Gilbert triomfeert in De Ronde na verbluffende solo
PHILIPPE GILBERT rondt fenomenale solo mooi af
Philippe Gilbert (34) had deze dag al sinds zijn overstap van BMC - waar hij de Ronde niet mocht rijden - naar Quick Step Floors aangeduid in zijn agenda. “Zonder mijn ploegmaats was het niet gelukt, we hadden hier met acht op het podium moeten staan”, zei de Belgische kampioen. 55,5 km was je raid op je eerste Ronde van Vlaanderen-zege. Was dat het plan?
“Neen. We wisten wel dat de Muur van Geraardsbergen een beslissende rol kon spelen. Zelfs al was het toen nog 100 km naar de finish. We hadden al enkele hellingen en kasseistroken achter de rug. We wisten dus dat heel wat renners vermoeid zouden beginnen aan de Muur. Daarna volgde een strook met tegenwind. Het was interessant om daar wat voorsprong te nemen met Tom Boonen en Trentin. We hadden snel door dat dit het juiste plan was.”
Wat bezielde jou eigenlijk om tijdens de tweede keer Oude Kwaremont al te gaan?
“Ik vond het al een speciaal moment dat ik samen met
Tom onderweg was in de aanval. Hij vroeg me net voor de tweede passage hoe ik me voelde. Ik zei: Heel goed.
Oké, was het antwoord van Boonen.
Ik trek op het eerste gedeelte hard
door en dan neem je over. Op het vlakkere gedeelte legde ik de ketting op de grote plaat. Ik zag dat ik een klein gaatje had, maar op het einde van de beklimming was dat al een grote kloof geworden. Daar zat ik dan. Ik vroeg de ploegleiding wat ik moest doen. Eerst hoorde ik ze niet goed, maar na de Koppenberg zeiden ze:
Ga maar. Het was nog verdomd ver en ik was bang om een hongerklop te krijgen. Ik had nog niet veel tijd gehad om te eten. Ik heb me onderweg dikwijls afgevraagd of ik zot geworden was.”
Waar plaats je deze overwinning?
“Mijn mooiste zege blijft het wereldkampioenschap in Valkenburg waar ik als favoriet startte. Dat zal altijd de allergrootste blijven. Daaronder zitten op dezelfde hoogte Luik-Bastenaken-Luik, de Ronde van Lombardije en deze Ronde van Vlaanderen. Ik ben er vooral trots op dat ik én de Ronde én Luik won. Dat zijn twee volslagen verschillende topklassiekers, die een totaal andere aanpak vereisen. Zowel qua training als van tactiek. De jongste decennia speelden maar weinig renners dat klaar: Moreno Argentin, Rolf Sörensen en Michele Bartoli. Ik won ook Parijs- Tours, een klassieker voor sprinters, en in de Giro ook een etappe in het middelgebergte. Dat alles is voor mij het bewijs dat ik een complete renner ben. Daar ben ik fier op.”
Heb je nu geen spijt van de verloren jaren bij BMC?
“Na vandaag niet. Het was altijd al mijn droom om de vijf grote eendagskoersen te winnen. Ik kan nu een kruis door de Ronde trekken. Ik was hier al twee keer derde. Toen ik door het dorp van Claude Criquielion reed, moest ik aan hem denken. Hij is de enige Waal die me was voorgegaan. Zijn zoon is even oud als ik. Al die dingen flitsen dan door je hoofd. Resten nu nog Milaan-Sanremo, waar ik ook twee keer derde was, en ParijsRoubaix. Dit is niet mijn laatste jaar als coureur. Ik krijg nog kansen. Het zijn allemaal totaal verschillende uitdagingen, maar dat motiveert mij.”
Waarom ben je zelf op Patrick Lefevere afgestapt?
“Het is een van de weinige teams die altijd en overal competitief is: in de klassiekers, in het tijdrijden, in de sprint. Je moet er elke dag staan. Neem nu de Driedaagse De PanneKoksijde. Ik won de eerste dag, maar de tweede rit gingen we ondanks mijn trui ook voor de sprintzege van Kittel. Zo koers ik graag. Altijd volle gas. Je weet waarom je werkt.”
Wanneer wist je voor jezelf dat je opnieuw je niveau haalde van 2011, 2012 of de Amstel 2014?
“Al op trainingskamp in januari. Ik maakte een tactische fout in de Omloop Het Nieuwsblad, maar liep nadien nog anderhalve minuut in op de leiders Van Avermaet, Sagan en Vanmarcke. Dat is niemand opgevallen omdat ik toen achterin reed. En dan was er Parijs-Nice waar ik elfde werd. Ik had een zorgeloze winter. Ik was nooit ziek. Als je kwalitatief kan trainen, dan ben je een eind op weg. Het was nog mooier geweest indien Tom vandaag zijn vierde Ronde van Vlaanderen won. Ik ben alleszins ontzettend trots dat ik in zijn laatste ronde het werk van de ploeg kon afmaken.”
Waarom ik naar Lefevere belde? Bij dit team is het altijd volle gas, zo koers ik graag Philippe GILBERT