“Bij titel is Rotterdam te klein”
Jean-Paul Boëtius en Johan Boskamp hopen op eerste schaal sinds 1999
Daar waar play-off 1 bij ons pas is gestart, kan de titelrace bij onze noorderburen na zondag al zo goed als gelopen zijn. Dan gaat leider Feyenoord op bezoek bij nummer twee Ajax. Het verschil: zes punten. Winnen de Amsterdammers niet, dan komt de eerste Rotterdamse landstitel sinds 1999 wel heel erg dichtbij. KRC Genk-speler Jean-Paul Boëtius en onze huisanalist Johan Boskamp snakken ernaar. 28 oktober 2012, Feyenoord - Ajax. Bij de thuisploeg start de dan 18-jarige Jean-Paul Boëtius. De flankaanvaller laat Ricardo van Rhijn (nu Club Brugge) 90 minuten lang alle hoeken van het veld zien en scoort de 1-1. “Blijft nog altijd een fantastisch moment voor mij”, lacht Boëtius. “Als jonge jongen debuteren in zo’n match is geweldig. Ik hoor wel liever niet dat ik Van Rhijn helemaal zoek speelde, al blijft het natuurlijk leuk dat de mensen dat zeggen.” Zondag staat een belangrijke editie van De Klassieker op het programma. Ajax moet winnen om de kloof met Feyenoord kleiner te maken. “Ajax is een club die altijd een dosis bluf met zich meedraagt”, zegt Boëtius. “Ze zullen niet bang zijn, maar Feyenoord zal aan het langste eind trekken in de titelstrijd. En dat zal alleen maar eerder gebeuren als ze dit weekend de kloof uitdiepen. Over het algemeen zijn ze gewoon beter. Jammer dat Tonny Vilhena er niet bij is en dat er geen uitsupporters bij mogen zijn. Ik hoop dat hier snel verandering in komt.”
Speciaal
Leuk detail: voor zijn overgang naar Genk stond Boëtius nog in de belangstelling van de Amsterdammers. “Ik voelde sowieso nooit iets voor Ajax. Ik had vrij snel beslist dat zij het niet gingen worden. De interesse was trouwens niet zo concreet en ik ben ook gewoon een Feyenoorder. Dat blijft iets speciaals. De supporters zijn fantastisch. In de Kuip zit niemand op zijn stoeltje, iedereen staat recht. Genk-supporters hebben daar wel een beetje van weg hoor. Ze onderhouden blijkbaar ook goede banden met de Feyenoord-supporters. Voordeel is dat er in Genk ook staanplaatsen zijn, die heb je in de Kuip niet. Dan kunnen ze nog meer springen”, lacht Boëtius, die het duel gewoon op tv zal volgen. “We moeten namelijk nog trainen, maar als ze scoren ga ik sowieso uit mijn dak!”
Ook clubicoon Johan Boskamp - hij spreekt altijd in de wij-vorm als het om Feyenoord gaat - zal de topper vanop tv volgen. “Ik had nog wel een uitnodiging gekregen om naar de Johan Cruijff Arena, ik noem dat ding al zo, te gaan, maar ik ben solidair met de Feyenoord-supporters. Ik ga nochtans naar elke thuiswedstrijd en pas ben ik zelfs naar Heerenveen gegaan. Om zes uur opstaan om op tijd daar te zijn.”
Dromen van de Coolsingel
“Ajax heeft misschien meer individuele kwaliteit, maar wij zijn de beste ploeg. We blijven vechten. Elke keer denk je weer dat het misgaat bij Feyenoord, maar telkens winnen ze nog.” Volgens Boskamp kan Feyenoord de titel nauwelijks nog ontgaan. “De vorige dateert uit de tijd van Hindenberg”, grapt hij. Sindsdien ging Feyenoord door een diep dal, met als dieptepunt de 10-0 tegen PSV in 2010. “Onder Mario Been”, zucht Bossie. “Uiteindelijk zijn de financiële problemen onze redding geweest. Onze jeugdspelers kregen kansen en deden het goed.” Zowel Boskamp als Boëtius is van plan om bij titelwinst naar de Rotterdamse Coolsingel af te zakken. “Dan gaat de stad te klein zijn”, glundert de Genkaanvaller. Boskamp: “Ik verwacht een half miljoen mensen. Ik zal daar in een fonteintje duiken.”