Taxshift doet inkomsten van gemeenten dalen
De taxshift die de federale regering eind oktober 2015 doorvoerde, bezorgt gemeenten een kleine financiële kater. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) berekende dat de inkomsten uit de aanvullende personenbelasting door de taxshift met 2 procent zullen dalen in 2017. Tegen 2021 zal die daling 10 procent bedragen. De taxshift, de verschuiving van een belasting op arbeid naar belastingen op consumptie, moet de bedrijven zuurstof geven om meer jobs te creëren en tegelijkertijd ook de loontrekkenden meer nettoloon bezorgen. Maar die federale operatie heeft negatieve bijwerkingen voor lokale besturen. Door de belastingverschuiving dalen immers de inkomsten uit de personenbelasting. En net daarop berekenen gemeenten hun aanvullende personenbelasting. Die is goed voor de helft van de inkomsten van Vlaamse gemeenten. In totaal gaat het om net geen 2 miljard per jaar.
Besparen
De VVSG schat dat gemeenten dit jaar hun inkomsten uit de aanvullende personenbelasting met 2 procent zullen zien teruglopen. Aangezien die goed is voor de helft van alle inkomsten van gemeenten, daalt het totale budget dus met 1 procent. Gemeenten die 20 miljoen aan inkomsten hebben, zullen dit jaar dus 200.000 euro minder kunnen uitgeven. Op het eerste gezicht is dat niet zoveel, maar tegen 2021 zal het inkomen uit de aanvullende personenbelasting met 10 procent teruglopen, zo berekende de VVSG. Dat betekent dat diezelfde gemeente tegen 2021 een miljoen moet besparen. De VVSG stelt anderzijds vast dat gemeenten hun tarieven voor de aanvullende personenbelasting niet hebben verhoogd om te anticiperen op de inkomstendaling. “Hiermee versterken gemeenten nog eens het effect van de verlaging van de personenbelasting.”