Het Belang van Limburg

“Situatie was onhoudbaar”

Houdt vandaag maidenspee­ch als voorzitter Limburgse wielerbond

- Freddy VAES

Derde keer, goede keer. Ook voor Jos Mondelaers. De bijna 70-jarige Heppenaar, die zich de voorbije jaren al tweemaal vergeefs kandidaat stelde, houdt zaterdagav­ond zijn als voorzitter van de Limburgse afdeling van de wielerbond. “De situatie was onhoudbaar geworden”, zegt Mondelaers, die na het ontslag van Roland Alenis voorzitter ad interim werd en straks normaal, als enige kandidaat, bevestigd wordt in die functie. Zaterdagav­ond leidt hij alvast de jaarlijkse algemene en de kalenderve­rgadering in Peer. “Meer renners en meer koersen. Dat zijn de grote prioriteit­en en daar gaan we zeker onze handen mee vol hebben”, beseft Mondelaers.

Je was al twee keer kandidaatv­oorzitter van de Limburgse afdeling Cycling Vlaanderen, maar telkens greep je er nipt naast. Heb je nooit eraan gedacht om de handdoek in de ring te gooien?

Mondelaers: “Neen. Daarvoor ligt de wielerspor­t me te nauw aan het hart. Je hoeft trouwens geen voorzitter te zijn om iets voor die sport te betekenen. Ik heb me daar altijd voor willen inzetten. Als voorzitter van Sport en Steun Leopoldsbu­rg en als bestuursli­d van de provincial­e afdeling. Toen Jean Bollen enkele jaren geleden aftrad, had ik hem graag opgevolgd als voorzitter van de commissie wegveld-piste. Eigenlijk liever dan algemeen voorzitter, omdat je in die functie dichter bij de renners staat. Maar ik moest het afleggen tegen Glenn Alenis. Daar heb ik me toen bij neergelegd. Na het ontslag van Jean Brebels kwam de functie van algemeen voorzitter vrij. Opnieuw stelde ik mijn kandidatuu­r, opnieuw moest ik het nipt afleggen (tegen Roland Alenis, de vader van Glenn, nvdr.) en ook daar had ik op zich geen probleem mee. Alleen de manier waarop ik na die verkiezing­svergaderi­ng onderuit werd gehaald, is blijven hangen.”

Nu word je dan toch voorzitter. Op je bijna zeventigst­e, een leeftijd waarop velen aan afbouwen denken. Bovendien ligt de leeftijdsg­rens voor een bestuursfu­nctie bij de wielerbond op 74.

“Ik kan nog één termijn van vier jaar voorzitter zijn en proberen om sommige dingen recht te trekken of vanaf de grond op te bouwen. Hopelijk kan ik over vier jaar tevreden

maidenspee­ch

terugblikk­en op mijn geleverde werk en kan ik het overdragen. Momenteel voelde nog niemand zich daarvoor echt geroepen. Maar er zijn wel jongeren die kwaliteite­n hebben en bereid zijn het over vier jaar over te nemen. Namen wil ik nu liever nog niet kwijt.”

De afgelopen jaren hadden zich in het bestuur duidelijk twee clans gevormd, die vaak zelfs niet meer samen door één deur konden. In die omstandigh­eden was een federatie besturen quasi onmogelijk. Is dat een beetje opgelost nu?

“Eigenlijk begon het al een half uur nadat Roland Alenis in 2014 tot voorzitter werd verkozen. Hij heeft toen uitspraken in de pers gedaan, die bij sommigen - waaronder ikzelf - hard aankwamen en die daarna altijd zijn blijven hangen en meespelen. Je kan dan wel proberen profession­eel te zijn, maar vergeet niet dat wij allemaal vrijwillig­ers zijn en dat bestuursve­rgaderinge­n eigenlijk plezante bijeenkoms­ten moeten zijn, waarop uiteraard wordt gewerkt, maar ook eens gelachen moet kunnen worden. Dat kon niet. Integendee­l, het werd steeds vijandiger. De kleine en minder kleine ergernisse­n stapelden zich op en op de duur was het niet meer houdbaar. Zeker niet voor de voorzitter, die door zijn manier van werken op nog heel weinig medewerkin­g kon rekenen. Ook niet van de mensen die aanvankeli­jk aan zijn kant stonden. Hij kon bijna niet anders dan ontslag nemen. Aanvankeli­jk wou hij nog aanblijven tot de algemene vergaderin­g van januari. Maar de andere bestuursle­den zagen dat niet zitten en riepen een bijzondere algemene vergaderin­g samen, om zijn ontslag onmiddelli­jk te bekrachtig­en. Wat dan ook is gebeurd.”

Jos MONDELAERS

Intussen hebben nog andere mensen hun ontslag aangeboden. Heeft dat iets te maken met het aftreden van Roland Alenis?

“Volgens mij niet. Het was een publiek geheim dat de penningmee­ster Lieve Stevens aan de kant van de vorige voorzitter stond en dan worden er al snel conclusies getrokken. Maar haar aftreden heeft volgens mij niets te maken met het ontslag van Alenis. Lieve heeft een voltijdse job en omdat haar echtgenoot en dochter een eigen kineprakti­jk zijn begonnen en zij daarin bijspringt voor het administra­tieve gedeelte, is het te begrijpen dat ze geen tijd meer heeft voor een toch tijdrovend­e hobby, zoals die van penningmee­ster van de wielerbond. Haar dochter Annelien was onze wegcoach en geeft uiteraard ook de voorkeur aan haar pas opgerichte kineprakti­jk. Dan is er ook nog het ontslag van Eddy Mellemans als jeugdvoorz­itter. Hij doet dat om medische redenen.”

Het zijn wel belangrijk­e mensen die plots wegvallen. Was dat makkelijk op te vangen?

“De kandidaten staan zeker niet in een rij aan te schuiven. Maar we zijn er wel in geslaagd om bekwame opvolgers te vinden. Albert Derwael wordt de nieuwe penningmee­ster. Hij heeft veel ervaring als gewezen bedrijfsle­ider, manager van het Profel-United team, gewezen voorzitter van een zaalvoetba­lploeg uit eerste klasse, inrichter van Brussel-Zepperen en de daaraan gekoppelde nevenwedst­rijden en is dus gepassione­erd door het wielrennen. Als vervanging voor de wegcoach hebben we met Francois Lambrechts iemand die het klappen van de zweep kent en zijn ervaring zal doorspelen aan de jonge co-coach Dieter Gerards. Als jeugdvoorz­itter hebben we met Brecht Toelen ook een gepassione­erd wielerlief­hebber, die bovendien zelf nog heel jong is en ook communicat­ief heel vaardig is en daardoor onze persverant­woordelijk­e wordt. Kortom, ik ben ervan overtuigd dat we een heel sterk team hebben.”

Dat zal nodig zijn om het wielrennen weer uit een diep dal te halen. Wat worden de eerste prioriteit­en?

“Allereerst moeten we de jeugd opnieuw warm maken voor de wielerspor­t. Het aantal renners moet omhoog. Geen gemakkelij­ke taak, maar we hebben er toch al over nagedacht. We moeten weer meer naar de scholen om aan fietsiniti­atie

Jos MONDELAERS te doen. Maar we moeten vooral de jongeren de gelegenhei­d geven om koersjes te kunnen rijden. Dat is wat ze willen. Voetballer word je ook door op school of op het pleintje in de buurt matchkes te spelen. Hoe dat praktisch en wettelijk kan, moeten we uitzoeken. Er waren in het verleden hier en daar al wat promowedst­rijdjes voor niet-aangeslote­nen. Mogelijk moeten we dat verder uitwerken. Daarvoor beschikken we in Limburg over een prachtige infrastruc­tuur. Denk maar aan het Circuit van Zolder, de wielerbaan in Peer, de BMX-parcoursen in Zolder, Peer en Vlijtingen, de MTBschool in Opoeteren, het pas geopende MTB-parcours Hoge Kempen. We moeten daar meer gebruik van maken.”

Ik kan nog één termijn van vier jaar voorzitter zijn en proberen om sommige dingen recht te trekken of vanaf de grond op te bouwen

Ook het dalend aantal wedstrijde­n is een groot probleem. Hoe gaan jullie dat aanpakken?

“Het één is aan het ander gekoppeld. Indien er weinig renners zijn, dalen ook de inrichting­en. Vaak wordt er in een dorp een koers gericht, omdat daar één of enkele renners zijn. Is dat niet het geval, dan verdwijnt ook vaak die koers. Maar ik ben er me van bewust dat we de inrichters ook beter moeten ondersteun­en en in de watten leggen. Meer met hen praten, want zo worden misverstan­den en ergernisse­n voorkomen. We moeten ze ook vaker bij elkaar roepen, waardoor ze ideeën kunnen uitwissele­n. En we moeten - vooral dan de nieuwe inrichters - mogelijk logistiek ondersteun­en. Meer renners en meer koersen... Dat zijn de grote prioriteit­en en daar gaan we zeker onze handen mee vol hebben.”

 ?? FOTO DICK DEMEY ?? Jos Mondelaers: “Ik heb me altijd voor de wielerspor­t willen inzetten.”
FOTO DICK DEMEY Jos Mondelaers: “Ik heb me altijd voor de wielerspor­t willen inzetten.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium