “Wij hebben alle twee de reputatie van traag te zijn. De Limburgers zijn de trage Vlamin-
Christophe Deborsu gen en de Namenaars de trage Walen. Er zijn ook talloze anekdotes in de geschiedenis over hoe de Namenaars altijd te laat kwamen. Maar dat maakt de stad net zo aantrekkelijk.” Deborsu deelt in het boek ook zijn geheimste plekjes om tot rust te komen. “De enige plek in Namen waar je gratis eten kan krijgen, is een boekhandel. Daar kan je bladeren door de boeken en tegelijk genieten van een gratis tas soep”, legt hij uit. “De kans bestaat dat het daar nu een pak minder rustig gaat zijn, maar ik kon het plekje toch niet geheimhouden.” De journalist is een echte Namoureux (de samensmelting van Namen en amoureux, red.) en dat stopt hij niet onder stoelen of banken. Het staat zelfs in het groot op zijn wagen. Deborsu betaalde met plezier duizend euro voor de nummerplaat ‘Namur’. “Ik zocht nog een leuk geschenk voor mijn vijftigste verjaardag. Ik wilde geen groot feest, want we hadden net ons huwelijksfeest achter de rug, dus koos ik maar voor een speciale nummerplaat”, legt hij uit. “De naam van mijn vrouw was al in gebruik, dus is het ‘Namur’ geworden. Het is een beetje een gekke uiting van liefde voor mijn stad”, lacht hij. “En zo was ik er ook zeker van dat er een echte Namenaar met deze nummerplaat rondrijdt. Mensen vinden het grappig en dat is ook de bedoeling. Het voordeel is ook dat de Namense voetbalploeg pas in vierde klasse D meespeelt en dus ook geen vijandige reacties kan uitlokken.”
“De naam van mijn vrouw was al in gebruik. Mijn nummerplaat is nu NAMUR.”
Pensioen
Op de tweede pagina van het boek blikt Deborsu al vooruit op enkele mogelijke volgende boeken in een ‘Le Petit Deborsu’-reeks. Hij lijst er nog zo’n elf op die hij zou willen maken. “Als je begint te tellen, ben ik nog ruim tot na mijn pensioen bezig met schrijven”, lacht hij. “Ik wil bezig blijven. Ik denk dat ik tot mijn dood stof heb om over te schrijven en dat vind ik leuk.” Le Petit Deborsu: Namen’ is nu verkrijgbaar.