Openbaar onderzoek over 6.000 waardevolle gebouwen in Limburg
NA DE BOSKAART KOMT DE ERFGOEDKAART
HASSELT - Vanaf morgen start in Limburg een grootscheeps openbaar onderzoek over de inventaris van bouwkundig erfgoed. Op die lijst staan bijna 6.000 gebouwen en constructies die de Vlaamse overheid waardevol genoeg vindt om ze te behouden. De inventaris van bouwkundig erfgoed telt in Vlaanderen meer dan 80.000 gebouwen en constructies. Op de lijst staan ook de beschermde gebouwen die in stand moeten worden gehouden. Voor de andere gebouwen op de inventaris zijn de gevolgen niet zo drastisch, maar de gemeente kan een geïnventariseerd huis niet zomaar laten afbreken. Er zijn ook voordelen verbonden aan de erkenning. Veel eigenaars weten niet eens dat hun woning op de lijst staat.
Volgens het nieuwe erfgoeddecreet moet een openbaar onderzoek gebeuren vóór de vaststelling van de inventaris. Limburg krijgt de primeur. Na de boskaart van Joke Schauvliege, krijgen we de erfgoedkaart van minister-president Geert Bourgeois. Benieuwd of hij het beter doet.
Vanaf morgen start in Limburg een grootschalig openbaar onderzoek over alle waardevolle gebouwen in de provincie. Het onderzoek gaat over de inventaris van bouwkundig erfgoed, waar in Limburg bijna 6.000 bouwsels opstaan. Het gaat om 5.858 afzonderlijke relicten zoals woningen, kruisen en kapellen en 63 bouwkundige gehelen zoals het domein Bokrijk of de mijnterreinen. De inventaris is bedoeld om het behoud van deze gebouwen en constructies te stimuleren. Vlaanderen is nog maar pas bekomen van het fiasco met de boskaart, of er kondigt zich een nieuw groot openbaar onderzoek aan, ditmaal over de huizen van duizenden mensen. Minister-president Geert Bourgeois, bevoegd voor Onroerend Erfgoed, pakt het wel iets voorzichtiger aan dan zijn minister Joke Schauvliege met de bossen. Het openbaar onderzoek voor de inventaris bouwkundig erfgoed wordt niet in heel Vlaanderen tegelijk gevoerd, maar afzonderlijk per provincie. De kleinste provincie mag de spits afbijten. Bedoeling is dat elk jaar één provincie afgewerkt wordt.
Eigenaars
Bij het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft men er alle vertrouwen in dat de kaart met bouwkundig erfgoed exacter is dan de boskaart. Toch kijkt men benieuwd uit naar het openbaar onderzoek, omdat het de eerste keer is dat het grote publiek inspraak krijgt over de inventaris. Sinds de eerste vaststelling van de lijst van waardevolle gebouwen in 2009, is er nooit een openbaar onderzoek geweest. Meer nog, de eigenaars van waardevol erfgoed dat op de lijst staat, zijn persoonlijk nooit op de hoogte gesteld.
U kunt de lijst anderzijds wel inkijken op de website van Onroerend Erfgoed. Ook wie onlangs een huis gekocht heeft, weet via de notarisakte of het op de inventaris van waardevolle gebouwen staat. Door het nieuwe decreet op onroerend erfgoed is een openbaar onderzoek bij elke vaststelling van de inventaris voortaan namelijk verplicht.
Naoorlogse architectuur
In vergelijking met de vorige vastgestelde inventaris van 2014 zijn er in Limburg 214 relicten en twee bouwkundige gehelen niet meer opgenomen omdat ze door sloop, zware verbouwingen of slechte bewaring geen erfgoedwaarde meer bezitten. Anderzijds zijn er ook nieuwe gebouwen op de lijst verschenen. Zo heeft men in Genk een dertigtal relicten bijgezet op de inventarisatie. Het gaat om interessante naoorlogse architectuur en enkele hoevegebouwen. Tongeren en Sint-Truiden tellen in Limburg veruit de meeste geïnventariseerde woningen.
Rechtsgevolgen
Alle zesduizend ‘relicten’ op de inventaris bouwkundig erfgoed van Limburg bezitten volgens de Vlaamse overheid een zekere erfgoedwaarde. Het kan bijvoorbeeld gaan om vierkantshoeves, vakwerkhuizen of huizen in mergelsteen, maar ook om het mijnerfgoed of kastelen. Eenmaal de inventaris vastgesteld is, heeft dat voor een betrokken gebouw of woning een aantal rechtsgevolgen, maar die zijn niet zo verregaand als voor een beschermd gebouw. Zo moet de gemeente in haar vergunningenbeleid rekening houden met de inventaris van
bouwkundig erfgoed. Bij een aanvraag tot slopen moet de vergunningverlenende overheid in haar beslissing aangeven hoe ze de erfgoedwaarden in acht heeft genomen.
Anderzijds zijn er ook voordelen verbonden aan de opname in de inventaris. Zonevreemde gebouwen moeten niet verdwijnen en kunnen makkelijker een nieuwe functie krijgen. Er zijn ook afwijkingen toegestaan voor de energieprestatienormen omdat bijvoorbeeld historisch schrijnwerk moeilijker te isoleren is. Eigenaars die willen renoveren komen ook in aanmerking voor erfgoedleningen met een lage rentevoet. Tijdens het openbaar onderzoek kan iedere burger opmerkingen of bezwaren formuleren over zogenaamde ‘feitelijkheden’. Dat zijn bijvoorbeeld fouten in het plan, in de naam van het goed of in de erfgoedkenmerken. Het onderzoek loopt van 1 juni tot en met 30 juli.
info over de erfgoedkaart vindt u op openbareonderzoeken.onroerenderfgoed.