“Deze zaak lijkt op dossier Uplace”
Professor Staatsrecht Hendrik Vuye (foto) van de universiteit van Namen en van de politieke partij Vuye&Wouters heeft zijn bedenkingen bij het project.
“De Raad van State zegt in het arrest dat, wanneer je op voorhand verbintenissen in een convenant zet, je daarna niet meer onpartijdig kan oordelen over vergunningen. Dit is een vernietigingsbeslissing die de socio-economische vergunning op dat moment definitief schrapt”, aldus Vuye.
“De stad Hasselt heeft vlak daarna een nieuwe vergunning uitgereikt en de Raad van State zal nu opnieuw moeten oordelen of deze nieuwe vergunning niet partijdig is. Het oorspronkelijke convenant er gewoon uithalen of een kleine cosmetische operatie doorvoeren, zal geen zin hebben. De stad Hasselt zal van deze nieuwe vergunning zeer duidelijk moeten aantonen dat ze dit keer wel degelijk onpartijdig is genomen – of de vergunning wordt opnieuw geschrapt. Een beroep van de Raad van State werkt echter niet opschortend. Dat betekent dus dat er op de werf kan worden doorgewerkt en dat er op dit moment geen probleem is. Maar er lopen wel nog drie procedures die voor onzekerheid kunnen zorgen.”
“Dezelfde rechtspraak vinden we ook terug in het Uplacedossier waar de Raad van State destijds eveneens tot een schending van het onpartijdigheidsbeginsel kwam wegens de aflevering van een vergunning na geldende afspraken met de Vlaamse overheid”, zegt Professor Bestuursrecht Steven Van Garsse van de UHasselt. “De Vlaamse overheid heeft bijsturingen gedaan aan die convenant. Dat later een nieuwe vergunning wordt aangevraagd en afgeleverd, is perfect mogelijk. Als de overheid intussen niet meer gebonden is door de contractuele afspraken vervalt ook die wettigheidskritiek.”