Buren pakken allebei provinciale zege
Etienne Boogaerts en Gerard Vanbrabant uit Nieuwerkerken winnen bij de oude duiven
Nieuwerkerken boven bij de oude duiven. Buren Etienne Boogaerts en Gerard Vanbrabant boekten vorig seizoen immers allebei een provinciale zege. Boogaerts was de beste in de vlucht uit Jarnac, Vanbrabant stak de overwinning op zak bij Agen. “En dan te weten dat het verschil in visie en aanpak niet groter kan zijn tussen dan hen beiden”, verklapt Marleen, de echtgenote van Gerard. “Ik had vier duiven mee naar Jarnac en alle vier stonden ze op papier”, zegt Etienne Boogaerts, die nationaal beslag legde op een puike 160ste plaats tegen 4.167 concurrenten. Provinciaal eindigde hij ook nog 13de, 17de en 51ste. Door een foute aanmelding stond hij lange tijd op de tweede plaats te pronken.
“Het was zeker elf uur ’s avonds toen ik teletekst bekeek en zag dat hij op één stond”, pikt buurman Gerard in. “Ik was echt blij voor hem en ben de blijde boodschap meteen gaan overmaken.”
“Jaja, ik was meer dan tevreden”, straalt Boogaerts. “Zo’n tweede plaats is ook schoon, maar provinciaal winnen, dat was toch al een heel aantal jaar geleden.” De duivencarrière van Boogaerts hing al enkele keren aan een zijde draadje. Etienne lijdt al een tiental jaar aan de ziekte van Parkinson en kent bij momenten een mindere periode.
“Zo’n blokkage kan plots opduiken en dat is wel eens ambetant”, zegt vrouw Marie-Louise, die samen met de dochters én de buren de liefde voor de duivensport toch intact hield. “Hoewel ze niet hard trainen hoor, hooguit een kwartier, om vervolgens te landen. Pas op, dan gaan ze een robbertje vechten op de pannen en beginnen ze mekaar de loef af te steken in de lucht. Ach, iedere liefhebber heeft zijn manier van denken en handelen.”
Saint-Casserole
Dat blijkt. Gerard Vanbrabant: “Mijn duiven trainen een uur zonder naar beneden te komen en erg hoog. Zó hoog dat je ze amper nog ziet.”
Boogaerts plaagt: “Ze zullen weten wat er zwaait als ze nog maar durven naar beneden te kijken.” Marleen, de echtgenote van Gerard beaamt: “Qua duivenstiel kan het verschil niet groter zijn tussen die twee sjarels.”
Beiden begonnen nochtans met het snelheidsspel, om later succesvol over te schakelen op de fond. “Naar mijn gevoel is de perceptie vaak verkeerd voor de fondduiven”, zegt Gerard. “Tegenwoordig is het aantal duiven in concours belangrijk. De snelste van 50.000 op een nationale midfondvlucht trekt veel meer aandacht.” Reden om, naast de verre vluchten, ook deze populaire vluchten aan te doen.
Het kweekhok is voor Vanbrabant zijn walhalla. “Het mag zeker geen oudpeekeshuis worden. Zo ring ik ook al jongen, die uit de vliegers komen. Als ze me dan niet bevallen, Saint-Casserole”, haalt hij de vinger over de keel. “Kweken en selecteren mét geduld en de familiekweek in ere houden, dan vergroot je de kansen op een goede stam. Ik ben voorstander van natuurlijke weerstand, ondersteund met de kracht die gratis voor het grijpen ligt: kruiden.”