“WAT DOE JIJ OP EEN E-BIKE, PHIL?”
EXCLUSIEVE E Johan Vansummeren
Johan Vansummeren heeft nog steeds een goeie band met zijn oud-collega’s. De Lommelaar spreekt daarom zijn contacten aan en gaat samen met ons op visite bij de huidige wielertoppers. Het Belgische openingsweekend, dat vraagt haast om een uitgebreid gesprek met onze nationale kampioen Philippe Gilbert. Alleen moesten we daarvoor wel onze wieleranalist Johan Vansummeren laten overvliegen naar de Côte d’Azur. Want de oud-winnaar van de Omloop - in 2008, de laatste als Het Volk - is uitgegroeid tot een naaste buur van de Grimaldi’s op de rots van Monaco. Zowel Johan Vansummeren (36) als Philippe Gilbert (34) beleefden in 2011 hun ‘wonderjaar’. Summie realiseerde zijn droom door als eerste de velodroom van Roubaix te bereiken, terwijl Gilbert dat jaar zo maar even zeven (semi-)klassiekers won, twee truien pakte (geel in de Tour en Belgische driekleur) en het seizoen beeindigde als nummer één van de wereld. Goed zes jaar later is de vreugde om elkaar terug te zien groot. Voor de deur van The Bike Shop, Gilberts eigen fietsenzaak in hartje Monaco, kan er zelfs een korte omhelzing af. Logisch, de twee dertigers hebben samen een lange weg afgelegd. Letterlijk en figuurlijk. “Wij kennen elkaar al van in de jeugdcategorieën, nietwaar Phil?” De regerende Belgische kampioen knikt en schiet vervolgens in de lach. “Wij hebben samen al het één en ander meegemaakt, hè”, luidt het antwoord ietwat mysterieus. Later op de avond, als de dictafoon veilig opgeborgen is, zullen de twee geregeld een tipje van de sluier oplichten.
Gilbert nodigt Vansummeren uit om een kijkje te komen nemen in zijn fietsenzaak. De winkel lijkt op het eerste gezicht klein als je ervoor staat in de Rue des Açores, maar eens binnen loopt het breder uit en er is nog een werkplaats in de kelderverdieping. De materiaalfreak in Vansummeren komt onmiddellijk aan de oppervlakte. Remgrepen worden beetgepakt, kaders opgetild en derailleurs gemonsterd. Vansummeren: Vansummeen: “Ik “Ik zie zie hier hier vooral vooral BMC-fietsen BMC-fieten in in dede winkel winkel staan, staan, Phii Philippe. EnE geen enkelek l S Specialized,i li het merk waarop je dit jaar fietst bij Quick Step Floors.” Gilbert: “Dat komt omdat Specialized werkt met officiële dealers. En dat is mijn winkel niet. Bovendien hebben die winkels de garantie van de fietsenfabrikant gekregen dat er binnen een straal van x-aantal kilometer geen nieuw verkooppunt bijkomt. Daarom moet ik het noodgedwongen bij mijn huidige merken houden. ”
Vansummeren: “De meest prominente fiets hierbinnen is deze Stromer e-bike, prijskaartje net geen 9.000 euro.”
Gilbert: “Een elektrische fiets, ah ja! Weet je wel hoe handig dat hier in Monaco is? Je kunt je er makkelijk mee verplaatsen, je mag ‘ m overal parkeren en je hoeft geen verzekering te betalen. Fiets de klim naar het casino maar eens omhoog, die is twaalf procent steil. Dan is een e-bike geen overbodige luxe. Ik heb zelf een Stromer en hier in Monaco maak ik er veel gebruik van. Wat zeg ik, ik verplaats me er quasi altijd mee. Bijvoorbeeld als ik naar de gym wil gaan of een koffietje
fietje wil wil gaangaa drinken. drinken. EnE dankzijdankzij dede e-bike e-bike kanka ik ik mijn mijn spieren spieren sparen sparen na na eenee zware training.t i i SomsS traint i ik ik er zelfs mee. Zo fiets ik er geregeld eens mee naar Nice en terug. Ideaal als je souplesse in de benen wilt krijgen. Het is werkelijk alsof je achter de auto of de scooter traint. Er gaat regelmatig zo’n fiets de deur uit. Maar goed ook. Rijk word je namelijk niet van zo’n fietsenwinkel. Daar wil ik niet flauw over doen.” Vansummeren: “Heb je ook klanten van buiten Monaco?” Gilbert: “Er zijn mensen die speciaal van Nice komen om hier een fiets te komen kopen. Maar het merendeel zijn Monegasken of mensen die hier verblijven.”
Philippe GILBERT
Brustem
Dat er regelmatig ook een profrenner over de vloer komt, merken we als de deurbel weerklinkt. Plots staat de Sloveen Borut Bozic, vergezeld van zijn zoontje Sas, in de winkel. De 36-jarige veteraan van Bahrain-Merida heeft dringend twee buitenbandjes nodig. Wanneer Gilbert opmerkt dat Summie de sympathieke Sloveen niet herkent, stelt hij hem onmiddellijk aan de Lommelaar voor. “Nu je het zegt”, knikt Vansummeren. “Wil je geloven dat ik renners beter herken in hun plunje en met helm en bril op dan in hun burgerkledij?” Het gesprek verplaatst zich naar de toog. Aan de wand eisen twee truien de aandacht op: de regenboogtrui uit 2012, waartoe ook Vansummeren zijn steentje heeft bijgedragen, en de Belgische driekleur.
Vansummeren: “Philippe, je rijdt niet alleen opnieuw in de tricolore trui maar ook opnieuw in een Belgische ploeg. Waarom die keuze?” Gilbert: “Na vijf mooie jaren bij BMC verlangde ik terug naar de Belgische sfeer. In de winter van 2015-2016 had ik al contacten met Marc Frederix van Lotto. Maar een concreet verlengstuk kwam er nooit. Ik denk dat de ploeg zelf niet echt geïnteresseerd was in mijn terugkeer. Quick Step toonde wel onmiddellijk interesse en we zijn redelijk vlot tot een akkoord gekomen. Ik ben echt blij dat ik opnieuw in een Belgische omgeving kan werken. ( Richt zich tot Johan) Jij hebt toch ook bij een Franse ploeg gereden, dat is toch anders? ( Vansummeren knikt instemmend) Ik heb het gevoel dat er precies meer beleving is als je bij Lotto of Quick Step rijdt.” Vansummeren: “De renners hangen ook meer aan mekaar. In herinner me nog een trainingskamp in december van mijn tijd bij Lotto. De laatste dag van de stage zat iedereen met elkaar te kaarten of na te kaarten en er werd lustig een glaasje gedronken.”
Gilbert: “Die gezelligheid ja, dat is typisch Belgisch. Weet je echter wat zeker zo belangrijk is als nationaliteit? Generaties. Als je met mannen van dezelfde generatie kunt optrekken, is het altijd gezellig. Je weet wel Summie: jij, ik, Tom… Samen de jeugdcategorieen domineren en dan bijna gelijktijdig prof worden.” Vansummeren: “Herinner je nog waar jij je eerste koers ooit hebt gereden?”
Gilbert: “Ah, bij
Vansummeren: “( Plagerig) Het schijnt dat je toen niet recht naar huis bent gereden.”
Gilbert: “( Lacht) Ik weet nog dat ik als individueel renner deelnam. Er waren twee renners weg en ik dacht: ‘Weet je wat? Ik spring erachteraan!’ Van tactiek had ik nog totaal geen kaas gegeten. Maar ik geraakte wel degelijk alleen voorop en leek lange tijd op weg naar de derde plaats. Tot op één kilometer van de finish mijn schakelsysteem afbrak. Met één voet aan de grond heb ik me nog zitten af-
jullie
in
Brustem!”
Na vijf mooie jaren bij BMC verlangde ik terug naar de Belgische sfeer. Ik heb het gevoel dat er precies meer beleving is als je bij Lotto of Quick Step rijdt
“Ik train er geregeld mee. Ideaal voor de souplesse!”
Philippe Gilbert Bij Quick Step ben je niet verplicht om met een trainer te werken. Daardoor kan ik opnieuw werken zoals in de tijd dat ik mijn allergrootste successen boekte: meer op het gevoel afgaand
Philippe GILBERT
duwen om toch maar uit de greep van het peloton te blijven, maar op zeshonderd meter van de meet vielen ze me op de nek. (Buigt het hoofd en slaakt een zucht van teleurstelling) Ah…!”
Nico Rosberg
Het sluitingsuur nadert. Tijd om The Bike Shop in te ruilen voor een etablissement met comfortabele zitplaatsen. Het tweetal besluit zich naar de Brasserie de Monaco te begeven. Onderweg, in de richting van de haven, valt het Vansummeren op dat talrijke gevels in de steigers staan. Gilbert weet waarom. “Monaco gaat er prat op dat alles er netjes uitziet. Indien een gevel volgens de lokale overheid aan vernieuwing toe is, valt er een brief bij je in de bus met de melding dat je een half jaar de tijd krijgt om die gevel te renoveren of er wacht je een fikse boete.” Toegekomen aan de Brasserie kiest het tweetal voor een tafeltje op het overdekte terras voor de zaak.
Gilbert: “Johan, heb je door dat we momenteel op het asfalt van het Formule 1-circuit zitten?”
Vansummeren: “( Kijkt driftig om
zich heen) Nu je het zegt, Phil! Zeg eens, Monaco is een thuis voor de
rich and famous. Maak je soms ook met andere beroemdheden een fietstochtje?”
Gilbert: “Ik trek er regelmatig met een collega op uit. Zelden met de groep wielerprofs die van hieruit vertrekt. Ze hebben namelijk de slechte gewoonte om bij het keerpunt te lang te blijven kletsen bij een koffietje. Dat is niet bevorderlijk voor je conditie. Wat wel voorvalt, is dat ik soms één van de F1piloten op hun racefiets tegenkom. Jenson Button bijvoorbeeld, of Nico Rosberg. Rosberg had ik eerst niet herkend. Hij was helemaal in het zwart gekleed. Het was Rosberg die mijn trui herkende en zelf een gesprek aanknoopte. Een tijdlang hebben we samen gefietst en ik moet zeggen… Hij kende wel degelijk iets van de koers.”
Vansummeren: “Wie Monaco zegt, zegt automatisch ook autosport. Bestaat de kans dat je na je wielercarrière je nieuwe ploegmaat Tom Boonen op een racecircuit terug tegenkomt als concurrent?”
Gilbert: “Ik ben een fervent autosportliefhebber, maar ik ga na mijn carrière zeker niet opnieuw het gevaar opzoeken. Als renner kom je jaarlijks al in zoveel hachelijke situaties terecht dat ik geen zin heb om mijn gezondheid nog verder op het spel te zetten.”
Vansummeren: “Ben je het met me eens dat de wielersport gevaarlijker is geworden doorheen de jaren?”
Gilbert: “( Fronst) Vind je dat? In het peloton is er toch altijd veel geduw en getrek geweest.”
Vansummeren: “Dat klopt, en dat hoort ook bij het vak. Maar ik doel op vooral op de wildgroei aan obstakels op de weg. Daar kun je toch niet naast kijken, Phil?”
Gilbert: “Dat is waar. Vroeger kon je je al eens rustig laten mee glijden in het peloton. Die tijd is voorbij. Tegenwoordig word je om de haverklap opgeschrikt door een verkeerseiland op de wegas of door een versmalling. Daardoor is de nervositeit in het peloton inderdaad met een ruk de hoogte ingegaan. Koersen vergt veel meer van je concentratievermogen dan pakweg tien jaar geleden.”
Trainen zoals vroeger
Vansummeren: “Phil, beloof me een ding: stop niet te vroeg met koersen. Het is het mooiste wat er bestaat.”
Gilbert: “( Knikt) Geen schrik, Summie. Dat besef ik maar al te goed. Twee jaar geleden stelde een journalist me die vraag voor het eerst. Ik was compleet van mijn sokken geblazen. Verbluft. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik kon hem ook niet van antwoord dienen want ik had er nog nooit over nagedacht. Des te langer ik koers, des te groter mijn liefde voor de fiets. Als het van mij afhangt, wil ik zo lang mogelijk blijven koersen. Ik heb zo veel collega’s hun remmen vroegtijdig zien dichtknijpen. Te vroeg. Akkoord, wielrennen is geen makkelijke sport, maar ik denk toch dat ze nog spijt gaan krijgen van die beslissing. Neem nu iemand als Yannick Eijssen. Die jongen had echt wel talent. Hij had alleen één probleem: hij was te braaf. Als de ploegleiding van BMC Yannick het order gaf om op kop te rijden, dan deed hij dat. Maar je kunt dat niet blijven doen. Je moet je tegelijk trachten op te werken in de hiërarchie van een ploeg zodat jouw aankomst niet telkens weer op honderd kilometer van de werkelijke aankomst ligt. Voor de buitenwereld kom je nooit in beeld en je eigen motivatie neemt zienderogen af. Zo komt het dat sommigen talenten er na enkele seizoenen al de brui aan geven. Echt zonde.”
Vansummeren: “Zie je jezelf nog op een racefiets kruipen na je carrière?”
Gilbert: “( Knikt) Ik denk dat ik mijn hele leven lang ga blijven fietsen. Wat groepen begeleiden of zo? Maar niet om te freewheelen, hè. Ook al ben ik gestopt als prof, dan nog wil ik er een deftig tempo erop nahouden. Geregeld nog eens 40 km/u rijden, lijkt me dan wel leuk.”
Vansummeren: “Zie dan maar dat je nooit betablokkers moet slikken, zoals ik voor mijn hart. Want dan kom je geen meter vooruit. Het lijkt dan wel alsof iemand in je lichaam ongewild de handrem optrekt. Onlangs ben ik voor het eerst voorbij gereden door een wielertoerist.”
Gilbert: “( Kan een lach niet onderdrukken) Echt waar?”
Vansummeren: “Lach maar. Ik kan je zeggen: dat was niet bepaald mijn plezantste moment op de fiets.”
Vansummeren: “Ben je in aanloop naar het seizoen anders tewerk gegaan dan de voorbije jaren?”
Gilbert: “Toch wel. Bij Quick Step ben je niet verplicht om met een trainer te werken of om je trainingsgegevens op dagelijkse basis door te sturen. Daardoor kan ik opnieuw werken zoals in de tijd dat ik mijn allergrootste successen boekte: meer op het gevoel afgaand, zeg maar. Mij is dat altijd goed bevallen en de ploeg duidelijk ook. Vorig jaar was Quick Step de grote slokop qua aantal overwinningen. En de seizoenen daarvoor ook al.”
Het is tijd voor afscheid. Geïnspireerd door de dure jachten die voor hem dobberen, Wil Vansummeren Gilbert nog een laatste antwoord ontfutselen.
Vansummeren: “Al geïnvesteerd in een boot, Phil?”
Gilbert: “Een boot? Nee. Dat lijkt me een verlieslatende belegging.”
Vansummeren: “Een Amerikaanse sponsor zei me ooit voor de grap: When it floats, flies or fucks: it’s cheaper to rent it.”
Gilbert: “( Lacht) Ik zal het onthouden, Summie! Au revoir!”