Geen onbezorgd leven meer voor Belgische politici
Belgische politici zijn in vergelijking met de meeste andere landen altijd heel toegankelijk geweest. Maar daar komt onder druk van de omstandigheden meer verandering in.
Toegegeven, op enkele uitzonderingen na - de moord op PS-voorzitter André Cools in 1991 en die op communistenleider Julien Lahaut in 1950 - is geweld op politici in ons land nog altijd zeer uitzonderlijk. Maar bedreigingen zijn er wel meer en meer en politici krijgen ook meer dan vroeger bescherming.
Bijl door raam
Sp.a-voorzitter John Crombez kreeg gisteren tijdens de 1 mei-viering in Oostende nog extra bescherming. Ongevraagd zelfs. Dat premier Charles Michel na bedreigingen lange tijd bodyguards bij zich had, is ook geweten.
Maar de keren dat er ook echt iets gebeurt, blijven erg zeldzaam. Begin maart gooide een man een bijl door het raam van Bart De Wever, maar de N-VAvoorzitter was met vakantie. Een jaar eerder liep een bezoek van Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) aan het ijssalon Pam Pam in het Waalse Visé slecht af. Peumans kreeg rake klappen van een lid van de organisatie Action Fouronnaise, die vond dat hij niets te zoeken had in Wallonië.
Meer bescherming
Maar die politieke cultuur is al fors opgeschoven, ook als gevolg van de aanslagen in Brussel van vorig jaar. De bescherming van de Kamer is bijvoorbeeld sterk opgetrokken. En nog maar vorige zomer liet premier Michel de beveiliging van zijn ambtswoning en van de Wetstraat 16 aanpassen nadat was gebleken dat die veel te wensen overlaat. Veel Belgische politici staan wel nog altijd op de rem omdat ze huiverachtig staan tegenover beveiliging die hun contact met burgers in de weg staat. Maar een verhoogde beveiliging van toppolitici behoort stilaan toch tot de gebruiken.