“Limburgse treinreiziger is speelbal in strijd tussen Infrabel en NMBS”
Medewerker TreinTramBus
Het lijkt erop dat de Limburgse treinreizigers de speelbal geworden zijn van een concurrentiestrijd tussen Infrabel en de NMBS. Beide willen de zware besparingen die de regering opgelegd heeft, zo veel mogelijk op de rug van de andere afwentelen. In dat kader past de eerdere aankondiging van Infrabel dat er geen geld is om een aantal overwegen op de spoorlijn tussen Hasselt en Tongeren op te heffen. Dat is slecht nieuws omdat Infrabel zo de realisatie van de Spartacustram tussen Hasselt en Maastricht dwarsboomt. In dit pokerspel heeft de NMBS zich nu ook gemeld. Een beetje goed nieuws is er wel: vanaf december rijdt op zaterdag elk uur (i.p.v. om de twee uur) een stoptrein tussen Leuven, Aarschot en Hasselt en tussen Mol en Hasselt. Op zondagavond legt de NMBS vanuit Neerpelt een bijkomende studententrein naar Heverlee in en vanuit Hasselt naar Gent. Maar wat komt er voor Limburg niet? Geen halfuurbediening van Genk. Nochtans is Genk met zijn 66.000 inwoners en als poort naar het Maasland, lang niet de kleinste Vlaamse centrumstad, maar wel de enige waar slechts één trein per uur vertrekt. Geen voldoende late treinen naar Genk en Tongeren. Geen snelle verbinding met Brussel tijdens het weekeinde. Geen snelle, rechtstreekse trein op weekdagen tussen Hasselt en Antwerpen! Dat laatste is hallucinant. Terwijl de files op de E313 en rond Antwerpen steeds groeien - en het ergste moet daar nog komen - zegt de NMBS dat een snelle IC tussen beide provinciehoofdplaatsen er met het drukke goederenverkeer tussen Antwerpen en Duitsland niet meer bij kan. Dat lukt wel, als Infrabel met correctere reistijden en betere seinen de capaciteit van zijn lijnen optimaal benut of als de NMBS bereid is met een paar treinen te schuiven. Waar blijft de Vlaamse regering om de snelle IC Hasselt-Antwerpen zonder meer te eisen? Ze beweert immers dat er 30.000 auto’s van de Antwerpse Ring moeten om de Oosterweelverbinding te kunnen bouwen. Dat zal alleen maar lukken met o.a. een veel beter treinaanbod vanuit Limburg en de Kempen. Dat de spoorinfrastructuur verbeterd en uitgebreid moet worden, staat buiten kijf. Niet alleen in Limburg maar ook daarbuiten. Denken we bv. maar aan de flessenhals ter hoogte van Lier, waarvan treinen uit Noord- en Midden-Limburg, de Kempen en Vlaams-Brabant de gevolgen dragen. Indertijd heeft Limburg de verbindingsboog van Leuven afgedwongen, waardoor we vandaag een kwartier sneller van Hasselt in Brussel staan. Dat is toen gelukt omdat alle Limburgse politici in de Werkgroep SOL (Spoorontsluiting Limburg) aan één zeel trokken. Het wordt hoog tijd dat de Limburgse politieke en economische wereld in dit debat over alle ideologische grenzen heen opnieuw luid en duidelijk met één stem spreekt.