Vlaams Parlementsleden moeten ook 45 jaar werken
BRUSSEL - Net als ambtenaren en werknemers moeten leden van het Vlaams Parlement voortaan 45 jaar werken voor ze een volledig pensioen krijgen. De pensioenleeftijd van 62 jaar stijgt tot 66 in 2025 en 67 in 2030. Dat heeft het uitgebreid bureau van het Vlaams Parlement gisteren beslist. Na heel wat vergaderen vond in 2014 al een eerste pensioenhervorming plaats: de pensioenleeftijd kwam op 62 jaar, met een volledig pensioen na een parlementaire carrière van 36 jaar. Voordien kregen parlementsleden al na 20 jaar zetelen vanaf hun 52ste een volledig pensioen. De partijen in het Vlaams Parlement hebben die regeling gisteren nog verstrengd. “Dit is een logische hertekening van de pensioenregeling voor parlementairen. Het is maar normaal dat die dezelfde evolutie volgen als de pensioenen van alle andere burgers”, zegt Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA).
Wat is er beslist?
1. In het gunstigste geval kunnen parlementairen pas op hun 60ste pensioenrechten opnemen. “Rechten die opgebouwd zijn voor 1 juni 2014 door parlementsleden die geboren zijn voor 1 juni 1969, zijn opneembaar vanaf de leeftijd van 60 jaar”, aldus de nota. 2. Parlementairen die vandaag al zetelen behouden hun verworven rechten, maar ze mogen hun pensioen sowieso niet opnemen voor hun 62ste.
3. Wie vanaf de volgende Vlaamse verkiezingen (in 2019) in het parlement wordt verkozen, zal tot zijn 65ste moeten werken. In 2025 schuift die pensioenleeftijd op naar 66, in 2030 naar 67. Parlementsleden zullen dan 45 jaar moeten werken om een volwaardig pensioen te krijgen.
Andere parlementen?
Het akkoord geldt enkel voor het Vlaams Parlement. Dat zal zijn standpunt overmaken aan de Conferentie van Voorzitters van de Parlementaire Assemblees (CVPA). Die komt op 15 februari samen. “Ook als de andere parlementen deze regeling niet volgen, wordt de vandaag afgesproken regeling alvast in het Vlaams Parlement doorgevoerd”, geeft Peumans nu al mee. Zoals bekend staan de Franstaligen niet te popelen voor de nieuwe regeling. Als het Vlaams Parlement als enige en op eigen houtje doorzet met de pensioenplannen, dreigt er wel een probleem: heel wat parlementsleden hebben een carrière in verschillende parlementen achter de rug, wat de berekening en datum van hun pensioen erg complex maakt. ”Ik hoop dat ook de Kamer dit voorstel zal overnemen”, zegt CD&V-fractieleider Koen Van den Heuvel. “Dit is een goed compromis dat al door de Vlaamse partijen wordt ondersteund. Dat is een reden voor de andere partijen om het ernstig te bekijken.”