NIEUW STADION
Stilstaan is zeker in het profvoetbal achteruitgaan. De huidige Luminus Arena blijft - zeker aan de binnenkant – één van de mooiste en vooral gezelligste stadions van het land. Zonder openingen in de hoeken, een kuip waarin een optimale voetbalbeleving mogelijk is. Maar het stadion is onderhevig aan slijtage en KRC Genk ziet vooral de concurrentie grote stappen zetten.
CEO Patrick Janssens: “De Ghelamco Arena is misschien niet ons voorbeeld van hoe een stadion eruitziet, het nieuwe stadion heeft de club AA Gent wel een enorme boost gegeven. Ook de bouwplannen van Club Brugge zijn concreet en iedereen kan op de voet volgen wat er in Brussel gebeurt. Maar ook clubs als Zulte Waregem, STVV, Oostende en KV Mechelen hebben een (gedeeltelijk) nieuw onderkomen. De voorsprong die we lang op dat vlak gehad hebben, is weg. Je merkt overal dat we over een ouder wordend stadion beschikken, ook al vinden we dat het nog steeds het beste is. Maar we moeten vooruit denken. Als je weet dat je ongeveer tien jaar nodig hebt om een nieuwe stadion te realiseren - acht jaar zou beter zijn, twaalf jaar geen ramp - dan valt er geen tijd meer te verliezen.” Er worden twee verschillende sporen gevolgd, wat de locatie van het nieuwe stadion betreft. Enerzijds zijn er vier verschillende mogelijkheden op of in de buurt van de huidige site. Anderzijds kreeg het studiebureau ‘Maat Ontwerpers’ de opdracht om de mogelijkheden op een nieuwe locatie te onderzoeken.”
Patrick Janssens: “Zij moeten over enkele maanden een tien- tot twaalftal mogelijkheden in en buiten Genk aanleveren. Die worden eerst tot de helft herleid, waarna eind dit jaar na rijp beraad een voorkeurslocatie wordt vastgelegd. In en buiten Genk, niet buiten Limburg natuurlijk. Ook in de richting van Haspengouw is ondenkbaar. Ik wil trouwens de fusieverhalen, die plots de kop opstaken na de HasseltGenk-denkoefening in Het Belang van Limburg, ontkrachten. Wij hebben als KRC Genk op dit moment geen baat bij een fusie met wie dan ook.”
Een mogelijke verhuizing uit Genk zal sowieso gevoelig liggen bij een gedeelte van de supporters, beseft Janssens. Ook al woont bijvoorbeeld slechts 16% van de huidige abonnees in Genk. Janssens: “Ook de stad Genk is zeer bezorgd over een scenario waarin wij Genk zouden verlaten. Wij zeggen op dit moment niet dat we dat van plan zijn, we willen zelfs mogelijkheden in (de buurt van) het stadscentrum bestuderen. Daarom is burgemeester Wim Dries mee geweest naar onze wedstrijd in Bilbao, waar het nieuwe stadion opnieuw in het centrum van de stad is gebouwd.” “Maar we willen geen enkel scenario uitsluiten. Vooral in westelijke richting ligt voor ons nog een groot wingebied. Voorbij Lummen kom je zowel langs de E314 richting Brussel als langs de E313 richting Antwerpen binnen de honderd kilometer geen topclub tegen. Worden we voor de voetballiefhebbers daar nog beter bereikbaar, dan kan dat een troef zijn. Naast die bereikbaarheid is ook de zichtbaarheid van een nieuw stadion een belangrijk element. Kijk naar de Ghelamco Arena, die langs de snelweg een nieuwe landmark is geworden. Maar ook de mogelijkheden om het stadion te exploiteren - van handelsen bedrijfsruimtes, over restaurants tot evenementen- en beurshallen - spelen natuurlijk een cruciale rol.”
Vier mogelijkheden op huidige locatie
Welke voorkeurslocatie er ook uit de bus komt, ze zal altijd getoetst worden aan het alternatief op de huidige loca-
Wij zeggen op dit moment niet dat we van plan zijn Genk te verlaten, we willen zelfs mogelijkheden in het stadscentrum bestuderen
Patrick Janssens
tie. Daar worden vier opties actief onderzocht. Janssens: “Mogelijkheid 1: we strippen het huidige stadion of bouwen een volledig nieuw op dezelfde plaats. Het grote nadeel van zo’n operatie is de kostprijs, zoiets draait meestal veel duurder uit dan gepland. Maar we kunnen ten tweede ook naar het noorden en ten derde naar het oosten opschuiven om een volledig nieuw stadion te zetten ( zie pagina 5). Ten slotte ligt er een mogelijke oplossing in het zuidoosten, waar het nieuwe stadion zou kunnen aansluiten bij het huidige Thorpark. Op het vlak van de exploitatie zou het grenzen aan verschillende bedrijven nieuwe mogelijkheden scheppen.”
Samenwerking met LRM
Blijven twee pertinente vragen: hoe groot moet het nieuwe stadion worden en vooral: wie gaat dat betalen? Janssens: “Alles hangt af van welk stadion we waar zullen bouwen. In het geval dat we op dezelfde site blijven, denk ik niet dat we de huidige capaciteit van het stadion (iets minder dan 25.000) zullen verhogen. We prefereren een stadion dat wekelijks aardig gevuld is, boven extra capaciteit voor topwedstrijden. Pas als we verhuizen naar een andere locatie en er duidelijke indicaties zijn dat we daar extra toeschouwers kunnen aantrekken, denken we aan het optrekken van de capaciteit.” Janssens: “Ook de financiering is afhankelijk van de locatie van het nieuwe stadion. Die bepaalt voor een groot stuk welke exploitatiemogelijkheden er zijn. Wordt het bijvoorbeeld geïntegreerd in het Thorpark, dan kan ik me voorstellen dat bedrijven zich in het stadion kunnen vestigen. Elders zijn er mogelijk meer mogelijkheden op het vlak van evenementen of beurzen. Het is ook niet uitgesloten dat we als club zelf investeren in het stadion. Nu ons huidige stadion bijna is afbetaald, liggen daar opportuniteiten. Anderzijds laten we de mogelijkheid open dat een andere partij eigenaar wordt van het stadion, dat wij dan huren om onze wedstrijden af te werken.”
“Veel zal afhangen van de adviezen die LRM ons geeft. We hebben bij het opstarten van onze werkgroepen meteen de expertise van de Limburgse Investeringsmaatschappij ingeschakeld. Zij zullen voor ons de verschillende locaties en exploitatiemogelijkheden onder de loep nemen en een belangrijke stem hebben in onze uiteindelijke beslissing.”