Onderwijshervorming gaat van start in 2018
Koepels: “Blij met beslissing, maar toch gemiste kans”
De hervorming - of liever de modernisering - van het secundair onderwijs is rond. In de tweede en derde graad komen er acht studiedomeinen in plaats van de huidige 29. Het aantal richtingen in de tweede graad daalt van 101 naar 75 en van 157 naar 146 in de derde graad. De trotse minister-president Geert Bourgeois (N-VA) spreekt van een wittevrijdagakkoord (het sneeuwde). De onderwijskoepels zijn blij dat er een beslissing is, maar vinden het eerder een gemiste kans.
In het begin van de week leek het erop dat alleen Crevits nog geloofde dat de hervorming zou ingaan in september 2018, maar ook de andere coalitiepartners scharen zich achter die deadline.
De meest opvallende vaststelling is dat de ASO-richtingen niet bij die acht domeinen thuishoren. Ze blijven op eigen benen staan en moeten dus geen onderdak krijgen bij een of ander domein. In mei was al beslist dat de termen ASO, TSO, BSO en KSO zouden blijven, net als de schotten er tussen. Maar bij het ontwerp van toen kon je bijvoorbeeld nog in elk domein de Latijnse volgen, dat is nu dus eenvoudiger geworden. De ASO-richtingen als Grieks-Latijn, Grieks-Wiskunde en Humane Wetenschappen worden dus ‘domeinoverschrijdend’. Daarnaast komen er ‘domeingebonden’ richtingen in TSO, KSO, BSO en BUSO. Bij elke richting staat er ook duidelijk bij of die voorbereidt op voortstuderen (doorstroom), werken of een combinatie van die twee. “Ook bij TSO zijn er richtingen zoals technologische wetenschappen en engineering die uitsluitend voorbereiden op voortstuderen, maar de mensen weten dat niet”, zegt minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). “Dat maken we nu dus duidelijk.”
Eerste graad
Crevits wijst er ook op dat de stu- diekeuze in verschillende stappen of trappen gebeurt. In het eerste jaar krijgen de leerlingen 27 uur algemene vorming en mogen de scholen voor vijf uur aan keuzevakken aanbieden. De school kan die zelf invullen, dat was al in mei beslist.
In het tweede jaar is er in de A-stroom 25 uur algemene vorming, twee uur om je in een vak te verdiepen of om te herhalen en dan nog eens vijf uur aan keuzevakken. In het vakjargon heten die keuzevakken dan weer basisopties, hoe die er uitzien is dus nu beslist. In de B-stroom (voorbereiding op beroepsonderwijs) gaat het om 20 uur algemene vakken, dat zijn er vier meer dan nu het geval is en dan 12 uur keuzevakken. Momenteel zijn er voor het tweede jaar A-stroom nog 20 keuzes mogelijk, dat worden er 11, voor de B-stroom worden er dat 7 in plaats van de huidige 33. Nieuw is dat er nu ook een opleiding (opstroomoptie) komt die voorbereidt om van de B-stroom op te klimmen tot de A-stroom.
Tweede graad
In de tweede graad, dus in het derde en het vierde jaar, wordt er fors gesnoeid in het aantal richtingen. Die gaan van 101 naar 75, een vermindering met een kwart. Minder richtingen betekent ook dat het makkelijker moet zijn om in deze tweede graad nog over te stappen van de ene naar de andere opleiding. Maar dan moeten de onderwijskoepels ook wel overal dezelfde inhoud aanbieden. Die moeten nu samen voor elke richting een apart dossier opstellen.
Derde graad
In de derde graad is amper gesnoeid: van de 157 blijven er maar liefst 146 richtingen over. Het was wel de bedoeling om hierin te knippen, maar de bedrijfswereld wil graag specialisten. “We hebben hierin minder geschrapt dan voorzien”, zegt Crevits. “Ook de handelsscholen blijven bestaan, al wordt het aanbod wel wat aangepast.