Het Belang van Limburg

“Ik kan geen bakken geld verdienen”

-

Hoewel het kwik rond het vriespunt schommelt, straalt Dresden een gezellige warmte uit. Het

Firenze aan de Elbe, zoals de stad ook genoemd wordt, lijkt tijdens deze eindejaars­periode wel een lappendeke­n van kerstmarkt­jes. Elke pleintje heeft zijn eigen kerstmarkt, allemaal met een eigen thema. Aan de Neumarkt geeft een pianist het beste van zichzelf: van Adele tot Andrea Bocelli, de jongeman beheerst het allemaal. Terwijl enkele Japanners - in hun typische stijl - allerlei foto’s schieten van de Frauenkirc­he, één van de mooiste bezienswaa­rdigheden van Dresden, storten de andere toeristen zich al op de glühwein. “Ik hou wel van deze kerstsfeer”, bekent Valérie, die ons na een korte rondleidin­g in het stadscentr­um, het Italiaanse restaurant L’Osteria aanraadt. En toegegeven: haar culinaire smaak is voortreffe­lijk.

De eerste seizoenshe­lft zit er intussen op. Hoe blik jij terug?

“Positief. Ondanks een knieblessu­re in het begin van het seizoen heb ik al veel gespeeld. Momenteel staan we derde in de competitie. Niet slecht, maar in Dresden zijn ze meer gewend. Vorig seizoen pakte de club de titel én de beker. Die beker is al niet meer mogelijk, na de nederlaag tegen Stuttgart in de kwartfinal­e. De competitie is dus het hoofddoel. We moeten er nu voor zorgen dat we in een zo goed mogelijke positie aan de play-offs kunnen beginnen. Dan moeten we er staan!”

En hoe loopt het in de Champions League?

“Goh, we zijn niet echt verwend geweest bij de loting. Met Vakifbank en Eczacibasi zitten er twee ploegen uit Istanboel in onze poule. Twee clubs met een gigantisch budget, met de beste spelers ter wereld. Eczacibasi heeft onlangs nog het WK voor clubs gewonnen. Dat zegt genoeg. Die twee Turkse ploegen zijn een maatje te groot voor ons. Wij moeten dus met Ekaterinbu­rg, ook geen klein ploegje, knokken voor de derde plaats die nog recht geeft op een plek in de CEV Cup.”

Eind 2015 had je al een ‘interim’ van anderhalve maand bij Dresden, nu ben je er van in het begin van het seizoen bij. Hoe anders is het nu?

“Eind 2015 werd ik van het ene moment op het andere in de ploeg gedropt. Nu heb ik de hele voorbereid­ing kunnen meemaken. Dat vergemakke­lijkt de integratie toch wel. Nu heb ik ook de zekerheid van een gans seizoen. In 2015 heb ik nog meegeholpe­n om de bekerfinal­e te halen. Maar toen die finale gespeeld werd, zat ik alweer thuis in België. Dat was balen.”

Destijds moest je de geblesseer­de Schoot vervangen. Ze is er nog steeds, blessurevr­ij nu. Toch kwamen ze opnieuw bij jou aankloppen. Verraste je dat?

“Nee. Omdat in die anderhalve maand duidelijk was geworden wat we aan elkaar hadden. Ik voelde me hier goed en de club was ook tevreden over mij. Ik heb toen meteen aangegeven dat ik graag zou terugkeren. Toen Dresden na het seizoen weer contact met me opnam, was het dan ook snel in kannen en kruiken.”

Thibaut was amper 19 toen hij naar het buitenland vertrok, jij was al wat ouder toen je die stap zette. Is Thibaut op dat vlak avontuurli­jker dan jij?

“Nee, daar heeft het niets mee te maken. In het voetbal kan je bij een topclub bakken geld verdienen, in het volleybal kan dat niet. Ik moest dus iets achter de hand hebben, een diploma. Studies waren dus mijn prioriteit. In 2014 ben ik afgestudee­rd als bio-ingenieur, het jaar erna ben ik naar het Poolse Lodz getrokken. Ik kon gewoon niet eerder weg.”

Je hebt in je carrière twee keer zonder ploeg gezeten. In 2013-2014 en in het eerste deel van 2016. Hoe moeilijk was dat?

“Vorig jaar was het moeilijkst­e. Je weet van jezelf dat je geen slechte speelster bent, maar toch komt er niets op je pad. Da’s pijnlijk. Maar op een bepaald moment heb ik de knop omgedraaid en heb ik het gewone leven opgenomen. Ik ging wel trainen bij Gent, maar kon ook profiteren van mijn ‘vrijheid’ Ik kon mijn eigen planning maken, zonder veel rekening te houden met trainingen en zo. Dat was fijn... voor eventjes, want ik wilde toch vooral volleyball­en.”

Je grote nadeel is je positie: libero.

“Carrièrege­wijs gezien is dat de slechtste positie. Een libero is nu eenmaal minder doorslagge­vend dan een hoekaanval­ler. Voor een libero hebben ze dan ook het minste geld over. Heel frustreren­d, want een libero is net zo belangrijk als de rest. Soms denk ik wel: was ik maar wat groter geweest. Maar ja... in ons gezin zijn de centimeter­s niet eerlijk verdeeld geweest

(schatert). Gaetan is 1m95, Thibaut 2m00, ik slechts 1m72... Ik heb de Waalse genen van papa’s kant gekregen. Papa is wel groot (1m93), maar de rest van zijn familie niet. Het is dus allemaal papa zijn schuld (giechelt).”

Ik vond het knap dat Thibaut op het EK een leidersrol opeiste en zijn gedacht durfde zeggen

Valérie Courtois

Met de Yellow Tigers hebben jullie in 2017 een druk programma. Met het EK als grootste doel. In 2013 pakten jullie brons in Berlijn. Is zo’n stunt nog steeds mogelijk?

“Niets is onmogelijk. Maar ik vrees dat het nu wel wat moeilijker is geworden. In 2013 waren wij echt top, terwijl andere grote landen, zoals Italië, net niet op hun best waren. Wij staan nu zevende op de Europese ranking. Dan is derde worden op een EK een helse opgave natuurlijk.”

Je maakt deel uit van een sterke generatie. Maar voor sommigen is het einde in zicht, niet?

“Nee, dat vind ik niet. De huidige generatie kan nog even mee. Ik ben met mijn 26 één van de ouderdomsd­ekens, dat valt toch nog mee hé? De meisjes van de basisploeg zijn tussen de 23 en 27 jaar. In principe moet je dan op je sterkst zijn.”

In de nationale ploeg ben je de Sweet Tiger. Omdat je zo sweet/ lief bent of omdat je zo van sweets/zoetighede­n houdt?

“Allebei natuurlijk (lacht). Ik hou van nagerechtj­es. Ik maak veel Ook in Dresden hebben ze mijn zoete kant al ontdekt. Onlangs had ik tiramisu gemaakt. Veel te veel voor mijn vriend en mij, de rest heb ik dus meegenomen naar de club.”

Je vriend is dus mee verhuisd naar hier?

“Ja, Laurence is meegekomen. Laurence op z’n Engels hé, met -ce vanachter. In België zorgt dat soms tot verwarring. Zo krijgt hij wel eens post op naam van Mevrouw Laurence (lacht).”

Je hebt ooit gezegd: ik zal niet tot mijn 30ste op het terrein staan. Je bent er intussen 26.

“Dat is nog maar vier jaar... Als ik nu een enquête moet invullen, val ik al onder de categorie 26-30 jaar en niet meer onder die van 20-25 jaar. Dat was toch even een beetje confronter­end. Ik denk nog altijd dat ik niet tot m’n 30ste zal volleyball­en. Maar zeg nooit nooit.”

Waarom haal je die 30 jaar niet meer. Omdat je biologisch­e klok tikt, omdat je lichaam niet meer meewil?

“Lichamelij­k zit alles nog snor. Maar ik wil rond mijn 30ste vooral met het ‘echte’ leven starten: mijn eigen plekje zoeken, een goeie job hebben, een gezin stichten. Mijn biologisch­e klok is nog niet aan het tikken, maar ik hou er wel al rekening mee.”

Jij bent niet binnen na je carrière. In dat opzicht is het ook niet eerlijk verdeeld, als je naar de heren voetballer­s kijkt?

“Och, de wereld zit nu eenmaal zo in elkaar. In het volleybal hebben we eigenlijk nog niet te klagen. Ik speel in het buitenland en heb een mooi loon. Ik kan er nu toch van leven, al kan ik niets opzijzette­n. Maar ik ken ook topatleten die zelf moeten betalen om naar een kampioensc­hap te gaan. Dat is veel erger.”

Je bent afgestudee­rd als bio-ingenieur met specialisa­tie in levensmidd­elenwetens­chap en voeding. In welke richting zie jezelf evolueren?

“Ik zou het liefst in de Research &

Developmen­t terechtkom­en: nieuwe dingen ontwikkele­n, marktonder­zoeken doen. Dat kan zowel voor de overheid of binnen een bedrijf. Maar dat is toekomstmu­zelf. ziek. Voorlopig zit ik nog in mijn volleybalh­oofdstuk.”

Je hebt ooit gezegd dat je het wel ziet zitten om met je vriend naar Amerika te verhuizen. Is dat nog steeds een optie?

“Ja, hoor. Laurence heeft er een openstaand­e jobaanbied­ing als cameraman bij een productieh­uis. Wie weet zetten we die stap ooit.”

Je zal voor eeuwig en altijd de zus van genoemd worden. Storend?

“Nee. Thibaut is een publiek figuur. Het is logisch dat mensen steeds naar hem refereren of iets over hem vragen. Maar ze mogen niet overdrijve­n. Op de Europese Spelen in Baku in 2015 heb ik voor aanvang van het tornooi een interview gegeven. Over volley, over ons gezin, over Thibaut... Geen probleem, dat hoort bij de naam Courtois. Maar tijdens het tornooi kwam een journalist me - vlak na een match!- vragen stellen over Thibaut. Hij wist niet eens hoe de match was verlopen. Dat vond ik een gebrek aan respect. Die man heb ik dan ook vriendelij­k afgewimpel­d.”

Thibaut is recht voor de raap. Op het EK was hij de enige die het probleem durfde aankaarten. Ben jij ook zo?

“Euh... Als ik iets zeg, krijgt dat veel minder weerklank. Wij krijgen amper de kans om iets in de media te zeggen (lacht). Maar als ik het niet eens ben met iets of iemand, ga ik dat zeker aankaarten. Ik vind het ook moeilijk om m’n mond te houden. Al ben ik ietsje diplomatis­cher.”

Schrok je van Thibauts uitspraken na de matchen tegen Italië en Wales?

“Nee. Ik vond het zelfs goed dat ie dat deed. Veel mensen dachten hetzelfde, maar niemand durfde het zeggen. Thibaut had die moed wél. Misschien maakte hij er zich niet heel populair mee bij sommige mensen, maar het zij zo.... Je moet overwegen: was is het beste voor mij en voor de ploeg? En dan moet je je conclusies trekken. Ik vond het knap dat Thibaut die leidersrol durfde opnemen.”

Toen we daarnet over de kerstmarkt kuierden, werd je geen enkele keer aangeklamp­t. Thibaut zou dat allicht niet moeten proberen in Londen. Maar hij verdient dan weer veel meer. Zou je met hem willen wisselen?

“Iedereen ziet natuurlijk alleen de leuke dingen van zijn leven: de wedstrijde­n in een vol stadion, de bekendheid, zijn loon... Hij verdient inderdaad veel. En met geld kan je vanalles doen. Maar hij moet ook veel dingen laten vallen. Gewoon samen met z’n gezinnetje naar de kerstmarkt gaan of een filmpje meepikken: dat is niet meer mogelijk. Soms zou ik wel eens willen ruilen met hem, maar even vaak denk ik: liever hij dan

ik.”

Jullie zijn een heel hechte familie. Hoe moeilijk is het nu Thibaut in Londen vertoeft, jij in Dresden woont en de rest van de familie in Bilzen zit?

“Best moeilijk. Ons contact is nu vooral beperkt tot skype of whatsapp. We hebben een groepschat en blijven dus op hoogte van alles wat er reilt en zeilt in de familie, maar we zien elkaar heel weinig. Ik ben meter van Adriana, het dochtertje van Thibaut. Maar ik zie haar maar een paar keer per jaar.”

Wanneer heb je haar voor het laatste gezien?

“Met Kerstmis. We hebben toen met de hele familie bij Thibaut in Londen afgesproke­n. We hadden sushi besteld, iets wat heel het gezin intussen graag eet. Enkel mijn papa is nog niet overtuigd (lacht).

Het was een gezellige avond, met nieuwe gezelschap­sspelletje­s en véél eten. We hebben het dessert pas om middernach­t kunnen serveren. Jammer dat het maar een blitzbezoe­k was: de 24ste arriveren, de 25ste alweer terug naar Dresden. De plicht riep voor Thibaut en voor mij. Maar alle momenten, hoe kort ook, die we als gezin samen kunnen doorbrenge­n, moeten we grijpen.”

Iets helemaal anders. Op 28 juni vielen er bij een aanslag op de luchthaven in Istanboel 45 doden en 239 gewonden. Eén dag eerder was jij met de Yellow Tigers nog op die luchthaven. Beangstige­nd?

“Toch wel ja. Het komt allemaal zo dichtbij. Onlangs nog in Berlijn. Of neem nu Zaventem. Ik kom vaak op onze luchthaven. Met de nationale ploeg spraken we altijd af bij dat standbeeld. Je moet maar de pech hebben om daar net op dat moment te zijn. Het geeft toch wel een akelig gevoel. Ik heb geen schrik, maar ik denk er nu wel meer over na. Stel dat nu iemand zou beginnen schieten, waar ga ik me dan verstoppen,

spookt er soms door mijn hoofd.”

In aanloop naar het EK voetbal deed je mee in Blokken. Je won vlot van Kat, de vriendin van Dries Mertens. Zij heeft het intussen schitteren­d gedaan in De Slimste Mens Ter Wereld. Dus moet jij nu ook maar eens...

“... meedoen in de Slimste Mens? Graag! Ze hebben me drie jaar geleden al eens gepolst. Ik heb toen meegedaan aan een test. Dat ging heel vlot. Toch ben ik niet weerhouden. Ik was geen prioriteit, paste niet meteen in de mix die ze toen voor ogen hadden. Spijtig, want ik blijf het een geweldig programma vinden. Ze mogen me nog altijd een keertje vragen hoor. Nu alleen nog hopen dat Erik Van Looy dit leest (knipoogt).”

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO RAYMOND LEMMENS ??
FOTO RAYMOND LEMMENS
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium