Sprookje door Tongeren
JENS KEUKELEIRE eindwinnaar dankzij ‘De Gouden Kilometer’
Om de Ronde van België te winnen, moet je niet enkel sterk, slim en geslepen zijn. Je moet ook wat geluk hebben. Aan dat profiel beantwoordde Jens Keukeleire de voorbije vijf dagen perfect. “Ik kan eigenlijk een beetje van alles. Ik word jaar na jaar ook beter”, stelde de 28-jarige Bruggeling. Al was dit wel veruit het bizarste koersweekend uit zijn achtjarige profcarrière. Zaterdag in Ans zat de welbespraakte West-Vlaming nog in zak en as omdat hij zowel naast de dagzege (Maurits Lammertink) als de leiderstrui had gegrepen. Vierentwintig uur later was hij als virtueel nieuwe leider dolblij dat er zoiets bestaat als een UCI-reglement dat je bij een val in de laatste drie kilometer dezelfde tijd krijgt als de winnaar. En dus reed de ranke renner in de gelegenheidstrui van de Blauwe Garde ver achter spurtwinnaar Jens Debusschere met de handen in de lucht door Tongeren. Met een geschaafde schouder en bloed aan de elleboog. Een sprookje met een happy end.
Gouden Kilometer
“Ik geef het toe. Ik was redelijk in paniek toen die renner van Astana na een te wijd genomen bocht van mij tegen me aan knalde. Via de communicatieoortjes vroeg ik onmiddellijk aan Kevin De Weert of we wel in de laatste drie kilometer waren beland. Toen hij “ja” antwoordde, viel al de stress ineens van de schouders.”
Keukeleire legde de basis van zijn eindzege in de tijdrit vrijdag in Beveren-Waas, waar hij negende eindigde. Hij was verrassend goed in de bloedhete Ardennen én leerde televisiekijkend België de ‘Gouden Kilometer’ van Golazo-koersdirecteur Rob Discart kennen. Het initiatief is twee jaar oud en bestaat eruit dat net voor de finale over duizend meter afstand drie sprinten worden gehouden waarbij telkens 3, 2 en 1 seconde te verdienen zijn. Greg Van Avermaet legde in 2015 de basis van zijn eindzege in die Gouden Kilometer op Le Petit Poggio in Les Lacs de l'Eau d'Heure. Vooral zaterdag knabbelde Keukeleire op deze manier van zijn achterstand weg en gisteren had hij al na de eerste sprint voldoende om de onwetende Franse nieuwkomer Rémi Cavagna (Quick Step Floors) naar de tweede plaats te duwen. “Da's een niet te onderschatten inspanning hoor”, gaf Keukeleire aan. “Het heeft wel iets. Het is plezant en hard. Van deze drie sprinten op rij ben je wel wat uitgewrongen. Ze trokken daarna ineens nog vol door.”
Knechten
Keukeleire is onder de Belgische profs een geval apart. Hij begon als neoprof met vier zeges, waaronder de eindwinst in de Driedaagse van West-Vlaanderen. Maar eenmaal bij OricaScott trok hij het werkplunje aan. Tot hij vorig jaar in de Vuelta na een lastige etappe een massaspurt won in Bilbao. Ondertussen werd hij ook al tweede na een sprint met Greg Van Avermaet in Gent-Wevelgem. “Bilbao en deze Ronde van België illustreerden perfect mijn kwaliteiten. Wat klimmen, wat tijdrijden, best nog rap zijn na een lastige rit, da's Jens Keukeleire. Een jongen die bij OricaScott met Gerrans, Impey, Albasini en tot vorig jaar Matthews altijd collega's heeft die net iets meer kunnen.”
“Ik was bij de jeugd geen veelwinnaar. Als neoprof ben ik erin gevlogen. Daarna zette ik elk jaar een stap vooruit. Ik kan een grotere koers winnen, of in lastigere wedstrijden meer finales rijden. Ik hoop op een dag een klassieker te winnen. Al ben ik geen coureur wiens seizoen stopt na het voorjaar. Ik denk dat dit vandaag het bewijs is.” Al is deze zege alweer geen garantie om voor Orica-Scott naar de Tour te worden uitgestuurd. Slechts in 2014 was hij de partner van Sheena Maesen bij de negen. “Het oorspronkelijke plan was dat er een ploeg rond Esteban Chaves werd gebouwd, maar na de Herald Sun Tour kreeg onze Colombiaan veel problemen met de knie. Omdat ‘Chavo’ sinds januari niet koerste, is Simon Yates erbij genomen. Is Chaves Tour-klaar, dan denk ik dat ik kans maak. Ik was er ook al bij in het voorjaar. Ik denk dat ze tevreden zijn met het werk dat ik geleverd heb in de Vuelta, maar de Tour is nog wat anders. We zien wel.”